Tagarchief: speciaal onderwijs

Verwijzing naar speciaal onderwijs

Volgens artikel 24 van het VN-gehandicaptenverdrag mogen leerlingen niet vanwege hun beperking worden „uitgesloten van het algemene onderwijssysteem”. 

De Verenigde Naties: “dit betekent dat landen er geen regulier en speciaal systeem op mogen nahouden.” Landen mogen inclusief onderwijs geleidelijk invoeren, een termijn noemt het verdrag niet.

Volgens de Wet gelijke behandeling zijn scholen al jaren verplicht leerlingen met een beperking toe te laten, tenzij zij hiervoor aanpassingen moeten doen die „onevenredig belastend” zijn.

Nederland heeft in 2014 de Wet Passend onderwijs ingevoerd.  Met Passend onderwijs wil de overheid bereiken dat:

  • alle kinderen een passende plek in het onderwijs krijgen;
  • een kind naar een gewone school gaat als dat kan;
  • een kind naar het speciaal onderwijs gaat als intensieve begeleiding nodig is;
  • scholen de mogelijkheden hebben voor ondersteuning op maat;
  • de mogelijkheden en de onderwijsbehoefte van het kind bepalend zijn, niet de beperkingen;
  • kinderen niet meer langdurig thuis komen te zitten.

Op 12 april 2016 is het Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (VRPH) aangenomen in de Eerste Kamer, met startdatum juli 2016.  In dit verdrag wordt nadrukkelijk verwacht van landen dat ze streven naar een inclusieve samenleving, en dus ook inclusief onderwijs.

Het ministerie van OCW vult het streven naar inclusief onderwijs in vanuit Passend onderwijs. Passend onderwijs is echter niet hetzelfde als inclusief onderwijs, het systeem van speciaal onderwijs blijft bestaan. Dit betekent dat verwijzing naar het speciaal onderwijs nog steeds gebeurt in Nederland. Lees hier meer over het verschil tussen Inclusief onderwijs en Passend onderwijs.

Scholen moeten vanuit het Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap  toegankelijker gemaakt worden voor kinderen met een beperking. De overheid moet niet alleen streven naar onderwijs waar kinderen met én zonder beperking samen kunnen leren, werken en spelen, ze moet ook actief acteren en sturen op maatwerk in de klas  en inclusief onderwijs op school. Alleen zo kunnen we stigmatisering van leerlingen met een beperking stoppen.

Meer informatie over het VN verdrag vindt u bij Ieder(in).
Meer informatie over inclusief onderwijs vindt u bij In1School.

Huidige procedure Rijksoverheid – verwijzing naar speciaal onderwijs

Toelating leerling tot het speciaal onderwijs

kinderen‘Het speciaal onderwijs is er voor leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat zij een handicap of stoornis hebben. Uw kind moet toestemming krijgen om speciaal onderwijs te volgen. Dit is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV). Voor slechtziende, blinde, slechthorende of dove kinderen gelden andere toelatingsregels.’

Toelaatbaarheidsverklaring

‘Deze verklaring is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. De school voor speciaal onderwijs vraagt de toelaatbaarheidsverklaring aan bij het samenwerkingsverband. Een samenwerkingsverband bestaat uit een samenwerking tussen gewone scholen en scholen uit het speciaal onderwijs uit een bepaalde regio.’

Toelating slechtziende, blinde, slechthorende, dove kinderen

‘Is uw kind slechtziend of blind? Of slechthorend of doof? Dan onderzoekt de Commissie voor Onderzoek van de school of uw kind speciaal onderwijs mag volgen. In deze commissie zitten onder andere een leerkracht, spraaktaaldeskundige en een maatschappelijk werker.’

Waarom de aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring? 

  • omdat de leerling meer nodig heeft dan de basisondersteuning biedt
  • omdat de extra hulp niet in de gewone school gegeven kan worden
  • omdat de extra hulp niet genoeg effect heeft
  • een toelaatbaarheidsverklaring wettelijk nodig is voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs (SBO) en speciaal onderwijs (SO)

TLV-commissie

Vragen waarop de TLV-commissie graag een antwoord wil hebben om kinderen in aanmerking te laten komen voor een toelaatbaarheidsverklaring.
1. Wat zijn de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van deze leerling?
2. Wat heeft de school er aan gedaan om hieraan tegemoet te komen?
3. Welke interventies waren succesvol en waarom?
4. Wat is er niet gelukt en waarom niet?
5. Als er onderzoek heeft plaatsgevonden (intern of extern) wat is er dan gedaan met de resultaten van de onderzoeken en wat was daarvan het effect.
6. Is er een verslag van de bijeenkomst waarin besloten is tot aanvraag van de TLV en welke deskundigen zijn betrokken geweest bij die afweging? Voeg dit verslag toe.
7. Wat is de visie van de ouders?
8. Waarom denk je dat deze leerling (nog steeds) is aangewezen op speciaal (basis) onderwijs?
9. Welke andere vormen van onderwijs zijn overwogen? Wat waren de argumenten voor en/of tegen deze vormen van onderwijs?

In een dossier moeten altijd de meest recente onderzoeksverslagen en leervorderingen worden toevoegen! Het dossier moet in zijn geheel als één PDF bestand aangeleverd worden. Lees hier meer over de toelaatbaarheidsverklaring.

Niet eens met de verwijzing naar speciaal onderwijs

Ouders kunnen in de huidige situatie bij geschillen over toelating en verwijdering bezwaar maken bij de school en vervolgens beroep aantekenen bij de rechter. Tevens bestaat de mogelijkheid om de Commissie gelijke behandeling in te schakelen. Gebleken is echter dat er behoefte bestaat aan een aanvullende voorziening, waarbij het ouders vrij staat om hiervan wel of niet gebruik te maken.

In het amendement 91 op de Wet Passend onderwijs wordt deze aanvullende voorziening geregeld. Er is  één landelijke geschillencommissie (voor po, (v)so en vo gezamenlijk) die oordeelt in geschillen over (de weigering van) toelating van leerlingen die extra ondersteuning behoeven en de verwijdering van leerlingen alsmede over het ontwikkelingsperspectief.

Geschillencommissie passend onderwijs (GPO) 

Lees ook: – Wet- en regelgeving rondom ouderschap en onderwijs                  

                  – Als je er niet uit komt met school

Dorien Kok
http://I-CARUS.info

Bronnen: Samenwerkingsverband Waterland Primair onderwijs & Amstelronde Passend Onderwijs

 

Mijn blog

In mijn blog vertel ik over oa onderwijs, hoogbegaafdheid, ADHD, ADD, autisme, dyslexie, beelddenken, fixatie disparatie, Leonardo en ander (voltijds) HB onderwijs en Ik leer anders. Soms incidenteel ook over een ander onderwerpen.

Hoe vind ik een blog?

– Voor alle blogberichten: scroll naar beneden

– Voor een specifieke blog: selecteer een titel in onderstaande lijst.

– Klik rechtsboven op Categorie en maak een keuze naar onderwerp.

– Vul rechtsboven bij Zoeken een zoekterm in zoals titel of onderwerp.

De nieuwste blogs staan bovenaan.

Veel leesplezier.

Dorien Kok

Via de tab Meer… komt u op mijn andere websites. 

Vragen aan de staatssecretaris oktober 2015

‘Scholen schenken deze week extra aandacht aan pesten’ september 2015

Onderwijs onderzocht: meerkeuzeopgaven van de Cito september 2015

Oproep i.v.m. onderzoek naar hoogbegaafdheid en pesten september 2015

Als je er niet uit komt met school. september 2015

Thuiszitters, ruim 5 jaar later. september 2015

Passend onderwijs = Geen kind tussen wal en schip! september 2015

Waarom het zo belangrijk is om baby’s regelmatig op hun buik te leggen maart 2015

Anders zijn november 2014

IQ testen: Rakit-2 november 2014

Een cocon om je kind houden. november 2014

Met borstvoeding geen beugelbekkie… september 2014

Logopedie en hoogbegaafdheid april 2014

Onderwijs uitgelegd: doortoetsen februari 2014

Wachtkamerkind februari 2014

Onderwijs in terra incognita: over thuisonderwijs en hoogbegaafdheid  Herblogd van Sytze Steenstra Blog januari 2013

Onderwijs onderzocht: Versnellen, ja of nee december 2013

Vol hoofd december 2013

Onderwijs onderzocht: meer motivatie vanuit werken in groepjes oktober 2013

Uw brein is een regenwoud oktober 2013

Mogen peuters nog peuteren en kleuters nog kleuteren september 2013

Kleuters en Cito september 2013

Leerproblemen september 2013

Verschil in snelheid van informatieverwerking tussen tienerjongens en -meisjes. september 2013

Oproep ouders en scholen voor het vervolgonderzoek dyslexie en hoogbegaafdheid door Universiteit Utrecht  juli 2013

Onderzoeksrapport: ‘Slimme leerlingen krijgen extra stof, maar geen extra aandacht’ maart 2013

Oproep: ‘Hoogbegaafd en beelddenken’ Onderzoek naar de visueel-ruimtelijke en verbale informatieverwerking bij hoogbegaafde kinderen. maart 2013

“Waar een klein land groot in moet worden” maart 2013

De littekens die pesten achterlaat.  maart 2013

Ontwikkelingsstoornissen juist diagnosticeren: kijk ook in het brein februari 2013

Wie schrijft die blijft. februari 2013

Echt excellente scholen februari 2013

We are the people we’ve been waiting for december 2012

Een vol hoofd – balans tussen denken, voelen en doen november 2012

Onderzoek: We feel, therefore we learn november 2012

Nieuw onderzoek naar excellentie op scholen oktober 2012

Pavlov: Dolores Leeuwin over intelligentie oktober 2012

HB en dyslexie onderzoek Universiteit Utrecht oktober 2012

Onderzoek: hoe aanstaande leerkrachten kunnen worden opgeleid voor onderwijs aan hoogbegaafde kinderen september 2012

Werken met picto’s, thuis en op school september 2012

Zeilen voor passend onderwijs voor thuiszitters augustus 2012

Verkiezingen 2012: de politiek en passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen augustus 2012

Born tot learn juni 2012

Onderwijs uitgelegd: DL en DLE, wat kun je daar als ouder mee februari 2012

Linker vs rechter hersenhelft  januari 2012

Over nieuwe richtlijnen AD(H)D juni 2011

Er is geen weg terug naar passend onderwijs maart 2011

Wat is nou eigenlijk beelddenken februari 2011

Onderzoek hoogbegaafdheid februari 2011

Antwoorden van de Minister van Onderwijs januari 2011

‘Onderwijs hoogbegaafde kinderen onder druk’ december 2010

Een lief meisje juli 2010

School hoogbegaafde kinderen in nood juni 2010

Van H naar Beter juni 2010

Je kind als tegenstander juni 2010

Nederlandse talenten: wel de start, maar niet de finish juni 2010

PVDA: ‘hoogbegaafde kinderen kosten klauwen vol geld’ juni 2010

Het meisje met de vleugels juni 2010

Het verhaal van Imme Kors mei 2010

Rondom labelkinderen mei 2010

Dag van de Hoogbegaafdheid mei 2010

Effecten créche bezoek mei 2010

Bart Simpson actie van een hoogbegaafd kind mei 2010

Oproep voor leerkrachten, IB-ers en schooldirecteuren basisonderwijs mei 2010

Is thuisonderwijs in strijd met het belang van het kind? mei 2010

Reken even mee april 2010

Een verraderlijke kloof? april 2010

Slaap kindje slaap april 2010

Laat dat kind toch spelen april 2010

De vroege lezer april 2010

Hyperactiviteit april 2010 – video

Petitie Passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen april 2010

Spijbelaar april 2010

Sociaal-emotioneel achter? maart 2010

Sta open voor de kind maart 2010

Dag van de Leerplicht maart 2010

How can you encourage a child maart 2010 – video

Waarom speciaal onderwijs voor hoogbegaafde kinderen maart 2010

Gewoon geen dyslexie! maart 2010

Vluchten of aanvallen maart 2010

Het gevaar van de nieuwe DSM: V maart 2010

Het sprookje van Ritalin en het placebo effect maart 2010

Zet het onderwijs op je agenda! maart 2010

Onderzoek thuiszitters – Hogeschool Utrecht maart 2010

Feest! maart 2010

Onderzoek sociaal-emotionele ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen februari 2010

Hoogbegaafde thuiszitters februari 2010

Over nieuwe richtlijnen AD(H)D

Op vrijdag 24 juni ben ik naar een rondetafelgesprek geweest inzake AD(H)D problematiek. Deze werd georganiseerd door Lea Bouwmeester, lid van de Tweede Kamer voor de PvdA en voorgezeten door Maaike Baggerman, stagiaire Tweede Kamerfractie PvdA en student Vraagstukken van Beleid en Organisatie.

Medio februari heeft Lea Bouwmeester schriftelijke vragen gesteld aan de minister van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), naar aanleiding van een rapport van de ‘Stichting Nederlands Comité voor de Rechten’ (Scientology kerk). De Kamervragen richtten zich vooral op diagnose en medicatie, dit mede op basis van de publiekelijke aandacht voor de zogenoemde ‘AD(H)D-epidemie’ en de publieke mening dat artsen te gemakkelijk diagnosticeren en medicatie voorschrijven. De antwoorden op deze Kamervragen zijn hier terug te vinden.

Lea Bouwmeester wilde ook antwoorden uit het veld van patiënten, ouders, experts, ervaringsdeskundigen, wetenschappers en artsen. Daarbij heeft zij een enquête uitgeschreven voor ouders en patiënten, zodat hun perspectief op het thema duidelijk op tafel zou komen. Deze enquête is inmiddels afgerond. De PVDA is nu bezig met het verwerken van de resultaten hiervan.

De hoofdvraag is: moet er iets veranderen in de richtlijnen die er nu liggen voor AD(H)D? De minister van VWS schreef in haar antwoord op de Kamervragen oa het volgende over de huidige richtlijnen van AD(H)D “De multidisciplinaire richtlijn ADHD (2005) stelt dat de behandeling van ADHD in het algemeen op twee pijlers berust: medicatie en gedragstherapeutische / psychosociale behandeling. Er is tevens een medicatieprotocol ADHD beschikbaar op de website van het Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Methylfenidaat, het middel dat als eerste wordt ingezet bij de medicamenteuze behandeling van ADHD, is uitgebreid wetenschappelijk onderzocht bij kinderen. Het medicatieprotocol ADHD is in maart 2010 geactualiseerd en gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten.”

Voorlopige conclusie van Lea Bouwmeester half april was: ‘De bestaande richtlijn AD(H)D is te vrijblijvend.’

Zowel privé als beroepsmatig een eigen visie en mening hebbende rond het thema AD(H)D heb ik mij aangemeld voor een rondetafelgesprek, waarop uitnodiging volgde. Het verzoek was 3 punten aan te leveren rond het gespreksthema waarvan ik vond dat deze besproken moesten worden. Dit geeft ruimte voor een brede discussie, wat goed is. Voor mij waren de 3 punten:

1. diagnosticeren

2. medicatie

3. passend onderwijs

Omdat je in een rondetafelgesprek, doordat je het verloop niet kunt voorspellen, niet altijd alles kunt vertellen wat je wilt vertellen had ik mijn punten na de uitnodiging ook schriftelijk toegelicht.

Gelieve in mijn verslag AD(H)D te lezen als ADHD en ADD.

1. Diagnosticeren

‘If you look like a duck, walk like a duck and you talk like a duck . . . you must be a duck.’ Wie kent deze uitdrukking eigenlijk niet. Voor mij gaat deze ook op voor dit thema. Iets is niet altijd wat het lijkt. Dit filmpje laat dit ook heel duidelijk zien. Dit betekent dat er voor mij terug moet worden gegaan naar de basis. Wat is AD(H)D eigenlijk: een optelling van – deels of volledig aanwezige – kenmerken, die echter ook naar een andere conclusie kunnen leiden dan naar AD(H)D. Dus geen onweerlegbare zaak zoals door bloedonderzoek is aan te tonen, maar een optelling van meningen. En meningen kunnen soms niet kloppen. Meningen, maar ook wetenschappelijke bevindingen, veranderen ook steeds. Dit blijkt ook uit het feit dat we nu al toe zijn aan de 5e uitgaven van de DSM. Ik wil hiermee absoluut niet impliceren dat AD(H)D niet bestaat. Daarbij ook ruimte latend voor de scheiding ADHD en ADD.

In mijn werk met kinderen (zie http://I-CARUS.info) constateer ik dat heel veel kinderen tot het zijn van een ‘duck’ beoordeeld en veroordeeld worden, voordat ze officieel in het onderzoekscircuit zitten. Dit door oa de maatschappelijke en onderwijs omgeving. Dat is een kwalijke zaak. Daarbij kan er door vroege diagnoses (ieder kind ontwikkelt zich op een eigen manier en tempo) een etiket op een kind belanden dat niet terecht is en schadelijk. Een fout etiket geeft immers geen passende hulp, maar mogelijk zwaardere schade.

De gevolgen hiervan zijn soms desastreus! Kinderen die in het speciaal onderwijs belanden en daar nog verder afglijden omdat de (onderwijs)omgeving helemaal niet meer passend is. Dat oa is mijn werkpraktijk – die kinderen weer terughalen in het reguliere onderwijs en onterechte etiketten verwijderen. De verhalen van ouders en kinderen zijn soms hartverscheurend en de littekens bij hun groot. Het kind wordt bekeken op etiket(ten) ipv signalen. Signalen die daarbij verkeerd gelezen worden omdat de visie DSM IV gericht is.

Soms is er sprake van hyperactiviteit, onoplettendheid en/of impulsiviteit zonder dat er sprake is DSM IV/permanente problematiek. Soms zijn signalen ook geen problemen, zijn het alleen signalen van dat er is iets anders bij dit kind. Anders betekent echter niet minder of slecht. Anders kan zijn omdat er – zoals genoemd werd in het rondetafelgesprek – sprake is van bijvoorbeeld een hechtingsstoornis of hoogbegaafdheid. Je spreekt dan van ADHD kenmerken door een andere achtergrond, waarbij er geen aanleiding is meteen te zeggen dat de problemen permanent van aard zijn. Om met de woorden van een aanwezige moeder te spreken: kijk achter het gedrag van het kind.

Vroegsignalering is wel goed, kijken naar wat je ziet en hulpverlening opzetten als er negatieve gevolgen uit de signalen voort komen of verwacht worden. Een etiket moet geen vereiste zijn voor hulpverlening, wat nu eigenlijk wel zo is. Ouders en scholen moeten nu vaak lang wachten op hulp door procedures.

Aan te bevelen is een bredere ingang van de diagnose instellingen, waarbij er niet DSM IV op de voordeur staat, maar signalering. Ook achter de deur een brede visie en expertise, er zijn immers veel meer vogelsoorten dan de ‘duck’. De achterdeur niet alleen DSM IV, maak daar een andere uitgang van zodat het kind kan gaan door de deur die hem of haar echt past en geef het de ook de kans om ook weer via de voordeur te vertrekken als het achteraf niets in het gebouw te zoeken had.

Niet iedere huisarts is een vogel expert, om het zo maar te noemen, en het spreekt dus vanzelf dat de taak van de huisarts ophoudt bij de constatering dat het een vogelachtige is. Het is mooi als de huisarts kan aangeven dat het mogelijk een watervogel is, of juist geen watervogel, het kennen van de complete vogel encyclopedie is echter niet zijn taak – daarmee schiet je aan de functie van de huisarts voorbij. Hetzelfde geldt wat mij betreft voor de medicatie instelling.

In een breed spectrum kijken naar een kind: waarom ontwikkelt het zich zo – met respect voor het eigen tempo en de eigen manier van groei. En respect voor de ouder als expert over het kind.

Niet de signalen als alleen negatief uitleggen maar ook de talenten ervan zien: het zijn vaak kinderen (en volwassenen) die erg creatief zijn – in denken en doen, vol energie aan de slag gaan, willen groeien en vooruit willen. Zich kunnen hyperfocussen en kunnen daardoor in zeer korte tijd tot bijzondere prestaties kunnen komen. Deze kenmerken passen echter niet altijd in het patroon dat de maatschappij volgt op het gebied van onderwijs, werk en dagelijks leven. Wat ook besproken is die middag is wat er na de diagnose gebeurt. Sommige kinderen komen met meerdere etiketten de diagnose instelling uit. De praktijk laat zien dat je voor ieder etiket bij een ander adres moet zijn, wat het kind niet ten goede komt. Voor scholen is dit ook niet duidelijk. Door op basis van signalen te werken ipv etiketten – diagnoses DSM IV overlappen elkaar immers en de oorzaak van de problemen liggen niet altijd in DSM IV – kan de hulpverlening beter opgezet worden. Ouders sjokken van adres naar adres, waar ze mogelijk tegengestelde adviezen krijgen en niet de eenduidigheid en ondersteuning die ze zo hard nodig hebben!

2. Medicatie

Zoals bedoelt met het rondetafelgesprek geef ik over het thema AD(H)D, waarbij dus ook medicatie mijn mening en visie, zoals anderen dit ook gedaan hebben in dit gesprek. Mijn mening is persoonlijk en wijst andere meningen niet af als onjuist. Wel of geen medicatie is een persoonlijke keuze, waarbij ik wel wil aangeven dat dit op jonge leeftijd niet een keuze is die het kind zelf maakt; de beslissing wordt voor het kind genomen, de gevolgen – positief en/of negatief – zijn echter voor het kind.

Zoals gezegd in het antwoord van de Minister van VWS op de Kamervragen over AD(H)D is de aanpak van AD(H)D in Nederland vooral gebaseerd op medicatie en gedragstherapeutische / psychosociale behandeling. Dat is niet goed gezien bovengenoemde (ad 1. Diagnosticeren) en omdat er nog steeds niets bekend is over lange termijn gevolgen van het gebruik van medicatie. Het aantal gebruikers van AD(H)D medicijnen stijgt explosief. In 2006 steeg het met 30 procent vergeleken met het jaar ervoor. Dat geeft terechte vraagtekens.

Wat ook speelt is helaas de praktijk dat sommige scholen, waarvan een moeder getuigde in het rondetafel gesprek, druk uitoefenen richting medicatie gebruik, zonder dat er een diagnose gesteld is! Een punt is ook de basis voor de hoeveelheid medicatie die moet worden voorgeschreven Waar de een in het rondetafelgesprek sprak van een standaard waarbij het gewicht van het kind de basis vormt, geeft de ander aan dat dit kan leiden tot over- of ondergebruik van de medicijnen.

Er is een grotere kans dat kinderen gaan experimenteren met alcohol en drugs. Ook is het risico wat groter dat ze met de politie in aanraking komen door diefstal of vechtpartijen. De medicijnen lijken dus ook ongewenste effecten te hebben op het gedrag. Uit onderzoek bleek dat dit dus niets van doen heeft met de diagnose zelf, er werden AD(H)D gediagnosticeerden met medicatie gebruik en niet-gebruik met elkaar vergeleken.

Kinderen die Ritalin gebruiken worden korter en blijven lichter van gewicht; gemiddeld 2,5 centimeter korter en ongeveer 2 kilo lichter. Het achterblijven in de groei werd aanvankelijk beschouwd als het gevolg van AD(H)D, maar dat bleek niet het geval. De bijsluiter waarschuwt voor oa hartproblemen en een mogelijk grotere kans op zelfmoord.

Daarbij opgeteld dat uit de onderzoeken duidelijk wordt dat behandeling van AD(H)D met medicijnen niet effectiever is dan gedragstherapie is medicatie niet mijn eerste keuze. Mogelijk is dit voor anderen wel zo.

In het rondetafelgesprek is zowel over medicatie als alternatieven of een combinatie hiervan besproken.

Een aanwezige neurofeedback specialiste, met ervaring met ADHD in persoonlijk levenssfeer, gaf aan goede succes hiermee behaald te hebben. Ik ben niet bekend met neurofeedback, ken ook niemand met positieve of negatieve ervaringen hierover. Ik kan dus niets zeggen hierover. Het is denk ik wel de energie en tijd waard om te kijken naar deze optie. Het zelfde geld voor voeding, waar voor anderen een antwoord ligt. Deze optie is alleen genoemd, niet uitgebreid besproken tijdens het rondetafelgesprek.

Waar ik wel iets over kan zeggen is de aanpak om kinderen inzicht geven in de problematiek van de signalen en hun tools geven om hier mee om te gaan, om zo beter te kunnen functioneren thuis, op school en in de overige maatschappij. Dit vanuit mijn beroepsachtergrond en dus dagelijkse praktijk. Ik begeleid kinderen die hyperactief, onoplettend en/of impulsief zijn, tegen (leer-)problemen aanlopen thuis en op school.

Aanpak vanuit de basis van bewustwording van de problematiek zoals hyperactiviteit en impulsiviteit is samen met het kind kijken wanneer dit van toepassing is, waarom en hoe het kind hierover controle kan krijgen door die bewustwording en door het geven van tools die het kind na oefening zelf kan toepassen. Inzicht geven dus. Voor een kind is het eigen gedrag de norm, spiegeling is daarom nodig. Je laat dan het etiket los en kijkt naar de praktische problematiek met een oplossingsgerichte houding.

Onoplettendheid, concentratie- en automatiseringsproblematiek is iets wat ook veel speelt bij deze kinderen. Voor deze onderwerpen geldt hetzelfde, waarbij hun manier van denken en leren – die vaak visueel is – een grote rol speelt. Hun talent voor hyperfocussen kan hier ook een grote rol bij spelen.

Dat gezegd hebbende zit ik eigenlijk meteen bij mijn 3e onderwerp:

3. passend onderwijs

Ik had hier graag uitgebreid over gesproken, helaas stond de tijdsfactor dit niet toe. Ik ben dus achteraf blij dat ik mijn punten ook al schriftelijk had toegelicht.

Wat ik had willen zeggen is het volgende: Ik constateer vanuit mijn praktijk en ervaringen dat het onderwijs voor deze kinderen veelal niet passend is. Niet alleen de methodes en de toepassing hiervan in de klassen, maar ook de onderwijs inrichting zelf (oa grote klassen, bottom up onderwijs, het non-visuele leersysteem). Wat ik een zeer groot gemis vind is dat expertise bij leerkrachten ontbreekt over kinderen die deze signalen vertonen. De neiging is er om als leerkracht zelf al de diagnose te stellen en kinderen meteen te beoordelen en veroordelen en daardoor het oog niet meer te richten op het kind en diens signalen juist af te lezen. Dit is oa een gevolg van dat onderwijs opleidingen weinig tijd en aandacht geven aan deze problematiek. De praktijk wijst er ook duidelijk op dat er een grotere en sneller voorhanden aansluiting moet komen met de hulpverlening, waarbij niet de diagnose maar de signalen van het kind centaal staan. Hier ligt dus een grote taak voor de Minister van Onderwijs.

Lea Bouwmeester legt haar bevindingen en voorstellen vast in een initiatiefnota. Deze nota wordt besproken met de minister van VWS en de Tweede Kamer. In de nota gaat Lea Bouwmeester voorstellen de richtlijn AD(H)D te vernieuwen. Naast medicatie moeten ook andere behandelmethoden zoals gedragstherapie en neurofeedback meer aandacht krijgen. Het stellen van de diagnose moet volgens haar alleen in de tweede lijn plaatsvinden, niet meer door huisartsen. Dus als het jongeren betreft binnen een afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie.’

Afsluitend wil ik zeggen dat ik erg blij ben met de mogelijkheid die ik van Lea Bouwmeester heb gekregen om mijn mening en visie te delen. Mijn dank daarom aan haar en Maaike Baggerman. Dank aan de rondetafel gespreksgenoten voor het luisteren en dat ik hun visie en meningen mocht aanhoren.

Dorien Kok

Een overzicht alle blog berichten is hier te vinden.

Er is geen weg terug na passend onderwijs.

Aan de Minister van Onderwijs en de Tweede Kamer

Ik bracht, zoals eigenlijk altijd, mijn zoon naar school vanmorgen. Het is feest in school deze week, de start van de lente wordt gevierd.

Zoonlief van 7 verheugde zich op deze ochtend, hij zou namelijk met de hele klas samen ontbijten – in het kader van de lenteweek.

Vanaf een paar meter afstand heb ik hem onbemerkt zitten bekijken, vol verwondering. Hij is gelukkig in deze klas, het straalt er dik vanaf. Het straalt van alle kinderen in zijn klas af.

Zijn school bestaat pas sinds begin dit schooljaar. Als ouder heb ik het initiatief genomen om hier in Huizen een Leonardoschool te starten, voor mijn hoogbegaafde zoon. Leonardoscholen bestaan pas sinds 2007, te laat dus voor mijn oudste 2 hoogbegaafde kinderen – voor wie een school als deze een leven aan verschil zouden hebben gemaakt.

Ik heb het initiatief genomen, niet omdat het slecht ging met de jongste, maar uit voorzorg. Stel dat de – fantastische – school waarop hij toen zat hem geen passend onderwijs aanbod meer kon geven, of dat de kloof tussen hem en de rest van de klas te groot zou worden.

Ik dacht voor de start dat er voor hem weinig verschil zou zijn tussen de reguliere school en de Leonardoschool, hij zat daar immers goed. Wat hebben wij ons vergist…..

Als we het hebben over passend onderwijs voor een hoogbegaafd kind, dan is dit het. Hier kan geen reguliere school, hoe goed deze ook hun best doet, tegenop.

Fulltime zijn bij kinderen die zijn zoals jij,
Fulltime een juf die je echt ziet wie je bent, wilt en kan,
Fulltime leren op de manier waarop jij leert en denkt,
Fulltime leren hoe je moet leren, omdat je door je vlotte ontwikkeling die vaardigheden soms mist,
Fulltime uitgedaagd worden je grenzen te verleggen, breder en dieper op de materie in te gaan,
Fulltime op groep 7 niveau mogen functioneren terwijl je gewoon bij leeftijdgenootjes in klas 4 zit,
Fulltime een breder leeraanbod door veel meer vakken,
Fulltime het recht hebben op wat gezonde faalangst omdat dingen nu eindelijk eens nieuw zijn voor je,
Fulltime geen buikpijn krijgen van school, integendeel: als je ziek bent ook naar school willen,

Fulltime jezelf mogen zijn….

Ik zeg dit nu voor mijn en vele andere hoogbegaafde kinderen, maar dit verhaal speelt natuurlijk ook aan de andere kant van het spectrum – bij minderbegaafde kinderen. Zelfs een simpele grafiek als de Gausse curve maakt dit heel duidelijk.

Gausse curve

 

 

 

 

 

Of wat dacht je van de grafiek van Rob Brunia: Een hoogbegaafd kind stroomt al in groep 1 op een veel hoger niveau in bij het reguliere onderwijs. Het kind heeft nauwelijks raakvlakken en ook door de school kunnen deze niet worden bereikt. Het kind wordt juist steeds gedwongen zich aan te passen / gebukt te gaan. In deze grafiek kan er aan de onderkant nog een lijn bijgetrokken worden, voor de laagbegaafde kinderen. Hoeveel meer informatie heb je nodig dan dit plaatje om te beslissen over passend onderwijs?

Rob Brunia

Bron: Rob Brunia

 

 

 

 

 

In de dagelijkse praktijk hou ik me bezig met dat kinderen, die eigenlijk alleen maar hoogbegaafd zijn, door gedragsproblemen die lijken op ADHD en autisme verkeerde diagnoses krijgen. Gedragsproblemen die ontstaan zijn doordat het kind niet gezien wordt als wie het is en dat het geen passend onderwijs krijgt. Ik haal ook kinderen uit het speciaal onderwijs weg, kinderen die onjuist gediagnosticeerd zijn en eigenlijk alleen maar hoogbegaafd zijn. Ik zie in dezelfde dagelijks praktijk hoe het fout gaat voor deze kinderen. Ik hoor hun verhalen en die van hun ouders, ik hoor hun verdriet. Ik zie ook mijn eigen verdriet.

Ik word dan ook langzamerhand misselijk van dat de Minister zegt: ‘alle jongeren hebben recht op onderwijs. Dat recht wordt beschermd door de leerplicht. Ieder kind hoort een passende plek in het onderwijs te krijgen waarbij zijn of haar talenten het beste tot uiting komen, maar dat dit in de praktijk niet zo is en ook niet zo wordt.

Voor mijn kinderen, maar ook voor mijzelf,  is dat iets wat er nog nooit geweest is, nu ook niet in het reguliere onderwijs voorhanden is en als het aan de huidige koers van Minister ligt ook niet zal blijven via de Leonardoscholen.

Mijn kind is echter ook een kind die in de groep ‘Ieder kind’ valt! Echter over mijn kind zegt ze: ‘Ouders kiezen zelf een voor een Leonardo school en het is bekend dat daar een ouderbijdrage voor wordt gevraagd. De ouderbijdrage wordt echter gevraagd omdat Nederland gefaald heeft om passend onderwijs voor deze kinderen neer te zetten en het deze vorm van passend onderwijs nu niet wil betalen. Hoogbegaafdheid is immers een kans ….

Een hard woord, gefaald, maar wel een feit. En nu er aan alle kanten gesneden wordt aan passend onderwijs blijft er weinig hoop over voor mijn kind, ondanks dat hij volgens de minister dezelfde rechten heeft als ieder kind. Leonardoscholen komen nu in de problemen omdat de financiering een groot probleem is.

Voor kinderen die onderwijs op maat hebben gehad – dus niet alleen de Leonardoschool kinderen – en waarvoor hier nu aan de rem wordt getrokken is er echter geen weg terug richting het reguliere onderwijs. Als het onderwijs dat je had al passend was, wat heb je dan in het reguliere onderwijs te zoeken…..

Er is dus geen weg terug, ondanks de plannen die er liggen. Waar moet een een hoogbegaafd kind dan heen als het Leonardo onderwijs onbetaalbaar blijkt? Thuisonderwijs? Dat mag hier ook al niet…

Er is geen weg terug na passend onderwijs.

Mijn eerdere blog over Waarom speciaal onderwijs voor hoogbegaafde kinderen is hier te lezen.

Dorien Kok

Een overzicht alle blog berichten is hier te vinden.


Antwoorden van de minister van Onderwijs

In december 2010 stelde VVD kamerlid Ton Elias kamervragen aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap – Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart – over de bekostiging van Leonardoscholen en het benoemen van een leerling met hoog IQ als zorgleerling.

Gisteren,  24 januari 2011 gaf de minister antwoorden.

De aanleiding van Ton Elias om vragen te stellen hierover waren bezuinigingen op het Leonardo onderwijs van Stichting Primair Openbaar Onderwijs De Liemers.  Ouders kregen onverwacht,  vlak voor de feestdagen,  een dikke rekening voor het -normaal gesproken gratis – basisonderwijs dat hun hoogbegaafde kind, soms meer dan één,  volgt bij een van de Leonardoscholen die onder dit schoolbestuur vallen. Ook werd er gemeld dat de het onderwijs op deze Leonardoscholen vanaf 2011 alleen kan worden voortgezet wanneer ouders de veel hogere  – officieel vrijwillige – bijdrage gaan betalen. Kortom, of je betaald of je kind heeft geen school meer!

Leonardoscholen staan voor fulltime passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen, aangeboden op de manier waarop zij leren en denken. In Nederland zijn er nu 50 Leonardo basisscholen en 10 Leonardo Colleges.

De minister geeft in haar antwoord aan dat zij bekend is met het feit dat de  Stichting Primair Openbaar Onderwijs De Liemers aangeeft een structureel financieringstekort te hebben voor het Leonardo onderwijs.

Op de vraag: ‘deelt u de mening dat het onwenselijk is dat ouders een hoge eigen bijdrage moeten betalen voor Leonardo onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen?’ antwoord de minister dat ze het feit  dat ouders een hoge bijdrage ‘moeten’ betalen voor onderwijs niet wenselijk vindt. Echter: ‘maar ouders kiezen vrijwillig voor het Leonardo onderwijs en daarvan is bekend dat er een ouderbijdrage wordt gevraagd. ‘

De minister geeft aan meer geluiden te hebben ontvangen dat scholen die Leonardo onderwijs aanbieden moeite hebben om dit arrangement te financieren.

In het Regeerakkoord is € 30 miljoen toegezegd voor het aanbieden van passend onderwijs aan hoogbegaafden. De minister heeft het verzoek van Ton Elias ‘om eventueel een overbruggingsbudget uit het toegezegde budget van € 30 miljoen beschikbaar te stellen, in afwachting van het actieplan voor hoogbegaafde en excellente leerlingen die de Minister de Kamer voor 1 maart 2011 heeft toegezegd, voor die scholen die geconfronteerd worden met zodanige bekostigingsproblemen dat zij onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen niet langer kunnen bekostigen’ overwogen, maar niet overgenomen. De reden daarvoor is de volgende:  ‘het Leonardo concept wordt vrij strikt geformuleerd door de Leonardo stichting. Scholen kiezen zelf voor het Leonardo concept. Dat het concept een zware last drukt op het budget van de school, weet de school van te voren. Als de scholen de financiering dan moeilijk geregeld krijgen, is het niet aan de overheid om bij te springen. Scholen kunnen ook kiezen voor een minder kostbaar concept om hun hoogbegaafde leerlingen een passend aanbod te doen. Er zijn ook veel scholen die andere, minder kostbare arrangementen voor hun hoogbegaafde leerlingen organiseren’.

De minister zal haar plannen voor hoogbegaafden dit voorjaar in het actieplan presenteren. Ze loopt, zoals ze zegt, daar nu niet op vooruit door beschikbare middelen al uit te geven.

Op 15 december diende Ton Elias nog een aanvullende vraag in: ‘ hoe kijkt de minister aan tegen de gedachte om (Leonardo)leerlingen met een IQ boven de 130 te benoemen als zorgleerlingen en hen op dezelfde wijze te bekostigen als zwak begaafde leerlingen die binnen het regulier basisonderwijs met een vergelijkbare problematiek kampen?’  Het antwoord van de minister:  ‘een hoog IQ is niet altijd een reden tot zorg. Voor veel hoogbegaafde leerlingen is een aangepast arrangement wel een goede stimulans. Veel scholen bieden dat ook aan vanuit het concept van passend onderwijs. De meeste scholen vinden daartoe de financiële ruimte binnen de bestaande mogelijkheden. Leerlingen die een hoog IQ combineren met onderwijszorgbehoeften op een ander vlak komen op dit moment ook al in aanmerking voor aanvullende zorg.’  Kortom, de minister zie er niets in om alleen op basis van het IQ leerlingen tot zorgleerlingen te bestempelen en aanvullende bekostiging toe te kennen. ‘

Ik zal het maar meteen zeggen: ik ben het niet met de minister eens. Waarom?

Het Leonardo onderwijs is bedacht door onderwijsman Jan Hendrickx, die rond zijn pensioen bedacht dat hij in zijn onderwijs carrière – waarbij veel aandacht voor het minderbegaafde kind – iets compleet over het hoofd had gezien: het kind aan de andere kant van het ontwikkelingsspectrum: het hoogbegaafde kind.

Voor een kind met een IQ van 70 of minder ligt er een onderwijsverhaal waar geen mens aan zou knabbelen. De logica van het bestaan van deze scholen  is zo duidelijk. Maar de logica voor het tegenovergestelde onderwijs ligt er ook! Jan heeft dit omgezet in het Leonardo concept: fulltime passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. De praktijk heeft bewezen dat dit een schot in de roos was: in 3 jaar tijd 60 Leonardo scholen in Nederland.

Nou liep Jan tegen iets aan: de financiering. Speciaal onderwijs is immers duurder dan regulier onderwijs. Hij loste dit door te zeggen dat er bij elke Leonardoschool een Stichting Vrienden moest komen die het tekort van € 2500 per kind per jaar via sponsoring moet dekken.

En nu komt het hekele punt: niet elke school gebruikt die Stichting zoals deze bedoelt is. Wat is er namelijk handiger dan de ouders een factuurtje sturen voor het missende bedrag. Lekker makkelijk, geen moeilijk gedoe, de ouders betalen wel. Ze hebben dit onderwijs immers hard nodig voor hun kind!

Wat ik wrang vind in dit verhaal is dat de Liemers eigenlijk geen goed voorbeeld is van wat de bedoeling is met Leonardoscholen. Het CDA in Zevenaar heeft dit ook aangegeven naar het schoolbestuur.

De originele opzet van Jan Hendrickx is terug te zien hier in de regio Gooi en omstreken:

Vanuit een welwillend schoolbestuur Stichting Villa Primair, die duidelijk zag dat dit onderwijs nodig is omdat ze tot die tijd deze kinderen niet goed konden helpen. Die naast de Leonardoschool ook bezig is met de ontwikkeling van Plusklassen voor meerbegaafde kinderen voor al hun basisscholen. Het zelfde schoolbestuur dat via hun algemeen directeur Alex Peltekian zegt: ‘het Leonardo onderwijs is voor ons de proeftuin van hoe al het onderwijs in deze regio moet zijn.’  Van een Gemeente die via de wethouder onderwijs Liesbet Tijhaar aangaf dat ze een achterstand hadden op dit gebied van onderwijs en die daarom de portemonnee eigenlijk meteen trok. Van een team op Leonardo basisschool die kort al na de start kon aangeven dat de kinderen duidelijke hiaten hadden opgelopen in de reguliere basisscholen waar ze vandaan kwamen, dat het beeld dat de oude school van het kind hadden niet klopte. Van gelukkigere kinderen, ook al waren sommigen niet eens echt ongelukkig op de oude school. Van kinderen die nu gewoon in groep 4 zitten , maar in het reguliere onderwijs eigenlijk in groep 7 horen qua ontwikkelingsniveau. Van ouders die aangeven dat het nu wel goed gaat met hun kind.

Dit is hoe dit onderwijs gezien moet worden.

Op de Leonardoschool in Huizen hoeven de ouders geen grote bedragen te betalen, het enige wat ze betalen is een vrijwillige bijdrage voor het laptop gebruik van € 350 per jaar. Dat is inclusief verzekering en vervanging.

De Stichting Vrienden Leonardo onderwijs Gooi en omstreken, waar de school met het startende Leonardo College in Huizen, onder valt, werkt met alle ouders hard samen om het benodigde geld op tafel te krijgen via sponsoring.

Waarom kiezen ouders voor de Leonardoschool? Niet omdat ze perse geld uit willen geven. Nee, omdat ze iets willen dat het reguliere onderwijs – en ze hebben er echt met een loep naar gezocht – hun kind niet kan bieden wat het nodig heeft en ook niet gelukkig kan maken. De minister zegt: ‘ouders kiezen vrijwillig voor het Leonardo onderwijs en daarvan is bekend dat er een ouderbijdrage wordt gevraagd’.  Ja, ik heb bewust voor de Leonardoschool gekozen en zou willen dat het er voor mijn oudste kinderen en ook voor mijzelf was geweest. En nee, hier dus geen bijdrage voor de ouders.

We hebben het voor heel Nederland over gezinnen die verhuizen – familie, vrienden, werk en alles verder nog achterlatend om hun kind dat te geven wat het nodig heeft. Verhuizingen van Rotterdam naar Venlo (2007), van Groningen naar Huizen (2010). We hebben het over ouders die dagelijks veel reistijd kwijt zijn, wat hun hindert in hun werk. Die vele kosten maken voor het heen en weer rijden.  We hebben het over kinderen die anders mogelijk thuis zouden zitten, soms ongelukkig waren of zelfs letterlijk ziek werden van school. Over kinderen die onterecht een etiket ADHD en/of autisme krijgen en soms zelfs dus ook onterecht in het speciaal onderwijs belanden. We hebben het zelfs over kinderen die niet meer willen leven – en dat alles vanwege school?

We hebben het dus niet over een luxe keuze, maar een bittere noodzaak. Eigenlijk hebben de ouders geen keuze – ook al zegt de minister dat veel scholen dat ook aanbieden vanuit het concept van passend onderwijs. Nou hier in de regio dus niet! Ik kom niet verder dan wat particuliere Plusklassen – ook een portemonnee trekker voor ouders – of een enkele Plusklas in de school. Echter Plusklassen zijn voor meerbegaafde kinderen, niet voor hoogbegaafde kinderen! Je zet kinderen met een IQ van 70 of minder toch ook niet alleen maar een middagje in de week bij elkaar?

Zoals de toenmalige staatsecretaris OCW Sharon Dijksma in 2008 al aangaf: te weinig excellerende leerlingen komen tot hun recht. Het Nederlandse onderwijs is, naar woorden van het Innovatieplatform (IP juni 2005) ‘vooral gericht op het verkleinen van verschillen tussen mensen.’ Het platform vroeg daarbij aandacht voor de urgentie van de brede talenontwikkeling en pleitte voor meer ruimte voor differentiatie en maatwerk in het onderwijs, oftewel:  ‘Weet je te onderscheiden’. En dat doet de Leonardoschool!

De Onderwijsraad gaf al in 2007 aan dat ‘het onderpresteren van hoogbegaafde leerlingen – ‘hoe hoger het IQ, hoe meer leerlingen onderpresteren’ veroorzaakt wordt door het ontbreken van een intellectueel klimaat, (weinig flexibel lesprogramma en weinig mogelijkheden om extra modules te volgen. Ook de klasgenoten zijn van invloed op de prestaties van (hoogbegaafde) leerlingen. Talentvolle leerlingen lijken zich te richten naar de prestaties van hun vrienden, bijvoorbeeld om niet buiten de boot te vallen. Een andere oorzaak ligt bij de ontwikkeling van disfunctionele leerstrategieën:  deze leerlingen vinden het lastig  zichzelf nog doelen te stellen, zelfdiscipline op te brengen en hebben soms een gebrek aan zelfvertrouwen. Dit is meetbaar in de VO adviezen: slechts 64% van de hoogbegaafde leerlingen krijgt een VWO advies.

Het SCP onderzoeksrapport van 2008 geeft aan dat slechts ‘9% van de docenten in het basisonderwijs vindt dat hoogbegaafde leerlingen op hun school voldoende worden uitgedaagd. Daarbij vindt slechts een kwart van de leerkrachten zichzelf capabel om hoogbegaafde leerlingen te helpen. Daar komt nog bij: slechts een kwart van de docenten is van mening dat de school voldoende aandacht besteed aan hoogbegaafden. De docenten noemen als redenen: (a) niet voldoenden leerkrachten voor begeleiding, (b) het ontbreken van kennis, (c) onvoldoende geld, (d) de zorg gaat uit naar andere schoolkinderen. Maar een kwart van de scholen heeft een plan van aanpak.’

En zo zijn er nog vele meer onderzoeken, ook van latere datum die het zelfde verhaal brengen.

En dan zegt de minister dat het de keuze van de ouders is om hun kind(eren) naar de Leonardoschool te doen.  Zo’n onderwijs systeem gun je toch geen enkel kind!

Jan Hendrickx heeft met zijn Leonardo concept een gat gevuld die veroorzaakt is door het onderwijssysteem in Nederland. Het is nu aan de minister om niet door te gaan met het wiel uitvinden voor deze kinderen. Dat heeft Jan Hendrickx, de Leonardo Stichting en met hun de ouders en  de teams allang gedaan.

Ik kreeg gisteren ook een negatief besluit over mijn verzoek aan de minster voor een speeddate over Leonardo onderwijs op de NOT deze week.

Ik wil echter toch dringend vragen of we samen met de Leonardo Stichting binnenkort toch eens om tafel kunnen om te bespreken of ze het Leonardo wiel niet wil lenen.  Sharon Dijksma gaf in het verleden ook al aan dat het Leonardo concept een mooie proeftuin was waar ze graag uit wilde plukken. Dat mag, maar laat de ouders dan niet de kosten hiervoor betalen.

Bron: Kamervragen bekostiging Leonardoscholen en zorgleerlingen.

Lees hier meer over Leonardo onderwijs.

Dorien Kok

Een overzicht van alle blog berichten is hier te vinden.

‘Onderwijs hoogbegaafde kinderen onder druk’

Radio 1 Omroep MAX uitzending ’Twee dingen’:

‘Op Leonardoscholen wordt les gegeven aan hoogbegaafde kinderen. Maar het onderwijsconcept staat onder druk, want in tegenstelling tot speciaal onderwijs krijgt het Leonardo-onderwijs geen extra bijdrage van het rijk. Met Dorien Kok, moeder van drie hoogbegaafde kinderen, praten we over het belang van en de behoefte aan passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen.’

9 december 2010 Beluister de uitzending.

Dorien Kok

Een overzicht van alle blog berichten is hier te vinden.

Een lief meisje

Een lief, maar ook pittig meisje gaat met 4 jaar naar school. Ze kan dan al lekker lezen en schrijven, wat door de ouders wordt aangegeven bij de start. Helaas wordt hier niet op ingespeeld. School geeft na enige tijd aan dat ze onoplettend is. Ze kan de aandacht er maar niet bij houden. Wat is er aan de hand. School vindt dit steeds problematischer worden, geeft aan dat er naar gekeken moet worden.

Uiteindelijk valt er een woord: ADD.

Onderzoek bevestigd dat het meisje inderdaad onoplettend is op school. Thuis is ze er ook niet altijd bij met haar hoofd, ze is erg “stoffig”. Conclusie: ADD oftewel een aandachtstekort stoornis, medicatie is mogelijk. Ouders willen het beste voor hun kind en stemmen hier in toe.

In de jaren hierna gaat het steeds slechter met dit meisje. De diagnose wordt aangevuld met PDD-nos (autisme) en ODD (oppositioneel opstandig gedrag), de medicatie wordt verhoogd. Ze lijkt steeds meer problemen te krijgen met de wereld om haar heen en wordt verbaal en lichamelijk agressief.

In haar jaren op het voortgezet onderwijs trekken de ouders het niet meer. Er wordt een paar maal gesproken over uit huis plaatsing. Het meisje wil dit niet en wordt angstig van de gedachte hieraan. Het hele gezinsleven draait om de dochter, de andere kinderen hebben er knap onder te lijden. Ook onder de agressie van hun zus.

Als het meisje 16 is gebeurt er wat. Ze stopt met haar medicijnen. Ze wil die niet meer.

En dan gebeurt er iets vreemds: de agressie verdwijnt. De wolk aan mist om haar hoofd is weg, zoals ze het zelf zegt. Was er dan toch iets anders aan de hand? Ja, de ouders waren in de val getrapt die er rond hoogbegaafdheid ligt. Gecombineerd met problemen ten aanzien van prikkelverwerking (sensorische integratie), wat vaker bij hoogbegaafde kinderen voor komt.

Als een kind hoogbegaafd is, maar niet dat op school krijgt wat het nodig heeft, daarbij ook niet aangeboden op de manier waarop het denkt en leert, dan kunnen er gedragsproblemen ontstaan. Bij jongens lijkt dit vaak op ADHD, bij meisjes vaker op autisme. Omgekeerd of beide komt ook voor.

In de praktijk betekent deze diagnosestelling dat de oorzaak van de gedragsproblematiek in het kind gelegd wordt. Vaak na aangeven van school. Het is voor school logischer om de oorzaak van gedragsproblemen in het kind te leggen. Dat het aan de school (omgeving) kan liggen, dat kwartje valt meestal niet.

Dat doen leerkrachten niet expres. Gebrek aan expertise op dit gebied, bij zichzelf, in de school, bovenschools, de leerkrachtenopleidingen, maar ook bij de Expertise Centra, kan ook bijna niet leiden tot een andere conclusie dan dat het aan het kind moet liggen.

Ouders gaan vaak mee in dit verhaal omdat ze niet beter weten, alhoewel er nu meer informatie is over hoogbegaafdheid dan zo’n 10 jaar geleden. Zij zijn immers niet de experts. Als mijn kind maar geholpen wordt. Met een diagnose is er tenminste kans op een ‘rugzak’ en dus op hulp. Wat zij en ook school zich niet realiseren dat de hulp gebaseerd is op problematiek IN het kind, terwijl de oorzaak vaak ook BUITEN het kind ligt. De hulp zal dan ook niet aanslaan en verergering van de gedragsproblemen kan het gevolg zijn.

Voor de toekomst kan en moet dit anders:

  • De medische en school experts moeten zich beter realiseren dat gedragsproblematiek ook voort kan komen uit de omgeving.
  • Autisme en ADHD experts moeten zich gaan bijscholen op het gebied van hoogbegaafdheid of er experts bij halen op dit gebied. Hoogbegaafdheid is namelijk net zo’n expertise als autisme en ADHD.
  • Men moet zich realiseren dat het onderzoek breder moet. Als ouders, vaak op aandringen van school, bij gedragsproblemen van hun kind een autisme/ADHD centrum binnen lopen dan is het niet goed dat er alleen uitgangen zijn die leiden tot de conclusie autisme en/of ADHD.
  • Leraren opleidingen moeten een inhaalslag maken op het gebied van het onderwijzen van toekomstige onderwijzers op het gebied van hoogbegaafdheid. Het basisniveau van waaruit iemand onderwijzer kan worden moet worden opgeschaald naar VWO niveau.
  • Scholen moeten investeren in bijscholing en Plusklassen. Daar moeten ze experts voor in huis halen.

De juiste route voor het kind is eerst begaafdheidsonderzoek te laten doen door een begaafdheidsspecialist. Dan bij geconstateerde hoogbegaafdheid het onderwijs passend maken, al is daar een schoolwissel voor nodig. Mochten er na het aanbieden van continue passend onderwijs nog steeds gedragsproblemen zijn dan kunnen er ook nog andere oorzaken zijn, zoals sensorische integratie problematiek (prikkelverwerking), executieve functies die extra aandacht behoeven, voeding etc.  De psychiatrie is dus niet een standaard startpunt.

Dorien Kok

Een overzicht van alle blog berichten is hier te vinden.

School hoogbegaafde kinderen in nood

Afgelopen donderdag was er in de uitzending van Hart van Nederland bij SBS 6 een reportage te zien over de Leonardo school Eemland in Amersfoort.
Aan het woord kwamen Csilla en haar zoon Attila, Marjon en haar zoon Tico en Paul Kuipers, de directeur van de school.

Op de Leonardo school in Amersfoort wordt sinds maart dit jaar fulltime passend onderwijs gegeven aan hoogbegaafde kinderen. De vol enthousiasme gestarte school is een groot succes. Waar er voor de start bij deze kinderen sprake was van boosheid, gefrustreerdheid en probleemgedrag in verband met school, hebben we het nu over compleet andere kinderen: kinderen die blij zijn met de uitdaging en extra vakken die ze op school krijgen. Kinderen die vrolijk thuis komen. Binnen 2 weken na de start in januari, lees hier over het openingsfeest, gaven ouders op een bijeenkomst aan dat ze eindelijk gelukkige kinderen hebben die goed in hun vel zitten.

Moeilijk te begrijpen is dan het nieuws dat het financiële plaatje niet dekkend te krijgen is. De geplande uitbreiding van 2 naar 3 groepen gaan niet door, ondanks dat vele nieuwe ouders met hun kinderen in de startblokken klaar staan.

Om Leonardo scholen financieel op weg te helpen wonen deze bij gewone scholen in.
Dit geeft de garantie op de reguliere overheidsbijdrage voor de leerlingen. Leonardo onderwijs is, omdat het speciaal onderwijs, echter duurder dan het reguliere onderwijs.

Er moet dus geld bij, net zoals bij speciaal onderwijs aan de minderbegaafde kinderen – het spiegelbeeld van Leonardo onderwijs, voor wie dit standaard is geregeld. De overheid heeft tot nu echter niet de aparte status van Leonardo onderwijs erkent.

Hoogbegaafdheid is volgens de overheid een kans, helaas ziet de praktijk dit anders: 50 tot 80% van de hoogbegaafde kinderen is niet gelukkig op de huidige school, met soms vergaande gevolgen. Daarbij rondt maar 16% van deze kinderen een universitaire studie succesvol af. Dat betekent dat 84% afhaakt!

We moeten dus af van idee dat hoogbegaafdheid een luxeprobleem is. Met de woorden van Paul Kuipers: “Dit zijn ernstige zorgkinderen, ze hebben aparte begeleiding nodig.”

In Zoetermeer is de situatie net zo ernstig als in Amersfoort: schoolbestuur Unicoz geeft aan dat er een duidelijk draagvlak is voor het Leonardo onderwijs. Echter geen geld. Deze onderwijsvorm blijft voorlopig op de Floriant bestaan, er worden alleen geen nieuwe leerlingen aangenomen.

Ouders van de Leonardo in Zoetermeer hebben zich via een Stichting verenigd om een halt toe te roepen aan het buiten de boot vallen van hoogbegaafde kinderen.

Zowel zij, hun kinderen en de leerkrachten zijn zeer tevreden over het Leonardo onderwijs op de Floriant. Iedereen gaat dagelijks met veel plezier naar school.

Leonardo ouders uit heel Nederland hebben samen de landelijke politieke situatie van hoogbegaafde kinderen geïnventariseerd. Via vooral de VVD en GroenLinks liggen er begrip en goede voornemens op tafel. Echter, de Leonardo scholen kunnen niet eindeloos wachten tot de politiek er een keer aan toe is om aan deze groep kinderen te denken. De houding van de PVDA ten aanzien van deze kinderen biedt daarbij ook weinig hoop.

In Huizen, waar de Leonardo school in augustus start, heeft de lokale politiek het wel begrepen. De plaatselijke wethouder van onderwijs, Liesbet Tijhaar, geeft duidelijk aan dat er sprake is van een achterstand in de onderwijs onderwikkeling voor deze kinderen. De Gemeente heeft al een geldelijke toezegging gedaan om die achterstand weg te werken. Dit bedrag is niet kostendekkend, maar biedt wel hoop voor Huizen.

Nu nog hoop voor de andere Leonardo scholen.

Bekijk de uitzending hier:

Dorien Kok

Een overzicht van alle blog berichten is hier te vinden.

Van H naar Beter

Je bent als ouder na jaren vechten voor je kind blij dat je eindelijk een school hebt gevonden waar je kind wel fulltime passend onderwijs kan krijgen. Maar dan blijkt er in de praktijk een probleem te zijn die het hele verhaal een plots en vervelend einde kan geven: het vervoer.

Dit probleem speelt in heel Nederland.

De kinderen waar het hier om gaat wonen in Hilversum, Weesp of zelfs verder zoals in Purmerend. Zij gaan per augustus naar een school in Huizen, de Leonardo school.
Daar start dan een nieuwe schoolafdeling die hun kind wel kan bieden wat al die andere scholen in hun eigen woonplaats niet konden.

Voor sommige ouders wordt dit mogelijk nog een verhaal zonder gelukkig einde. Ze lopen tegen problemen aan op het gebied van vervoer, waarbij ze dus hoopten op hulp van hun gemeentebestuur.

Helaas, waar bijvoorbeeld de gemeentes Venlo, Utrecht, Zwolle, Rotterdam, Sliedrecht en Zutphen ouders geholpen hebben is er in deze regio sprake van gemeentes die op nee staan voordat er ook maar een aanvraag leerlingenvervoer is ingediend.

Met dat slechte nieuws nog in hun oren hebben ouders de afgelopen vrijdagavond samen overlegd, voor een oplossing voor “ van Hier naar Beter”.

Het gaat om meerdere problemen, waarvan de meest simpele nog is: hoe kom ik ’s morgens om half 9 op 2 adressen te gelijk. Niet alle kinderen uit het gezin gaan naar de Leonardo school, dus is er sprake van dat ze om half negen op een school in hun woonplaats moeten staan, maar ook op de stoep van de Leonardo school in Huizen.

Een vader heeft aangeboden om 2 maal per dag met zijn auto heen en weer te rijden tussen Hilversum en Huizen. Daarbij mogelijk niet realiserend wat voor impact dat heen en weer rijden heeft. Een moeder uit Almere heeft die impact al ondervonden doordat ze een jaar lang, als tussenoplossing, in totaal 22.000 kilometer extra heen en weer reed tussen huis en school. Kosten: ruim € 4000. ’s Morgens in de file, daardoor vaak te laat op school. Niet naar school kunnen bij gladheid, zoals afgelopen jaar vaak gebeurde. Daarbij geen baan kunnen hebben omdat je aan het heen en weer rijden blijft, vooral op vrijdag als één kind nog wel ’s middags naar school moet en de andere niet. En zij is nog niet eens de recordhouder, dat is een moeder uit Rotterdam. Die had een zoon die naar Venlo moest voor passend onderwijs, op de Leonardo school daar. En wat als je zelf geen auto hebt?

Dat is dus eigenlijk geen oplossing. Wat dan wel: vergoeding van reiskosten, zodat de ouders het reizen kunnen betalen of samen een professionele oplossing kunnen betalen. Zoals eigenlijk normaal is voor kinderen die naar het passend onderwijs toe moeten reizen omdat het in hun eigen woonplaats niet voorhanden is.

Ik wil geen oordeel vellen over gemeentes die op nee staan. Ik wil wel dat ze nadenken over de impact die hun nee op de gezinnen heeft. Voor sommigen gezinnen zal dit namelijk betekenen dat ze toch nee moeten zeggen tegen de Leonardo school. En dat betekent dat de ouders hun kinderen terug moeten sturen naar een schoolsituatie waar hun kinderen niet gelukkig zijn en waar ze niet krijgen waar ze, net als ieder ander kind, recht op hebben: passend onderwijs.

Mocht je als lezer van dit stuk een oplossing weten of kunnen bieden voor dit probleem, mail me dan via dorien@i-carus.info.

Voor meer informatie over de Leonardo school: Leonardo Gooi en omstreken.

Dorien Kok

Een overzicht van alle blog berichten is hier te vinden.

Nederlandse talenten: wel de start, maar niet de finish.

Om in het hoger onderwijs terecht te komen moet je eerst langs start: de basisschool. Daarna het Voortgezet Onderwijs.

Uit onderzoek is gebleken dat maar 16% van de Nederlandse talenten de finish haalt, oftewel een universitaire opleiding succesvol afsluit.
De rest haakt vroegtijdig af, in verband met ons huidige onderwijssysteem, dat niet gericht is op onderwijs aan getalenteerde en hoogbegaafde kinderen.

Dat er een link ligt met het huidige onderwijssysteem is denk ik wel bewezen door onderzoeken voor het basisonderwijs zoals van het AOB – 80% van de leerkrachten herkent een hoogbegaafd kind niet en een zelfde aantal leerkrachten weet niet wat het hoogbegaafde kind nodig heeft (2008)- en het recente gepubliceerde onderzoek van CNV Onderwijs over labelkinderen.

Het logisch gevolg van dat de overheid geen passend onderwijs biedt aan hoogbegaafden in Nederland is het ontstaan van de Leonardo scholen, voor basis onderwijs en voortgezet onderwijs (VO). Deze scholen bieden het spiegelbeeld aan onderwijs dat gegeven wordt aan kinderen die minderbegaafd zijn, oftewel het speciaal onderwijs.

Het gaat niet alleen om de technische mogelijkheden. Waar het ook om gaat is de inhoud, die er voor moet zorgen dat de student de VO opleiding zo passend ervaart dat hij of zij niet afglijdt van het VWO naar misschien wel de VMBO. Dat deze niet afhaakt omdat de manier van lesgeven niet hoort bij de manier van leren. Dat de studie een uitdaging is en de student niet 50% van de tijd niets te doen heeft, niet gemotiveerd en gestimuleerd wordt.

Er is sprake van groei op dit gebied, zoals door de Leonardo Colleges en de geplande 24 begaafdheidsprofiel scholen van de overheid zelf.

Deze andere manier van denken en doen voor getalenteerde leerlingen moet toch ook in het reguliere onderwijs opgepakt kunnen worden? We kunnen immers niet met zijn allen naar de Leonardo Colleges en de begaafdheidsprofiel scholen. Ze zijn ook niet overal voorhanden. Daarbij heeft elke Leonardo school een vast financieel tekort omdat passend onderwijs gewoon duurder is. Nu zijn het vaak de ouders die geld moeten regelen, via sponsoring of uit eigen portemonnee.

Op papier hebben we 4 onderwijsmodellen voor getalenteerde kinderen in het reguliere Voortgezet onderwijs: compacten en verrijken, individuele leerstoflijnen, VWO Plus programma’s en het Draaideurenmodel. In de praktijk hebben we een duidelijk gemis aan expertise, wil en inzet. Dit is echt specialistenwerk, daar moet je in investeren.

Leuke voorbeelden? Afdelingsleiders voor de brugklas die zeggen dat je met een IQ van 129 niet hoogbegaafd bent en daarom geen onderwijsaanpassingen nodig hebt en niet naar het VWO+ kan. Of een school die stopt met begaafdheidsprofiel school zijn omdat de leerkrachten geen zin hebben in extra’s voor leerlingen die er naar hun mening toch wel vanzelf komen, ze hebben toch talent? Oftewel: mensen die specialistisch werk moeten doen, maar absoluut geen specialist zijn op dit gebied.

Kijk daarom ook eens naar de onderwijspraktijk in de klassen, waar de werkelijke invulling van het stimuleren van talenten plaatsvindt. En kijk eens naar de vorming, oftewel de opleiding van de leerkrachten. Zij bepalen immers de praktijk.

Misschien kan voormalig landbouwminister Cees Veerman dit oppikken, nu hij is klaar is met de Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel.

Dorien Kok

Een overzicht van alle bog berichten is hier te vinden.