Tagarchief: Suzanne Koenen

Waarom het zo belangrijk is om baby’s regelmatig op hun buik te leggen.

Valt uw kind snel? Is het erg beweeglijk, kan het zich slecht concentreren? Dit zijn enkele symptomen die kinderen hebben als ze bij kinderfysiotherapie, maar ook steeds vaker bij de osteopaat, komen. Ook slecht slapen, erg teruggetrokken of juist erg druk zijn – met name aan het eind van de dag, komt veel voor.

Deze symptomen kunnen er op duiden dat uw kind problemen heeft met de sensomotorische integratie. Vaak kunnen deze kinderen moeilijk zelf spelen maar zijn ze niet los te rukken van de computer. De sensomotorische problemen uiten zich met name in de klassensituatie.

Maar wat heeft dit te maken met het op de buik leggen van baby’s?

Vanwege de richtlijn preventie wiegendood worden baby’s als ze slapen op de rug gelegd. In de SI 1eerste maanden van hun leven liggen baby’s praktisch niet meer op hun buik. Dit blog is een pleidooi om baby’s, onder toezicht, tussen de slaapjes door toch zo veel mogelijk op de buik te neer te leggen.
Vanuit buiklig de wereld waarnemen en beleven is een essentiële stap in de algehele ontwikkeling van een kind.

Er zijn verschillende manieren om baby’s veilig op hun buik neer te leggen. Op de buik bij papa of mama of met behulp van een rol of voedingskussen. Op schoot is ook een mogelijkheid. De verschillende plaatjes in dit blog laten dit zien. Ook op de buik spelen in de box of op de buik in de wandelwagen tijdens het wandelen.

Allereerst: “Wat is sensorische integratie?”
Sensomotorische integratie is het integreren (samenvoegen) van de zintuigprikkels in de motoriek. We nemen de SI 2 wereld om ons heen waar door middel van onze zintuigen, ons zicht, gehoor, reuk, smaak en onze tastzin. Waarneming via onze zintuigen zet ons (meestal) aan om iets te ondernemen. Het goed kunnen waarnemen, verwerken en integreren van alle prikkels is cruciaal in de (motorische) ontwikkeling van het kind.

Waarom buiklig?
Door het kindje in buiklig neer te leggen wordt het hoofd opgericht. Door het hoofd op te tillen wordt een steunpunt gevormd via het borstbeen met de onderlaag. Vanuit dit steunpunt is het kindje in staat het hoofd en de ogen te draaien om de omgeving waar te nemen.
Door interactie met de omgeving, via de zintuigen, ontwikkelt zich de bewuste motoriek. Informatie vanuit de tast- en evenwichtssystemen kunnen integreren in het lichaam, de sensorische integratie.

Later in de ontwikkeling zal dit steunpunt zich richting het bekken verplaatsen voor de ontwikkeling van de rompbalans, het draaien, zitten, kruipen en uiteindelijk het lopen.

Wanneer de integratie niet goed verloopt.
Kinderen die niet voldoende op de buik hebben gelegen kunnen het moeilijk vinden het steunpunt te SI 3 verleggen van het borstbeen naar het bekken. Daardoor blijven zij te veel bewegen vanuit borstbeen en blijven de prikkels en de prikkelverwerking daar steken. De hele sensorische integratie en verwerking van het tast- en evenwichtssysteem stokt omdat er niet vanuit het bekken wordt bewogen.

Er zijn verschillende mogelijkheden om de integratie te bewerkstelligen:

Bij kinderfysiotherapie is de behandeling erop gericht de motorische ontwikkelingsmogelijkheden van
het kind te vergroten. Het doel is dat het kind beter functioneert in zijn fysieke en sociale omgeving. Bij praktijk “Het Rendier” wordt er werk van gemaakt om doelgericht, functioneel maar vooral ook op een leuke en speelse manier te werken.

Een osteopathische behandeling is erop gericht de dynamiek van het lichaam te herstellen, waardoor de doorbloeding verbetert. Afvalstoffen worden beter afgevoerd en weefsel wordt vitaler. Daarnaast verloopt de prikkelverwerking in de hersenen beter bij vitaler bindweefsel. Dit betekent dat processen makkelijker verlopen en nieuwe vaardigheden beter aangeleerd kunnen worden.

TIPS:
Doe fysieke spelletjes (draaiing) tijdens het verschonen. Draag het kind rechtop in plaats van steeds de maxi-cosi te pakken. Leer je kind vanuit het bekken te bewegen.

Dit blog is tot stand gekomen in samenwerking met Mieke Bindels, kinderfysiotherapeut bij praktijk
het Rendier (www.hetrendier.nl) en Suzanne Koenen, Osteopaat bij Osteopathie Huizen (www.osteopathiehuizen.nl).

Dorien Kok
http://I-CARUS.info

Met borstvoeding geen beugelbekkie…

Gastblog van Suzanne Koenen, osteopaat.

Suzanne Koenen

Suzanne Koenen

Naast alle ruimschoots bekende voordelen van borstvoeding, heeft borstvoeding ook een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het kaakgewricht en het hele aangezicht.

Zodra de baby aan de borst drinkt, neemt het de tepel volledig in de mond, evenals een deel van de tepelhof. De tepel wordt naar binnen gezogen en ligt praktisch in de keelholte. Om de melk uit de borstklieren te krijgen, wordt de onderkaak naar voren bewogen en  de tong voor in de mond tegen het gehemelte geduwd. De onderkaak wordt naar achteren getrokken en de tong maakt dan een trekkende beweging naar achteren toe. De melk komt zo bijna direct in de slokdarm terecht. Vervolgens wordt dit herhaald.
De bewegingen van de onderkaak hebben een belangrijke invloed op de ontwikkeling van het kaakgewricht en de vorming van de boven- en onderkaak met de betreffende motoriek (eten, drinken, praten).
Door de druk van de tong tegen het gehemelte wordt de bovenkaak breder. Het gebruik van de tong en de kaakspieren ondersteunt de ontwikkeling van de onderkaak. Dit heeft een positief effect op de groei van het melkgebit en geeft ruimte voor later het volwassen gebit.

Daar en tegen ligt de speen van de fles voor in de mond tegen het gehemelte. De druk van de tong is dus alleen aan de voorkant van het gehemelte en niet over de gehele breedte en diepte.  Het gehemelte blijft relatief smaller en er is minder ruimte voor de zich ontwikkelende neusholte, sinussen en de oogkassen. Daarbij komt nog dat de onderkaak minder beweegt en het kaakgewricht dus minder gestimuleerd wordt.

Het geven van borstvoeding draagt dus bij aan het optimaliseren van de functionaliteit van het kaakgewricht. Dit verkleint de kans op een beugel in de toekomst. Daarnaast geeft deze ontwikkeling van de kaken meer ruimte voor de groei van de neusholte, keelholte en de oogkassen met de daarin nog te ontwikkelen sinussen (holten). Dit geeft nog een drietal indirecte voordelen:

1. De buis van eustachius ligt bij baby’s nog bijna horizontaal, waardoor de kans op middenoorontstekingen vrij groot is. De bewegingen van de onderkaak bij het  drinken aan de borst verbetert de drainage van het middenoor, waardoor de kans  op ontstekingen afneemt. (Door de ontwikkeling van het gezicht tussen het 2de en 7delevensjaar, komt de buis van eustachius verticaler te liggen, waardoor de  kans op middenoorontstekingen beduidend vermindert.)

2. Doordat de sinussen beter ontwikkeld zijn, vindt er een betere ventilatie van de ingeademde lucht plaats en kan het immuunsysteem optimaal worden ingezet, waardoor luchtweginfecties beter worden bestreden.

3. De motoriek van de borstvoeding geeft ook een positieve impuls aan de  ontwikkeling van de oogkassen en de oogbol en dus de functie van de ogen. De  grootte van de oogkassen van een baby zijn ongeveer 6 cm3  en bij volwassen is  dit 30cm.

Dit gezegd hebbende, wil ik daar nog wel aan toevoegen dat het geven van borstvoeding niet ten koste van alles moet gaan. Als je het geprobeerd hebt en het wil niet lukken om wat voor reden dan ook (ik hoop dat je hierin wel voldoende steun hebt gehad/ gezocht), voel je niet schuldig! Met flesvoeding wordt jouw baby ook groot. Het belangrijkste is dat jullie je allebei goed voelen en dat je kunt genieten van deze mooie (maar soms ook zware)

Suzanne Koenen
http://SuzanneKoenen.nl