Anders zijn.

Rood haarOp weg naar huis na een bijeenkomst over hoogbegaafdheid speelde de zin ‘een vloek of een zegen’ door mijn hoofd.

Een andere groep mensen waar de zin ‘een vloek of een zegen’ regelmatig op zal komen is de roodharigen. Rood haar is de meest zeldzame haarkleur bij de mens, gemiddeld maar 1% van de wereldbevolking heeft rood haar.

Klinkt misschien raar om deze twee groepen te vergelijken, maar voor beide geldt: het is aangeboren: ze zijn anders, alleen is de herkenning van het anders zijn bij roodharigen duidelijk visueel.

2-3% van de wereldbevolking is hoogbegaafd. Hoogbegaafdheid herken je – als het kind zich tenminste goed ontwikkeld – niet aan de buitenkant, maar vanuit interactie. Dan is het nog de vraag of je het herkent. En ook of je het niet vertaalt naar een andere conclusie.

De ontwikkeling van de hersenen verloopt bij een hoogbegaafde anders, er worden meer neurobanen ontwikkeld dan bij een niet hoogbegaafd iemand. Er zijn dus meer verbindingen in de hersens aanwezig. Dit betekent dat het hele denk- doe- en leer- en ontwikkelingsproces anders verloopt. Iets waar je als kind niets aan kunt doen, je hebt het meegekregen uit je familie.

Afhankelijk van waar je bent in de wereld is er sprake van eigenlijk geen roodharigen tot 13% in Schotland. Van verre herkenbaar door de bleke huid, van dichtbij aan vaak bijkomende sproeten. Van diep koperrood tot bleek oranje. En dat omdat je simpelweg twee genen hebt voor rood haar.

Erfelijkheid speelt dus bij beide een grote rol. Je kunt iemand niet hoogbegaafd maken – ook al denken velen dat de ouders dat express doen, net zoals je iemand geen echte roodharige kunt maken. In de praktijk vrijwaart de erfelijkheid en dat je er dus niets aan kunt doen je echter niet van buitensluiting en jarenlang geknok tegen discriminatie ten spijt.

Zowel roodharigen als hoogbegaafden lopen tegen bepaalde zaken op: anders zijn dan de rest is een issue in deze maatschappij. Het valt bij de kinderen zelf ook al op jonge leeftijd op dat ze anders zijn. Niet alleen vanuit eigen inzicht, maar ook omdat de wereld om hun heen heel duidelijk aan geeft dat dit zo is: door buitensluiting, pesten en benoeming: ‘stoplicht! Wanneer spring je op groen’ of ‘vuurtoren’ als je rode haren hebt, ‘nerd’ en ‘geek’ bij een slim kind.

Oorzaak? De mens is een groepsdenker, vanuit de gedachte van harmonie en veiligheid. Het is buigen of breken: meedoen of afvallen. Dus: je haar verven of je gedrag aanpassen.

Ditzelfde zien we in de dierenwereld. Wie niet lijkt op de groep, er anders uit ziet of anders denkt hoort niet bij de groep. Dit om de groep sterk te houden. Wie anders is, is een bedreiging voor de groep. De groep heeft altijd gelijk, zelfstandige keuzes maken is lastig als je in een groep zit. Een enkele individu uit de groep die wel open staan voor hen die anders zijn worden gezien als niet loyaal aan de groep, is ook een bedreiging. Een groep is als een blok, het heeft geen veerkracht.

Zij die anders zijn willen natuurlijk ook bij een groep horen. Ook zij willen harmonie en veiligheid. Maar wat als er weinig gelijken (peergroep) is, moet je jezelf dan maar aanpassen om er alsnog bij te horen?

Voor een roodharige stopt het hier, aanpassing is niet mogelijk – buiten het verven van je haar. En dan blijven de sproeten en bleke huid nog over. Voor een hoogbegaafde ligt dit anders: mede door de aangeboren extra alertheid richting de omgeving en visie op hoe de buitenwereld in elkaar steekt weet een hoogbegaafde welk gedrag te tonen om er schijnbaar bij te horen. Schijnbaar, ze blijven immers anders dan de groep. Daarbij is er een gigantisch groot risico op verlies van eigen identiteit.

Wat lastig is dat tegenstellingen elkaars taal vaak niet spreken, zowel echt de taal als de onderliggende boodschap. Het woord hoogbegaafd zegt niet dat diegene die niet hoogbegaafd is dom is. Zo wordt het echter vaak wel gelezen.

Gelukkig zijn er genoeg plaatsen in de wereld waar ook buitenbeentjes wel kunnen opbloeien. In meer primitievere volken worden buitenbeentjes, zoals albino’s of mensen met huidziektes, veel harder buitengesloten dan wij doen in onze randstedelijke sociotopen. Op veel plaatsen in de wereld, bijvoorbeeld grote steden, zijn we onze primitieve neiging tot groepsconformatie aan het ontgroeien.

Wanneer mensen zich niet bedreigd voelen, gewend zijn aan uitzonderingen of geleerd hebben om hun natuurlijke instinct tot buitensluiten te overstijgen, krijgen ook minderheden de kans om te floreren. Zo worden veel roodharigen juist geroemd om hun prachtige koperrode lokken. Gelukkig maar, want anders-zijn kan voor de hele maatschappij van onschatbare waarde zijn.

Als wij als volwassenen het belang van anders zijn uitleggen aan onze kinderen, een voorbeeld zijn daarin. Dan wordt anders zijn gewoon, wat het eigenlijk ook is.

Als je goed nadenkt over ‘anders zijn’ realiseer je dat dit onderdeel is van de natuur: links – rechts, ying –yang, groot – klein, jong – oud, goed – kwaad. Allemaal natuurlijke tegenstellingen die los van elkaar niet kunnen bestaan en benodigde diversiteit geven. Zonder hoog is er geen laag. Die diversiteit zorgt er voor dat de wereld zich blijft ontwikkelen.

Iedereen heeft unieke kenmerken. Alles is echter op de een of andere manier met elkaar verbonden, we vullen elkaar aan of remmen elkaar af indien dit nodig is. Verbinding is dus belangrijk om allemaal staande te blijven. Hoe groter de diversiteit binnen een systeem, hoe veerkrachtiger het is. Juist diversiteit geeft harmonie en veiligheid.

We moeten werken aan een samenleving waarin mensen zich niet meer bedreigd voelen door andermans ‘anderszijn’. Kun je jezelf open naar anderen opstellen en de ruimte geven, kunnen we elkaar aanvullen en versterken.

Dorien Kok
http://DorienKok.nl

Met dank aan Francisca Eitjes.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s