Tagarchief: top down

Mijn blog

In mijn blog vertel ik over oa onderwijs, hoogbegaafdheid, ADHD, ADD, autisme, dyslexie, beelddenken, fixatie disparatie, Leonardo en ander (voltijds) HB onderwijs en Ik leer anders. Soms incidenteel ook over een ander onderwerpen.

Hoe vind ik een blog?

– Voor alle blogberichten: scroll naar beneden

– Voor een specifieke blog: selecteer een titel in onderstaande lijst.

– Klik rechtsboven op Categorie en maak een keuze naar onderwerp.

– Vul rechtsboven bij Zoeken een zoekterm in zoals titel of onderwerp.

De nieuwste blogs staan bovenaan.

Veel leesplezier.

Dorien Kok

Via de tab Meer… komt u op mijn andere websites. 

Vragen aan de staatssecretaris oktober 2015

‘Scholen schenken deze week extra aandacht aan pesten’ september 2015

Onderwijs onderzocht: meerkeuzeopgaven van de Cito september 2015

Oproep i.v.m. onderzoek naar hoogbegaafdheid en pesten september 2015

Als je er niet uit komt met school. september 2015

Thuiszitters, ruim 5 jaar later. september 2015

Passend onderwijs = Geen kind tussen wal en schip! september 2015

Waarom het zo belangrijk is om baby’s regelmatig op hun buik te leggen maart 2015

Anders zijn november 2014

IQ testen: Rakit-2 november 2014

Een cocon om je kind houden. november 2014

Met borstvoeding geen beugelbekkie… september 2014

Logopedie en hoogbegaafdheid april 2014

Onderwijs uitgelegd: doortoetsen februari 2014

Wachtkamerkind februari 2014

Onderwijs in terra incognita: over thuisonderwijs en hoogbegaafdheid  Herblogd van Sytze Steenstra Blog januari 2013

Onderwijs onderzocht: Versnellen, ja of nee december 2013

Vol hoofd december 2013

Onderwijs onderzocht: meer motivatie vanuit werken in groepjes oktober 2013

Uw brein is een regenwoud oktober 2013

Mogen peuters nog peuteren en kleuters nog kleuteren september 2013

Kleuters en Cito september 2013

Leerproblemen september 2013

Verschil in snelheid van informatieverwerking tussen tienerjongens en -meisjes. september 2013

Oproep ouders en scholen voor het vervolgonderzoek dyslexie en hoogbegaafdheid door Universiteit Utrecht  juli 2013

Onderzoeksrapport: ‘Slimme leerlingen krijgen extra stof, maar geen extra aandacht’ maart 2013

Oproep: ‘Hoogbegaafd en beelddenken’ Onderzoek naar de visueel-ruimtelijke en verbale informatieverwerking bij hoogbegaafde kinderen. maart 2013

“Waar een klein land groot in moet worden” maart 2013

De littekens die pesten achterlaat.  maart 2013

Ontwikkelingsstoornissen juist diagnosticeren: kijk ook in het brein februari 2013

Wie schrijft die blijft. februari 2013

Echt excellente scholen februari 2013

We are the people we’ve been waiting for december 2012

Een vol hoofd – balans tussen denken, voelen en doen november 2012

Onderzoek: We feel, therefore we learn november 2012

Nieuw onderzoek naar excellentie op scholen oktober 2012

Pavlov: Dolores Leeuwin over intelligentie oktober 2012

HB en dyslexie onderzoek Universiteit Utrecht oktober 2012

Onderzoek: hoe aanstaande leerkrachten kunnen worden opgeleid voor onderwijs aan hoogbegaafde kinderen september 2012

Werken met picto’s, thuis en op school september 2012

Zeilen voor passend onderwijs voor thuiszitters augustus 2012

Verkiezingen 2012: de politiek en passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen augustus 2012

Born tot learn juni 2012

Onderwijs uitgelegd: DL en DLE, wat kun je daar als ouder mee februari 2012

Linker vs rechter hersenhelft  januari 2012

Over nieuwe richtlijnen AD(H)D juni 2011

Er is geen weg terug naar passend onderwijs maart 2011

Wat is nou eigenlijk beelddenken februari 2011

Onderzoek hoogbegaafdheid februari 2011

Antwoorden van de Minister van Onderwijs januari 2011

‘Onderwijs hoogbegaafde kinderen onder druk’ december 2010

Een lief meisje juli 2010

School hoogbegaafde kinderen in nood juni 2010

Van H naar Beter juni 2010

Je kind als tegenstander juni 2010

Nederlandse talenten: wel de start, maar niet de finish juni 2010

PVDA: ‘hoogbegaafde kinderen kosten klauwen vol geld’ juni 2010

Het meisje met de vleugels juni 2010

Het verhaal van Imme Kors mei 2010

Rondom labelkinderen mei 2010

Dag van de Hoogbegaafdheid mei 2010

Effecten créche bezoek mei 2010

Bart Simpson actie van een hoogbegaafd kind mei 2010

Oproep voor leerkrachten, IB-ers en schooldirecteuren basisonderwijs mei 2010

Is thuisonderwijs in strijd met het belang van het kind? mei 2010

Reken even mee april 2010

Een verraderlijke kloof? april 2010

Slaap kindje slaap april 2010

Laat dat kind toch spelen april 2010

De vroege lezer april 2010

Hyperactiviteit april 2010 – video

Petitie Passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen april 2010

Spijbelaar april 2010

Sociaal-emotioneel achter? maart 2010

Sta open voor de kind maart 2010

Dag van de Leerplicht maart 2010

How can you encourage a child maart 2010 – video

Waarom speciaal onderwijs voor hoogbegaafde kinderen maart 2010

Gewoon geen dyslexie! maart 2010

Vluchten of aanvallen maart 2010

Het gevaar van de nieuwe DSM: V maart 2010

Het sprookje van Ritalin en het placebo effect maart 2010

Zet het onderwijs op je agenda! maart 2010

Onderzoek thuiszitters – Hogeschool Utrecht maart 2010

Feest! maart 2010

Onderzoek sociaal-emotionele ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen februari 2010

Hoogbegaafde thuiszitters februari 2010

Een lief meisje

Een lief, maar ook pittig meisje gaat met 4 jaar naar school. Ze kan dan al lekker lezen en schrijven, wat door de ouders wordt aangegeven bij de start. Helaas wordt hier niet op ingespeeld. School geeft na enige tijd aan dat ze onoplettend is. Ze kan de aandacht er maar niet bij houden. Wat is er aan de hand. School vindt dit steeds problematischer worden, geeft aan dat er naar gekeken moet worden.

Uiteindelijk valt er een woord: ADD.

Onderzoek bevestigd dat het meisje inderdaad onoplettend is op school. Thuis is ze er ook niet altijd bij met haar hoofd, ze is erg “stoffig”. Conclusie: ADD oftewel een aandachtstekort stoornis, medicatie is mogelijk. Ouders willen het beste voor hun kind en stemmen hier in toe.

In de jaren hierna gaat het steeds slechter met dit meisje. De diagnose wordt aangevuld met PDD-nos (autisme) en ODD (oppositioneel opstandig gedrag), de medicatie wordt verhoogd. Ze lijkt steeds meer problemen te krijgen met de wereld om haar heen en wordt verbaal en lichamelijk agressief.

In haar jaren op het voortgezet onderwijs trekken de ouders het niet meer. Er wordt een paar maal gesproken over uit huis plaatsing. Het meisje wil dit niet en wordt angstig van de gedachte hieraan. Het hele gezinsleven draait om de dochter, de andere kinderen hebben er knap onder te lijden. Ook onder de agressie van hun zus.

Als het meisje 16 is gebeurt er wat. Ze stopt met haar medicijnen. Ze wil die niet meer.

En dan gebeurt er iets vreemds: de agressie verdwijnt. De wolk aan mist om haar hoofd is weg, zoals ze het zelf zegt. Was er dan toch iets anders aan de hand? Ja, de ouders waren in de val getrapt die er rond hoogbegaafdheid ligt. Gecombineerd met problemen ten aanzien van prikkelverwerking (sensorische integratie), wat vaker bij hoogbegaafde kinderen voor komt.

Als een kind hoogbegaafd is, maar niet dat op school krijgt wat het nodig heeft, daarbij ook niet aangeboden op de manier waarop het denkt en leert, dan kunnen er gedragsproblemen ontstaan. Bij jongens lijkt dit vaak op ADHD, bij meisjes vaker op autisme. Omgekeerd of beide komt ook voor.

In de praktijk betekent deze diagnosestelling dat de oorzaak van de gedragsproblematiek in het kind gelegd wordt. Vaak na aangeven van school. Het is voor school logischer om de oorzaak van gedragsproblemen in het kind te leggen. Dat het aan de school (omgeving) kan liggen, dat kwartje valt meestal niet.

Dat doen leerkrachten niet expres. Gebrek aan expertise op dit gebied, bij zichzelf, in de school, bovenschools, de leerkrachtenopleidingen, maar ook bij de Expertise Centra, kan ook bijna niet leiden tot een andere conclusie dan dat het aan het kind moet liggen.

Ouders gaan vaak mee in dit verhaal omdat ze niet beter weten, alhoewel er nu meer informatie is over hoogbegaafdheid dan zo’n 10 jaar geleden. Zij zijn immers niet de experts. Als mijn kind maar geholpen wordt. Met een diagnose is er tenminste kans op een ‘rugzak’ en dus op hulp. Wat zij en ook school zich niet realiseren dat de hulp gebaseerd is op problematiek IN het kind, terwijl de oorzaak vaak ook BUITEN het kind ligt. De hulp zal dan ook niet aanslaan en verergering van de gedragsproblemen kan het gevolg zijn.

Voor de toekomst kan en moet dit anders:

  • De medische en school experts moeten zich beter realiseren dat gedragsproblematiek ook voort kan komen uit de omgeving.
  • Autisme en ADHD experts moeten zich gaan bijscholen op het gebied van hoogbegaafdheid of er experts bij halen op dit gebied. Hoogbegaafdheid is namelijk net zo’n expertise als autisme en ADHD.
  • Men moet zich realiseren dat het onderzoek breder moet. Als ouders, vaak op aandringen van school, bij gedragsproblemen van hun kind een autisme/ADHD centrum binnen lopen dan is het niet goed dat er alleen uitgangen zijn die leiden tot de conclusie autisme en/of ADHD.
  • Leraren opleidingen moeten een inhaalslag maken op het gebied van het onderwijzen van toekomstige onderwijzers op het gebied van hoogbegaafdheid. Het basisniveau van waaruit iemand onderwijzer kan worden moet worden opgeschaald naar VWO niveau.
  • Scholen moeten investeren in bijscholing en Plusklassen. Daar moeten ze experts voor in huis halen.

De juiste route voor het kind is eerst begaafdheidsonderzoek te laten doen door een begaafdheidsspecialist. Dan bij geconstateerde hoogbegaafdheid het onderwijs passend maken, al is daar een schoolwissel voor nodig. Mochten er na het aanbieden van continue passend onderwijs nog steeds gedragsproblemen zijn dan kunnen er ook nog andere oorzaken zijn, zoals sensorische integratie problematiek (prikkelverwerking), executieve functies die extra aandacht behoeven, voeding etc.  De psychiatrie is dus niet een standaard startpunt.

Dorien Kok

Een overzicht van alle blog berichten is hier te vinden.

School hoogbegaafde kinderen in nood

Afgelopen donderdag was er in de uitzending van Hart van Nederland bij SBS 6 een reportage te zien over de Leonardo school Eemland in Amersfoort.
Aan het woord kwamen Csilla en haar zoon Attila, Marjon en haar zoon Tico en Paul Kuipers, de directeur van de school.

Op de Leonardo school in Amersfoort wordt sinds maart dit jaar fulltime passend onderwijs gegeven aan hoogbegaafde kinderen. De vol enthousiasme gestarte school is een groot succes. Waar er voor de start bij deze kinderen sprake was van boosheid, gefrustreerdheid en probleemgedrag in verband met school, hebben we het nu over compleet andere kinderen: kinderen die blij zijn met de uitdaging en extra vakken die ze op school krijgen. Kinderen die vrolijk thuis komen. Binnen 2 weken na de start in januari, lees hier over het openingsfeest, gaven ouders op een bijeenkomst aan dat ze eindelijk gelukkige kinderen hebben die goed in hun vel zitten.

Moeilijk te begrijpen is dan het nieuws dat het financiële plaatje niet dekkend te krijgen is. De geplande uitbreiding van 2 naar 3 groepen gaan niet door, ondanks dat vele nieuwe ouders met hun kinderen in de startblokken klaar staan.

Om Leonardo scholen financieel op weg te helpen wonen deze bij gewone scholen in.
Dit geeft de garantie op de reguliere overheidsbijdrage voor de leerlingen. Leonardo onderwijs is, omdat het speciaal onderwijs, echter duurder dan het reguliere onderwijs.

Er moet dus geld bij, net zoals bij speciaal onderwijs aan de minderbegaafde kinderen – het spiegelbeeld van Leonardo onderwijs, voor wie dit standaard is geregeld. De overheid heeft tot nu echter niet de aparte status van Leonardo onderwijs erkent.

Hoogbegaafdheid is volgens de overheid een kans, helaas ziet de praktijk dit anders: 50 tot 80% van de hoogbegaafde kinderen is niet gelukkig op de huidige school, met soms vergaande gevolgen. Daarbij rondt maar 16% van deze kinderen een universitaire studie succesvol af. Dat betekent dat 84% afhaakt!

We moeten dus af van idee dat hoogbegaafdheid een luxeprobleem is. Met de woorden van Paul Kuipers: “Dit zijn ernstige zorgkinderen, ze hebben aparte begeleiding nodig.”

In Zoetermeer is de situatie net zo ernstig als in Amersfoort: schoolbestuur Unicoz geeft aan dat er een duidelijk draagvlak is voor het Leonardo onderwijs. Echter geen geld. Deze onderwijsvorm blijft voorlopig op de Floriant bestaan, er worden alleen geen nieuwe leerlingen aangenomen.

Ouders van de Leonardo in Zoetermeer hebben zich via een Stichting verenigd om een halt toe te roepen aan het buiten de boot vallen van hoogbegaafde kinderen.

Zowel zij, hun kinderen en de leerkrachten zijn zeer tevreden over het Leonardo onderwijs op de Floriant. Iedereen gaat dagelijks met veel plezier naar school.

Leonardo ouders uit heel Nederland hebben samen de landelijke politieke situatie van hoogbegaafde kinderen geïnventariseerd. Via vooral de VVD en GroenLinks liggen er begrip en goede voornemens op tafel. Echter, de Leonardo scholen kunnen niet eindeloos wachten tot de politiek er een keer aan toe is om aan deze groep kinderen te denken. De houding van de PVDA ten aanzien van deze kinderen biedt daarbij ook weinig hoop.

In Huizen, waar de Leonardo school in augustus start, heeft de lokale politiek het wel begrepen. De plaatselijke wethouder van onderwijs, Liesbet Tijhaar, geeft duidelijk aan dat er sprake is van een achterstand in de onderwijs onderwikkeling voor deze kinderen. De Gemeente heeft al een geldelijke toezegging gedaan om die achterstand weg te werken. Dit bedrag is niet kostendekkend, maar biedt wel hoop voor Huizen.

Nu nog hoop voor de andere Leonardo scholen.

Bekijk de uitzending hier:

Dorien Kok

Een overzicht van alle blog berichten is hier te vinden.

Nederlandse talenten: wel de start, maar niet de finish.

Om in het hoger onderwijs terecht te komen moet je eerst langs start: de basisschool. Daarna het Voortgezet Onderwijs.

Uit onderzoek is gebleken dat maar 16% van de Nederlandse talenten de finish haalt, oftewel een universitaire opleiding succesvol afsluit.
De rest haakt vroegtijdig af, in verband met ons huidige onderwijssysteem, dat niet gericht is op onderwijs aan getalenteerde en hoogbegaafde kinderen.

Dat er een link ligt met het huidige onderwijssysteem is denk ik wel bewezen door onderzoeken voor het basisonderwijs zoals van het AOB – 80% van de leerkrachten herkent een hoogbegaafd kind niet en een zelfde aantal leerkrachten weet niet wat het hoogbegaafde kind nodig heeft (2008)- en het recente gepubliceerde onderzoek van CNV Onderwijs over labelkinderen.

Het logisch gevolg van dat de overheid geen passend onderwijs biedt aan hoogbegaafden in Nederland is het ontstaan van de Leonardo scholen, voor basis onderwijs en voortgezet onderwijs (VO). Deze scholen bieden het spiegelbeeld aan onderwijs dat gegeven wordt aan kinderen die minderbegaafd zijn, oftewel het speciaal onderwijs.

Het gaat niet alleen om de technische mogelijkheden. Waar het ook om gaat is de inhoud, die er voor moet zorgen dat de student de VO opleiding zo passend ervaart dat hij of zij niet afglijdt van het VWO naar misschien wel de VMBO. Dat deze niet afhaakt omdat de manier van lesgeven niet hoort bij de manier van leren. Dat de studie een uitdaging is en de student niet 50% van de tijd niets te doen heeft, niet gemotiveerd en gestimuleerd wordt.

Er is sprake van groei op dit gebied, zoals door de Leonardo Colleges en de geplande 24 begaafdheidsprofiel scholen van de overheid zelf.

Deze andere manier van denken en doen voor getalenteerde leerlingen moet toch ook in het reguliere onderwijs opgepakt kunnen worden? We kunnen immers niet met zijn allen naar de Leonardo Colleges en de begaafdheidsprofiel scholen. Ze zijn ook niet overal voorhanden. Daarbij heeft elke Leonardo school een vast financieel tekort omdat passend onderwijs gewoon duurder is. Nu zijn het vaak de ouders die geld moeten regelen, via sponsoring of uit eigen portemonnee.

Op papier hebben we 4 onderwijsmodellen voor getalenteerde kinderen in het reguliere Voortgezet onderwijs: compacten en verrijken, individuele leerstoflijnen, VWO Plus programma’s en het Draaideurenmodel. In de praktijk hebben we een duidelijk gemis aan expertise, wil en inzet. Dit is echt specialistenwerk, daar moet je in investeren.

Leuke voorbeelden? Afdelingsleiders voor de brugklas die zeggen dat je met een IQ van 129 niet hoogbegaafd bent en daarom geen onderwijsaanpassingen nodig hebt en niet naar het VWO+ kan. Of een school die stopt met begaafdheidsprofiel school zijn omdat de leerkrachten geen zin hebben in extra’s voor leerlingen die er naar hun mening toch wel vanzelf komen, ze hebben toch talent? Oftewel: mensen die specialistisch werk moeten doen, maar absoluut geen specialist zijn op dit gebied.

Kijk daarom ook eens naar de onderwijspraktijk in de klassen, waar de werkelijke invulling van het stimuleren van talenten plaatsvindt. En kijk eens naar de vorming, oftewel de opleiding van de leerkrachten. Zij bepalen immers de praktijk.

Misschien kan voormalig landbouwminister Cees Veerman dit oppikken, nu hij is klaar is met de Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel.

Dorien Kok

Een overzicht van alle bog berichten is hier te vinden.

PVDA: “hoogbegaafde kinderen kosten klauwen vol geld.”

Ouders van hoogbegaafde kinderen hebben samen online onderzoek gedaan naar de politieke positie van hun kind in het onderwijs.

Een inventarisatie van de meningen van politieke partijen over onderwijs aan hoogbegaafde kinderen en specifiek over Leonardo scholen levert een duidelijk plaatje op over hoe de mening van de partijen daarover is.

Ter verduidelijking: Leonardo scholen, een snelgroeiende concept en succesvolle onderwijsformule, bieden hoogbegaafde kinderen op de basisschool en in het voortgezet onderwijs fulltime passend onderwijs, aangeboden op de manier die bij hun past: top down. Het normale schoolprogramma wordt zo samengevat (“compacten”) dat er ruimte is voor heel veel extra vakken. Wat in 2007 begon met één school in Venlo is gegroeid naar het komend schooljaar 80 scholen in heel Nederland. Het einddoel is landelijke dekking.

De Leonardo scholen, of beter gezegd afdelingen, wonen in bij een reguliere school.

Meest opvallend is de mening van de PVDA, die hun campagne voert onder de leus: “Iedereen telt mee.” Met de woorden van de PVDA leider Job Cohen: “Ik wil ons land sterker en fatsoenlijker maken, een land waarin iedereen meedoet en meetelt.”

Helaas hebben we na dit onderzoek moeten concluderen dat bij de PVDA niet echt iedereen meetelt, bijvoorbeeld het hoogbegaafde kind.

Het begint nog hoopvol: een PVDA beleidsmedewerker onderwijs van de Tweede Kamerfractie van de PvdA gaf aan dat ons onderwijs teveel is afgestemd op het gemiddelde kind. Het doet daarom vaak geen recht aan zowel zwakbegaafde als hoogbegaafde leerlingen. De PVDA staat naar zeggen sympathiek tegenover de Leonardo Stichting omdat het de problematiek rond het onderwijs voor hoogbegaafden onder de aandacht brengt.

Daar zit echter een grote maar aan. Citaat: “het zou echter klauwenvol geld kosten om zelfstandige schooltjes met kleine klasjes voor hoogbegaafden op te richten en in alle eerlijkheid moeten we zeggen dat de PVDA, ondanks dat juist de PVDA wil investeren in het onderwijs, zoiets niet kan waarmaken. Dat zou ook in strijd zijn met de PVDA gedachte: “Samen waar het kan, apart waar het moet”. De PVDA ziet het in dit verband eerder zitten om reguliere basisscholen ook passend onderwijs voor hoogbegaafden te laten bieden. Dat kan dan betekenen dat sommige vakken samen en andere vakken apart worden aangeboden.”

Daarnaast is de Leonardo Stichting volgens de PVDA natuurlijk een heel waardevol initiatief als bron van expertise voor de reguliere scholen.

In het eerste stukje blijkt al dat de PVDA eigenlijk niet eens weet wat Leonardo onderwijs is. Zoals eerder gezegd zijn Leonardo scholen geen kleine zelfstandige schooltjes, de Leonardo afdelingen wonen bij een reguliere school in. Kinderen kunnen op schoolpleinen mixen en spelen met elkaar. 
Alleen in de klas moet het gescheiden zijn omdat een hoogbegaafd kind lesstof op een andere wijze moet aangeboden krijgen (topdown) om dat te kunnen opnemen en dat sluit niet aan met regulier onderwijs. De kloof met leeftijdsgenoten kan ook erg groot zijn.

Sharon Dijksma, PVDA staatssecretaris van Onderwijs in het kabinet Balkenende IV, heeft een hele duidelijke mening over het Leonardo onderwijs. In gewoon Hollands vertaald zegt ze in een brief aan een ouder: ouders moeten niet denken dat hun kinderen bijzonder genoeg zijn voor speciaal onderwijs. Plusklasjes zijn meer dan genoeg… Bovendien was er al door de overheid geïnvesteerd in hoogbegaafdheid middels de steun aan een onderzoek in Nijmegen met betrekking tot de doeltreffendheid van Leonardo onderwijs. Waarop je dan denkt: wat valt er nog te onderzoeken als de scholen zich door geldgebrek niet staande kunnen houden? En die Plusklasjes, die eigenlijk bedoelt zijn voor meerbegaafde kinderen, die worden toch meestal particulier door de ouders zelf betaald?

Ik denk dat de PVDA de bedoeling van het Leonardo onderwijs nog niet heeft begrepen als ik een nee hoor, terwijl het PVDA onderwijsmotto “Samen waar het kan, apart waar het moet” is.
Ik verwijs de PVDA graag naar: “Waarom speciaal onderwijs voor hoogbegaafde kinderen”

De PVDA meent ook dat “de Leonardo Stichting natuurlijk een heel waardevol initiatief is als bron van expertise voor de reguliere scholen”.
Erg cru dat de expertise voor alle scholen in Nederland in de praktijk betaald wordt door sponsoren die gevonden zijn door de ouders van de hoogbegaafde kinderen op de Leonardo school en ook door die ouders zelf.
Wat nog geen zekere toekomst heeft trouwens gezien het artikel in de Trouw van 22 mei jongstleden “Scholen voor bollebozen in geldnood”.

Het betalen van expertise in scholen lijkt me eerder een punt van de overheid. Dat gebeurt voor andere kinderen immers ook via Regionale Expertise Centra (REC). Bijvoorbeeld REC-4, waar ook veel ouders van hoogbegaafde kinderen aanbellen in verband met gedragsproblemen bij hun kinderen, gedragsproblemen die hoogbegaafde kinderen kunnen ontwikkelen ten gevolge van niet passend onderwijs. Er zitten ook hoogbegaafde kinderen in het speciaal onderwijs die er niet thuis horen omdat ze alleen maar hoogbegaafd zijn en het niet meer trokken dat ze letterlijk de helft van de schooltijd niets te doen hebben of leerstof krijgen die ze al jaren beheersen.

Er is een grens aan wat haalbaar is voor een school en een leerkracht. Daarom bestaan er door de overheid volledig gesteunde speciaal onderwijsscholen voor minderbegaafde kinderen. Dat 80% van de leraren het ook niet weten voor een hoogbegaafd kind is ook uit onderzoek gebleken.

Leonardo onderwijs is het tegenovergestelde van het onderwijs voor minderbegaafde kinderen en verdient daarom het zelfde respect als het onderwijs van die kinderen. De betaling van dit onderwijs kan daarom ook op dezelfde wijze gebeuren.

Ik raad de PVDA aan zich eens bij te lezen over dit onderwerp.

Welke partijen hebben wel aandacht voor het hoogbegaafde kind en het Leonardo onderwijs?

De SP vind Leonardo en plusklassen prima, maar zou liever meer geld hebben naar onderwijs in plaats van overhead en denkt dat Leonardo klassen gevolg zijn van regulier onderwijs dat niet in staat is om aandacht te bieden aan ieder individueel kind. Anders gezegd: het passend onderwijs in Nederland is niet passend. Jasper van Dijk, woordvoerder Onderwijs van de Tweede Kamerfractie: “We 
richten ons op goed onderwijs voor iedereen. We maken circa anderhalf
miljard Euro extra vrij voor onderwijs. Dat geld gaan we stoppen in meer
 docenten, minder werkdruk en groepsverkleining. Uit ons eigen onderzoek
 onder ruim 3000 leerkrachten blijkt dat leerkrachten op zich veel plezier 
in hun vak hebben, maar zich belemmerd voelen door de omstandigheden. Daar
wil de SP aandacht voor: omstandigheden verbeteren, de werkdruk omlaag en
 de klassen verkleinen. Hierdoor komt er ruimte voor aandacht voor elk
 kind.”
Verder: “Passend Onderwijs als idee is prachtig, maar
 door de bezuinigingen zijn de klassen al te groot. Als dan ook nog 
bezuinigd wordt op het Speciaal Onderwijs en kinderen die extra aandacht 
nodig hebben in gewone klassen erbij komen, wordt de druk op leerkrachten
enorm. Leerkrachten maken zich daar grote zorgen over en wij ook. 

Je vraagt zo ook nogal wat van een leerkracht! De praktijk op school, in
 de klas is een andere dan de praktijk die op papier geschetst wordt…’” Zie ook Passend onderwijs past niet.

Goed onderwijs moet er inderdaad zijn voor iedereen. De Leonardo scholen zijn ontstaan omdat er geen aandacht was voor deze kinderen. Ook deze kinderen met een hoog leervermogen hebben het recht om zich in een uitdagende leeromgeving zonder belemmeringen en in hun eigen tempo kunnen ontwikkelen. En de praktijk op de Leonardo scholen bewijst dat deze vorm van onderwijs voor hun passend is. Dit zal het reguliere onderwijs nooit kunnen bieden. Ook niet passend onderwijs voor het minderbegaafde kind.

Van D66 geen mailreactie. D66 zegt op de site: “D66 wil optimale talentontwikkeling en diversiteit in het onderwijs. Ieder individu moet zich op zijn eigen niveau, op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo kunnen ontwikkelen. Mensen hebben verschillende talenten en verschillende capaciteiten. D66 wil startverschillen minimaliseren en talentontwikkeling optimaliseren. Dat vraagt om maatwerk.”
Bedoelen ze dan ook dat ze Leonardo onderwijs als speciaal onderwijs zouden willen aanmerken?

Het CDA heeft het onderwijs aan hoogbegaafden ook op de agenda staan.
Ik citeer: “Het CDA hecht veel waarde aan vormen van passend onderwijs, zowel voor moeilijk lerende kinderen als voor hoogbegaafde kinderen. Op onze kandidatenlijst hebben we iemand staan die de afgelopen jaren speciale aandacht heeft besteed aan passend onderwijs, en dat de komende vier jaar ook weer wil gaan doen. Dit is Kathleen Ferrier. Ze staat op plaats 19.”
De Tweede Kamer fractie van het CDA heeft twee werkbezoeken aan een Leonardo afdeling gebracht. De CDA bezoekers hebben zich openlijk uitgesproken over de financiering van het Leonardo onderwijs, alleen het hoe bleef een vraagteken. Helaas hebben alle kabinetten Balkenende nog niets concreets opgeleverd voor deze kinderen.

GroenLinks antwoord: “Leonardo scholen worden door het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur helaas niet als speciaal onderwijs gezien, omdat er wordt gezegd dat hoogbegaafde leerlingen ook naar reguliere scholen kunnen gaan. Dit vinden wij onacceptabel aangezien veel talent verloren gaat en kinderen in de problemen komen. Wij willen juist dat deze scholen een erkenning krijgen, zodat ze ook gesubsidieerd kunnen worden. Ons standpunt is dan ook dat er geïnvesteerd moet worden in Leonardo scholen.”

De VVD is het meest positief voor het hoogbegaafde kind:
“De VVD is zeker voor deze speciale vorm van fulltime passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. Ons Kamerlid Ineke Dezentje Hamming steunt zelfs de Leonardo Stichting en heeft zich al eens uitgelaten dat het ministerie zou moeten opschieten om het te erkennen, zodat leerlingen die naar zo’n school moeten in aanmerking komen voor leerlingenvervoer. Op haar website kunt u meer informatie lezen. ”
Ineke Dezentje Hamming staat op plaats 14 op de verkiezingslijst bij de VVD.

Er is dus via de laatste genoemde partijen nog hoop voor het hoogbegaafde kind, alleen niet bij de PVDA.

Graag dus zo snel mogelijk om tafel met zijn allen. De ouders zijn er klaar voor!

Dorien KokEen overzicht van alle blog berichten is hier te vinden.

Dag van de Hoogbegaafdheid

Aanstaande zaterdag is het weer zover. Om de woorden van het Matilda Fonds (voorheen Fonds Hoogbegaafdheid) te gebruiken: het is dan dé dag waarop hoogbegaafdheid centraal staat in heel Nederland.

Het is alweer de 8e keer dat de Dag georganiseerd wordt. Met ingang van dit jaar wordt de Dag georganiseerd door Mind in Development, omdat de belangstelling met het jaar groeit.

Deze Dag is draait om het gericht geven van informatie over wat hoogbegaafdheid eigenlijk is en welke aspecten bij hoogbegaafdheid een rol kunnen spelen. Daarbij is het ook een Dag vol activiteiten en interessante zaken voor ‘ervaren’ hoogbegaafden. Een uitgebreid aanbod in workshops, lezingen en andere interessante activiteiten zullen garant staan voor een geslaagde dag. Kortom, een Dag voor iedereen die, vanuit professie of voor zichzelf, iets met hoogbegaafdheid heeft.

De toegangsprijs tot de Dag bedraagt € 7,50 per persoon, inclusief koffie en thee. Hiermee heeft u toegang tot het algemene gedeelte van de Dag, de stands, de kosteloze activiteiten en de geplande activiteiten tijdens de middagpauze. De prijzen voor de deelname aan de workshops en lezingen worden door de professionals zelf vastgesteld. Bekijk het programma op hoogbegaafdheid.net. Het is aan te bevelen zich voor de workshops vast aan te melden. Dat kan via de website.

De Dag van de Hoogbegaafdheid vindt plaats op zaterdag 29 mei 2010, locatie: Olympus College – Olympus 11 te Arnhem. Van 10.00 uur (koffie en thee vanaf 9.15 uur) tot 17.00 uur bent u van harte welkom.

Vergeet u niet het Bart Simpson T-shirt?

Dorien Kok
http://www.I-CARUS.info

Bart Simpson actie van een hoogbegaafd kind

Ken je Bart Simpson? Hij is een “ Underachiever” en hij is er trots op, man!
Nou is niet iedere underachiever, of onderpresteerder op zijn Nederlands, daar trots op.

Ik ken een jongen die van zichzelf weet dat hij een onderpresteerder is en hij heeft het er knap moeilijk mee.

Wat onderpresteren is?
Onderpresteren betekent dat je een prestatie levert die beneden het niveau van je kunnen ligt.
Bij hoogbegaafde kinderen spreekt men van relatief onderpresteren: het kind presteert volgens of boven het gemiddelde van de omgeving maar toch lager dan het niveau waarop het gezien de eigen vaardigheden zou moeten presteren. Omdat men de omgeving niet als referentiepunt kan gebruiken, is deze vorm van onderpresteren moeilijk te herkennen.

Waarom gaat een kind onderpresteren?
-Het kind wil net als ieder ander door de groep leeftijdsgenoten geaccepteerd worden en past zich daarom aan hun normen en gedragingen aan, met kans op afwijzing of verlies van eigen identiteit.
-Het lesaanbod op school ligt beneden het niveau van het hoogbegaafde kind omdat deze is afgestemd op het ontwikkelingsniveau van het normaal begaafde kind.
– Het kind voldoet ruim of net aan de norm van leeftijdsgenoten maar, maar niet aan de eigen norm. Dit levert demotivatie op, vaak met bijkomende vorming van een negatieve spiraal.
– Door onvoldoende uitdaging en begeleiding ontstaan gebrekkige leerstrategieën. Dit geeft aanleiding tot (een gevoel van) falen.

Bij de jongen die ik ken is het lesaanbod op zijn school ver beneden zijn niveau. Zijn ouders zijn al heel vaak in gesprek geweest met school. De ouders weten eigenlijk geen oplossing meer dan van school veranderen. Hij wil eigenlijk niet van school veranderen, omdat hij daar heel veel vrienden heeft. Hij wil gewoon dat school nadenkt over wat hij nodig heeft en ook actie onderneemt die kant op.

Om duidelijk te maken hoe groot het probleem voor hem is hij een eenmansactie begonnen.
Met een T-shirt, een Bart Simpson T-shirt.
Zoveel mogelijk dagen in de week draagt hij dit T-shirt op school. Als stil protest.

Wil je mee doen met zijn protest en ook aandacht voor het onderpresteren vragen?
Het T-shirt is gewoon te koop bij de H&M.

Misschien ook wat voor de Landelijke Dag van de Hoogbegaafdheid, op 29 mei aanstaande?

Daar waar Bart geboren werd, de Verenigde Staten, werd het T-shirt trouwens niet gewaardeerd op veel scholen.

Dorien Kok
http://www.I-CARUS.info

Oproep voor leerkrachten, IB-ers en schooldirecteuren basisonderwijs

In navolging van het AOB onderzoek van 2008 onder leerkrachten doet drs. Nathalie van Kordelaar, orthopedagoog/psychosociaal therapeut, een nieuw onderzoek die verder gaat dan die van 2008.

De uitkomsten van het onderzoek van de AOB, de Algemene Onderwijsbond, waren echt schokkend te noemen: 80% van de leerkrachten herkent een hoogbegaafd kind niet en een zelfde aantal leerkrachten weet niet wat het hoogbegaafde kind nodig heeft.

In dit blog heb ik hier eerder over geschreven: Waarom speciaal onderwijs scholen voor hoogbegaafde kinderen

Het onderzoek van Nathalie van Kordelaar, over de competentiebeleving van leerkrachten in het basisonderwijs tav het bieden van een passend onderwijsaanbod voor hoogbegaafde leerlingen, gaat verder dan het AOB onderzoek uit 2008:

– Hoe competent voelen leerkrachten zich tav het bieden van een passend onderwijsaanbod voor hoogbegaafde leerlingen?
– Is er verschil in competentiebeleving tussen vrouwelijke en mannelijke leerkrachten?
– Is er verschil in competentiebeleving bij verschillende soorten genoten (voor)opleiding(en) bij leerkrachten?
– Is er verschil in competentiebeleving bij leerkrachten die zelf een scholing hebben gehad of leerkrachten die door deskundige collega’s op het gebied van hoogbegaafdheid begeleiding krijgen?
– Maakt het hebben van meerdere jaren onderwijservaring uit in competentiebeleving van leerkrachten?
– Hoe schatten IB-ers en directie de competentie van leerkrachten in? Komt dit overeen met het beeld dat verkregen is vanuit de leerkrachtvragenlijst?
– Waar hebben leerkrachten/scholen behoefte aan wat betreft deskundigheidsbevordering?

Het onderzoek gaat via de Radboud universiteit in Nijmegen.

Hiervoor zijn digitale vragenlijsten gemaakt die anoniem kunnen worden ingevuld. Op basis van de uitkomsten van deze vragenlijsten kan bekeken worden hoe competent leerkrachten zich voelen in hun begeleiding van hoogbegaafde leerlingen en of er behoefte is aan deskundigheidsbevordering. Indien ja, hoe deze er dan het best uit kan komen te zien.

Er zijn twee verschillende vragenlijsten: 1 voor leerkrachten (bestaande uit 17 vragen) en 1 voor directie/intern begeleiders (bestaande uit 20 vragen).

Voor alle functies buiten die van de directie/intern begeleiders is de vragenlijst voor leerkrachten het meest toepasbaar.

Ik zou jullie willen vragen een paar minuten tijd te nemen om de vragenlijst die het best bij jouw functie past in te vullen. Tijdsbestek is maximaal 10 minuten.

De link voor de leerkrachtvragenlijst is: leerkrachten

De link voor de vragenlijst voor directie/intern begeleiders is: directie/intern begeleiders

Stuur de vragenlijst gerust door naar andere collega’s binnen het onderwijsveld. Hoe meer ingevulde vragenlijsten hoe beter!

Namens Nathalie van Kordelaar alvast veel dank voor jullie moeite!

Dorien Kok
http://www.I-CARUS.info

Waarom speciaal onderwijs voor hoogbegaafde kinderen

Passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen is in opkomst: de Leonardo scholen schieten als paddenstoelen uit de grond. Ook komen er steeds meer Plusafdelingen op scholen.

Waarom zou je als ouder voor een aparte school voor je hoogbegaafde kind kiezen? Het onderwijs in Nederland is toch voor iedereen bedoeld? Het heet toch niet voor niets Weer Samen Naar School (WSNS)?

Uit een onderzoek van 2008 van de AOB (Algemene Onderwijs Bond) is gebleken dat 80% van de leerkrachten een hoogbegaafd kind niet herkent en dat een zelfde aantal leerkrachten niet weet wat het hoogbegaafde kind nodig heeft.
Daar moet dus echt iets aan gedaan worden.

Een hoogbegaafd kind kan echter niet wachten op aanpassingen die jaren duren. 50 tot 80% van de hoogbegaafde kinderen zit niet lekker in zijn vel op school (Sociaal Cultureel Planbureau, 2006).

In 2007 is in Nederland de eerste Leonardo school gestart in Venlo. Dit naar het concept van Jan Hendrickx, een onderwijsman in hart en nieren.

Zijn concept was eigenlijk heel simpel: full time passend onderwijs voor het hoogbegaafde kind, aangeboden op de manier waarop hoogbegaafden denken en leren.

Het reguliere schoolprogramma wordt compact, dus in kortere tijd afgehandeld. Dat geeft ruimte voor veel andere vakken.

Een voorbeeld: is het op de gewone basisschool zo dat je het metrieke stelsel over meerdere schooljaren verspreid leert, op de Leonardo school leer je dat in een uur. Het is immers ook tig keer hetzelfde: factor 10 erbij of factor 10 eraf.

Dan hebben we het eigenlijk nog niet gehad over het grootste verschil tussen de gewone basisschool en de Leonardo school: de manier van leren.

In ons land is de leermethode van stapsgewijs iets opbouwen standaard in het onderwijs. Deze kinderen leren echter niet stapsgewijs, maar vanuit het geheel.
Niet beetje bij beetje de materie uitleggen en dan toewerken naar de eindconclusie – zoals bij het net genoemde voorbeeld, maar meer van “Jongens, dit is de eindbedoeling”. Dan kijken of ze het snappen.

Wat er nu in het onderwijs gebeurt, is dat hoogbegaafde kinderen mee moeten in het keurslijf van het Nederlandse onderwijs, dat maar voor 68% van de kinderen bedoeld is.

Van minderbegaafde kinderen verwachten we niet dat ze hier helemaal aan mee doen. Die krijgen een rugzak voor extra hulp als het te moeilijk voor ze is. Redden ze het zelfs niet met een rugzak dan is er in Nederland de mogelijkheid van speciaal onderwijs, zonder extra kosten voor de ouders.

Voor het hoogbegaafde kind, met een spiegelbeeld ontwikkeling ten aanzien van het minderbegaafde kind, zijn er geen standaard voorzieningen. Ouders mogen hopen op inzicht, expertise en inzet van de school. Bovengenoemde AOB onderzoekscijfers geven hier het manco in het systeem aan.

Soms hebben ouders mazzel en is er een Plusklas op school voorhanden. Dan kan het kind een dagdeel in de week wel krijgen wat het nodig heeft. Helaas is dat maar een paar uurtjes in de week. Ouders die geld hebben kunnen eventueel extra hulp buiten school inkopen via een particuliere Plusklas.

Voor een deel van de kinderen kan dit er voor zorgen dat ze het vol houden op de gewone school. Het is echter niet wat ze echt nodig hebben: full time passend onderwijs, oftewel een speciaal onderwijs school.

Het rare in Nederland is dat we er geen seconde aan zouden denken om ouders die een minderbegaafd kind hebben zelf de portemonnee te laten trekken. Het kind kan er toch niets aan doen en iedereen heeft toch recht op passend onderwijs.

Voor een hoogbegaafd kind ligt dit blijkbaar anders.

In tegenstelling tot in vele andere landen is hoogbegaafdheid hier een luxeprobleem. Ouders hebben mazzel met zo’n kind, die komt er vast wel uit zichzelf.

Een ander argument tegen speciaal onderwijs voor hoogbegaafde kinderen is dat het ze isoleert van de maatschappij. Ze zitten de hele dag als nerds bij elkaar en daar worden ze knap wereldvreemd van. De Leonardo afdeling woont echter in bij een gewone school, zodat men wederzijds iets van elkaar kan leren en de kinderen samen op het plein kunnen spelen.

In de praktijk blijken de Leonardo kinderen het heerlijk te vinden om met ontwikkelingsgelijken bij elkaar te zitten. Het gaat daardoor een stuk beter op het schoolplein, en ook daarbuiten. Dit omdat ze lekkerder in hun vel zitten omdat het keurslijf weg is, ze dat krijgen wat nodig is op een bij hun passende manier en ze niet langer de enige in de klas zijn die anders denken en zijn. Voor het eerst vinden ze dingen moeilijk op school.

Wetenschappelijk onderzoek van het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) en het Instituut voor Toegepaste Sociologie (ITS) van de Universiteit van Nijmegen (2005) heeft aangetoond dat het eigenlijk ook anders moet:
“de beste resultaten van onderwijsaanpassingen voor hoogbegaafde leerlingen worden gevonden waar de leerling buiten de reguliere groep werd geplaatst, bijvoorbeeld een plusklas of een aparte klas of school voor hoogbegaafde leerlingen; daar krijgen leerlingen een deel van of de hele week een ander, speciaal op hen toegesneden, onderwijsaanbod”

Ik ben dus voorstander voor speciaal onderwijs scholen voor hoogbegaafde kinderen, net zoals ik voorstander ben van speciaal onderwijs scholen voor minderbegaafde kinderen.

Het is alleen jammer voor het hoogbegaafde kind dat de regering het onderwijs voor het minderbegaafde kind wel volledig vergoedt en dat van hun niet.

Zolang dat niet zo is blijven we hangen in geroep dat het een luxe probleem is.

Dorien Kok
http://www.I-CARUS.info

Vluchten of aanvallen. #faalangst

Zijn hartslag vloog omhoog, je zag de paniek in zijn ogen. Hij kreeg hartkloppingen en voelde zich alsof hij over moest geven. Z’n hoofd knalde er bijna af, had hij het gevoel.
Wat moest hij doen: vluchten of aanvallen.

Klinkt als een stuk uit een spannend jongensboek: de piraten kwamen er aan en hij moest kiezen. Kon hij in zijn eentje tegen 4 piraten op of was het beter om te vluchten.

Dit is echter geen piratenverhaal, dit is een verhaal van Tim – 8 jaar, op school.

Hij heeft continue het idee dat hij de piraten elk moment tegen kan komen. Niet omdat hij teveel fantasie heeft, nee, dat niet. Wil je weten waarom? Omdat hij bang is. Op school.

Waarvoor is hij dan bang?
Bang omdat hij nog nooit iets moeilijk heeft gevonden en nog nooit gefaald heeft.

Waar hebben we het dan over? Over faalangst.
Faalangst is een echte angst: het lichaam verkrampt. Er wordt extra adrenaline aangemaakt in je lichaam uit het gevoel van angst, die om een vlucht of aanval reactie vraagt. De adrenaline zorgt voor een versnelde hartslag en een verhoogde bloeddruk. Dit kan lichamelijke klachten geven, variërend van hartkloppingen, darmklachten, hoofdpijn, tot aan een black-out aan toe.

Hoe komt Tim al zo jong aan faalangst, hij is immers pas 8 jaar.
Eigenlijk is dat heel logisch. In zijn jonge leven had Tim weinig faalmomenten, hij had geen fouten om van te leren. Hij had daardoor ook niet geleerd dat fouten maken mag en dat je daar van leert.

Hoe kan dat?
Tim zijn ontwikkeling ging heel snel, en heel erg goed. Met 1 jaar en 7 maanden wist hij al alle automerken uit zijn hoofd. Lezen kon hij al met 3 jaar.

Omdat hij weinig faalmomenten kende heeft hij de lat voor zichzelf hoog kunnen leggen. Hij was immers gewend foutloos te werken. Tegenslag daarentegen, daarmee was hij niet bekend.
Omdat Tim dit niet gewend was leerde hij aan het gevoel dat dit teweeg bracht te vermijden, met als uiteindelijke opbrengst de ontwikkeling van faalangst.

Deze angst kan ook voortkomen uit angst om afwijzing, doordat je je anders voelt of anders gedraagt dan de rest. Of wanneer blijkt dat je niet zo goed kan voetballen of fietsen als de rest van de jongens uit je klas.

Normaal gesproken is faalangst een positief iets, het kan je ver brengen. Het is dan een drive om beter je best te doen. Je wacht bijvoorbeeld tot het laatst moment om een werkstuk te maken, omdat je veel beter werkt onder de kick van adrenaline, die dan een positieve angst oplevert.
Dit kan ook negatief eindigen doordat er een tijdsprobleem ontstaat, wat een blokkade bij jezelf op kan leveren. Dan zit je plots met een negatieve faalangst.

Als de angst voor de gevolgen als realistisch worden ervaren of ook realistisch is wordt deze angst versterkt.

Voor Tim zijn de leerkracht en ouders op zoek gegaan naar de reden van de faalangst. Die bleek dus voor te komen uit zijn begaafdheid.

Tim heeft nooit geleerd om hulp te vragen, dat was immers niet nodig. School was vanaf het begin makkelijk. Hij werd ook niet uitgedaagd op school. Toen het leermateriaal uiteindelijk verder ging dan zijn niveau en ook nieuw was voor hem wist Tim niet wat hij moest doen, wel of geen hulp vragen. Of was hij eigenlijk wel zo slim als men dacht. Tim blokkeerde dus.

Tot nu toe had hij alles in school ook makkelijk opgepikt. Leerstrategieën had hij niet nodig gehad. Hij heeft dus niet geleerd hoe hij moet leren. Dat kan dus een probleem zijn als er nieuw leermateriaal wordt aangeboden. Tim voelde zich hierdoor een mislukking, hij kon immers niet leveren wat hij altijd geleverd had. Hij kreeg een gevoel van falen, het beeld dat hij van zichzelf had klopte niet meer. Het beeld dat zijn omgeving op hem had ook niet meer. Tim besloot daarop om niet meer te investeren in school, uit angst.

Tim kreeg dus een laag zelfbeeld en trok zich terug in zichzelf. Zijn gedrag werd automatisch hulpeloos. Omdat hij geen respons kreeg op zijn hulpvraag trok hij zichzelf terug in verdrietig en apathisch gedrag.

Het gedrag van Tim viel op en er werd naar gehandeld. Tim had daarbij wel mazzel, zijn gedrag werd door de leerkracht en ouders gezien voor wat het was: faalangst. Er werd daarbij geconstateerd dat Tim hoogbegaafd is.

Het gedrag van Tim is één van de mogelijke gedragspatronen die kunnen ontstaan bij faalangstige kinderen. In totaal zijn er 6 gedragspatronen te onderscheiden:

De vrager
Deze kinderen roepen begrip op bij volwassenen, ze zijn goed in het aangeven van hun faalangst. Ze vragen heel vaak om hulp.

De agressor
Dit gedrag ontstaat omdat het kind de faalangst wil verbergen voor de buitenwereld. Ze gaan hierin zelfs zover dat ze liever straf krijgen dan dat een ander ziet dat ze angstig zijn. Het kind is brutaal en agressief.

De clown
De faalangst wordt verborgen onder clownesk en druk gedrag. Ze hebben liever dat de omgeving hun als vervelend ervaart dan dat ze de faalangst laten zien. Het kind overschreeuwt zijn angst.

De ander
Het kind wil vooral aardig gevonden worden en positief beoordeeld worden. Dit betekend dat ze zich gaan aanpassen aan wat de omgeving als wenselijk ziet, met eventueel verlies van eigen identiteit. Het volhouden van een andere identiteit en het verlies van de eigen identiteit levert veel verdriet op en kost veel energie.

De muur
Het kind is stil en teruggetrokken. De faalangst is moeilijk te herkennen. Het kind wil niet praten over de angst en laat niet blijken hoe het gaat.

De mindere
Deze kinderen hebben en laag zelfbeeld en hebben het hulpeloze gedrag ingebouwd in hun systeem. Geen directe respons krijgen betekend dat het kind zich terugtrekt in verdrietig en apathisch gedrag.

Als je deze 6 gedragspatronen ziet kun je je vast wel voorstellen dat als het faalangstkwartje niet valt, het best kan gebeuren dat een kind daarvoor in de plaats het etiket autisme of ADHD krijgt.

Men is begonnen met Tim inzicht te geven in zijn manier van leren en denken. Gewerkt aan zijn zelfvertrouwen. Samen kijken naar wat er fout is gegaan en van daar uit een nieuwe aanpak initiëren. Ze zijn aan de slag gegaan om Tim leerstrategieën aan te leren. Evalueren: waarom ging iets fout – niet goed geleerd , niet op de juiste manier geleerd of te weinig geleerd. Te weinig geïnformeerd en daardoor een te kleine basis hebben om vanuit te werken. De leerkracht is Tim ook meer gaan begeleiden, ook bij het leren leren. Er werd een eigen groeilijn voor Tim gemaakt, waardoor zijn resultaten zichtbaar voor hem waren, zonder verdere vergelijk met de rest van de klas.

Teamwork van Tim, de leerkracht en de ouders heeft een heel andere Tim opgeleverd, de echte Tim.

Dorien kok
http://www.I-CARUS.info