Categorie archief: LVS

Op weg naar maatwerk in het onderwijs.

schoolIn een paar dagen tijd in februari 2016 veel onderwijs in het nieuws.

De NCRV uitzending van De Monitor: ‘Gebruik ADHD-medicatie in 10 jaar tijd verviervoudigd: hoe kan dit?’

2 dagen later in KRO’s Brandpunt: ‘Basisschoolleerlingen krijgen deze week hun schooladvies; het toegangsbewijs tot een middelbare school. Hoe komt het studieadvies echt tot stand?’

De dag erna meldt de staatsecretaris Sander Dekker via de NOS: ‘Scholier mag beste vak op hoger niveau gaan doen.’

NCRV De Monitor
De uitzending van De Monitor geeft een helder beeld over de druk van scholen die ouders voelen om hun kind medicatie te geven. Als een druk kind onhandelbaar wordt in de klas, worden ouders al snel gevraagd hun kind te laten testen op ADHD of wordt er zelfs druk uitgeoefend om medicatie te nemen. Docenten lieten op hun beurt weten dat zij zich onder druk voelen gezet omdat ze vanwege de hoge werkdruk minder tijd hebben voor drukke kinderen. Niet alleen ouders en docenten, ook jeugdpsychiaters voelen zich onder druk gezet. Ze kunnen soms niet anders dan een pil voorschrijven omdat andere behandelingen niet vergoed worden en ze de kinderen toch willen helpen.

De maatschappelijke druk is duidelijk voelbaar. Het inzicht van scholen op hun eigen verantwoording en het spiegelen van het eigen aandeel in de problematiek van het kind niet. Het probleem wordt bij het kind gelegd. Waarom kijken we niet verder dan het gedrag? Wat is de rol van ons systeem in de kindproblematiek en welk effect heeft onderwijs op het kind als het geen maatwerk is?

KRO Brandpunt
Het schooladviesverhaal: In Nederland worden leerlingen met elkaar vergeleken, in hokjes geplaatst. Voortgezet onderwijs (VO) scholen gebruiken dit voor hun toelatingsbeleid. Jij ben zwak, jij bent sterk. Maximaal 20% van de kinderen gaat naar VWO, 30% naar HAVO en de rest naar VMBO. Dat is al jaren een vast gegeven.

Volgens het nieuwe systeem worden alle leerlingen die nu in de brugklas zitten geplaatst op het adviesniveau van de basisschool (PO). Het VO heeft daar op papier totaal geen invloed meer op. In de praktijk blijkt dat VO scholen proberen het schooladvies te omzeilen (Bron: VOSABB).

Pedagogisch gezien is dit een slecht systeem, kinderen krijgen al jong te horen dat ze zwak zijn. Die toegewezen handicap nemen ze de rest van hun leven mee. Het systeem vloekt ook met de talentbenadering, die wel wenselijk is. Minimum doelen stellen en kijken of het kind dit haalt is een beter startpunt. Maatwerk dus.

Cito geeft zelf trouwens aan dat hun toetsen niet bedoeld zijn voor schooladvies en dat kinderen niet als zwak beoordeeld worden, maar als ‘relatief’ zwak.

Zorgelijk
Deze 2 uitzendingen: zorgelijk. Echter, eigenlijk geen nieuws – dit is namelijk al lang bekend. Het roept wel de vraag op: wie gaat hier nu eindelijk op ingrijpen? Wie gaat er staan voor deze kinderen en zorgt er voor dat deze praktijken stoppen?

NOS artikel
In het NOS artikel duidt staatsecretaris Sander Dekker dat scholen meer maatwerk moeten gaan leveren. Losse vakken op een hoger niveau volgen kan nu al wel, maar volgens Dekker gebeurt het nog veel te weinig.

Scholieren mogen het vak waar ze het beste in zijn (maximaal één vak dus), op een hoger niveau volgen. Staatssecretaris Dekker vindt dat niet elk kind precies in het vakje vmbo, havo of vwo past. Mooi dat hij dat ook ziet. Als een VMBO-leerling bijvoorbeeld goed is in talen, mag hij of zij Engels ook op HAVO-niveau volgen. Op het diploma moet straks ook te zien zijn wanneer een leerling een vak op een hoger niveau heeft gevolgd.

Echter, andersom geldt het niet: een scholier mag het slechtste vak niet op een lager niveau volgen. “Als je dat zou invoeren, heb je ook niet meer het recht om een vervolgopleiding te doen. De waarde van een diploma is een groot goed en dat moeten we vasthouden”, vindt de staatssecretaris. Een meerderheid in de Tweede Kamer was daar wel voor.

Maatwerkonderwijs
Maatwerkonderwijs is een term die ik al geruime tijd gebruik in mijn ambitie om het Nederlandse onderwijs voor kinderen zo te maken dat er ‘geen kind meer tussen wal en schip valt’ (een term uit het Passend onderwijs beleid), waarbij we het onderwijs inrichten op de talenten van kinderen en hun eigen leerbehoeften en leertempo. In Nederland is er geen sprake van maatwerkonderwijs. Voor mij aanleiding om bezig te zijn met de opstart van een eigen school. Ik wil laten zien dat het anders moet én kan.

Maatwerkonderwijs leidt naar mijn mening op naar vermogen van het kind. Er zijn kinderen met bijvoorbeeld een rekendeuk of talenknobbel. Het kind past dan niet perfect in een van de onderwijsstromen, op sommige gebieden is er sprake van een niveauverschil. Een kind krijgt hiermee een diploma die alleen het minimum aan potentie en kennis laat zien. Het kind wordt in het Voortgezet onderwijs ingedeeld op zijn of haar zwakste punt.

Maatwerkonderwijs betekent op alle gebieden je hoogste niveau kunnen aantonen en halen, zonder dat het systeem of zelf de wet je ontwikkeling remt of hindert.

Ik wil dus veel verder gaan dan het nieuwe aanbod voor een maatwerkdiploma. Ik sta hierin niet alleen. Waarom is het onderwijs voor kinderen in een primair en voortgezet deel gescheiden, met bij dat laatste ook het VWO, HAVO en VMBO? Waarom zijn de PO-raad en VO-raad samen niet één raad? Waarom is er geen individueel maatwerkonderwijsplan voor ieder kind? Waarom delen we kinderen in op leeftijd in plaats van per vak op niveau? Het zou toch zelfs mogelijk moeten zijn om op onderdelen over te stappen naar het VO, terwijl andere vakken nog op PO worden gevolgd. Op- en doorstroom, niet alleen bij de kinderen waarvan het wel zeker is dat ze het aankunnen, maar vooral bij de laatbloeiers of de wat ongeïnteresseerde pubers die later beginnen met echt werken.

Leren is grenzeloos. Het huidige onderwijssysteem staat echter vol met muren, is ook niet gericht op wat het om hoort te draaien: het kind.

Vragen aan de staatssecretaris
Staatsecretaris Sander Dekker zei, in antwoord op mijn vraag over knelpunten in het huidige onderwijs aan hem: ‘het is mooi om de onderwijsvoortgang aan te passen aan de leerlingen en ik ben ook voorstander van gepersonaliseerd leren. Dit dient echter wel vorm te krijgen binnen de kaders van de wet.’

Mijn vervolgvraag aan hem is nu: waaróm kunnen we de waarde van bijvoorbeeld een diploma niet veranderen, het maatwerkonderwijs vraagt hierom en: zijn wij er voor die wet of hoort die er voor ons te zijn? Weg met die muren en grenzen! Waar is men bang voor, dat alle kinderen toptalenten blijken te zijn en gaan excelleren? Lijkt me toch een mooi einddoel! 😉

Dorien Kok
http://DorienKok.nl

Reportage De Monitor 14 februari 2016
http://www.npo.nl/de-monitor/14-02-2016/KN_1676826

Reportage Brandpunt 16 februari 2016
http://brandpunt.kro.nl/seizoenen/2015/afleveringen/16-02-2016/fragmenten/de-selectiefabriek

NOS artikel ‘Scholier mag beste vak op hoger niveau gaan doen’ 17 februari 2016
http://nos.nl/artikel/2087381-scholier-mag-beste-vak-op-hoger-niveau-gaan-doen.html

 

 

Onderwijs onderzocht: meerkeuzeopgaven van de Cito

Er is in het verleden al meerdere malen onderzoek gedaan naar of de keuze die Cito heeft gemaakt om de toetsing van de spellingvaardigheid als een onderdeel van het dictee te vervangen door een meerkeuzetoets verantwoord is. Het antwoord daarop is een heel helder: nee, ‘het meerkeuzedeel van de Cito is niet valide, diagnostisch onbruikbaar en didactisch nutteloos’. Ik citeer hierbij uit het 2014 onderzoek van Bosman & Schraven – ‘Meerkeuzeopgaven van de Cito- spellingtoets zijn echt niet valide’ (2014).  Lees hier meer over spelling en meerkeuzevragen.

Die uitkomsten zijn heel helder, helaas niet voor Cito zelf blijkt. Ook de politiek komt er niet uit, ook al is men wel verbijsterd hierover.

Mij gaat het nu om de meerkeuzevragen buiten spelling. Ik heb het over de “Welke in de rij hoort er niet bij?” vragen. Want daar valt ook wel een en ander over te zeggen.

Al jaren hebben we hier thuis aan de eettafel pret met de “Welke in de rij hoort er niet bij?” vragen van Cito, die door mijn werk regelmatig voorbij komen. Niet alleen omdat we graag spelen met taal, maar ook omdat de vraag er om vraagt: er is ruimte voor veel interpretatie, oftewel: hoe lees je de vraag en antwoordmogelijkheden.

Bij meerkeuzevragen is er geen ruimte voor meerkeuzeantwoorden. Iemand heeft bedacht welk antwoord goed is, de rest is fout. De bedenker van de toets denkt tijdens het maken hiervan gericht vanuit zijn eigen invalshoek. Veel kinderen (onder andere hoogbegaafden en visuele-ruimtelijke denkers) bekijken de vraag en antwoorden vanuit alle hoeken die er maar zijn, wat ook veel tijd kost.

En dat is mijn punt: voor velen is de rest niet fout. Het creatieve denken wordt hiermee ook absoluut niet gestimuleerd.

Vorige week kwam de volgende vraag vanuit het huiswerk van Amy (groep 7) langs op Facebook:

Welke in de rij hoort er niet bij?: peer – appel – banaan – kers

Vele mensen hebben een erg leuke middag gehad met deze vraag:
Banaan, de andere 3 hebben een pit(ten).*
Banaan, is de enige waar de schil af moet voordat je deze kunt eten.
Banaan, is de enige die niet van Europa kan komen.
Banaan, is de enige zonder de letter E.

Appel omdat het de enige die met een klinker begint.
Appel is de enige die een beetje heel blijft in je schooltas.

Kers! Die wordt als enige niet bruin als je ‘m even aangesneden laat liggen.
Het is de kers! Want met kers kan je verven.
Kers, want dat is de enige met een pit (steen) waar je een kussen van kan maken.
Kers, je hebt een bewaarbox voor een appel in de vorm van een appel. Dat zelfde geldt voor de banaan en de peer, maar niet voor de kers!
Een appel, peer en banaan kan je makkelijk schillen voordat je het eet. Maar een kers niet.
Kers

Het ‘juiste’ antwoord komt onderaan deze blog. Lees dus graag nog even door.

Een andere leuke – ook voor op verjaardagen 😉
Welke in de rij hoort er niet bij?: auto bus vrachtauto vliegtuig?

Een vaak besproken Cito-vraag. Vliegtuig hoort daar niet tussen, want die kan vliegen. Andere antwoorden zijn echter ook logisch te beredeneren: vrachtwagen, want die vervoert voornamelijk goederen en de rest voornamelijk mensen. Vrachtwagen nogmaals: alleen met die ga je niet op vakantie. Auto: dat is de enige die in een parkeergarage past.

Er bestaat nog een categorie meerkeuzevragen, die een ‘verhaal’ als basis hebben. Niet alleen voor minder talige kinderen zijn verhaal-sommen lastig, ook voor kinderen die verder denken of creatief denken:

Jantje fiets 5 kilometer per uur.
Hij moet naar de andere kant van de brug. Daar is zijn huis, op 7.5 kilometer afstand. Hoe lang doet Jantje er over om thuis te komen. Er zijn 4 antwoordmogelijkheden gegeven.

Deze vraag heb ik in de lijn van oefen Cito-vragen zelf bedacht voor mijn praktijk. Reacties van kinderen: tja, vertrekt Jantje wel meteen, of blijft hij eerst kletsen. Wie is Jantje eigenlijk en in welk dorp woont hij. Ken ik die route, ik woon immers ook bij een brug. Heeft hij wind mee of wind tegen. Is het een rechte brug of moet hij hoogtje op en hoogtje af. Kan de brug trouwens open, dan kan het namelijk zijn dat hij moet wachten. Moet hij onderweg schuilen tegen de regen. Moet je de brug meerekenen of na de brug beginnen. Etc etc. Ondertussen tikt de klok gewoon door.

Kwalitatief indicatief onderzoek CITO bij hoogbegaafde kinderen
Marleen van Dijk, orthopedagoge, heeft samen met Nienke Ryan en B. Noorland gekeken naar de effectiviteit van Cito toetsen bij hoogbegaafde kinderen. Bij creatief denkende kinderen bemerk je het zelfde effect als zij hebben gemeten.

Hun bevindingen: de kinderen proberen te achterhalen wat de vraag eigenlijk wil meten en werden verward door zaken die niet kloppen. Voorbeeld: als in de tekst staat dat mensen ijsjes gaan kopen en het regent of als er informatie toe wordt gevoegd die er niet toe doet. Dit zien we ook vaak terug bij plaatjes bij de vragen. Ook als er zaken worden benoemd met namen die op meerdere manier uit te leggen en te begrijpen zijn. Dit maakte de kinderen onzeker, maar vertraagt hen ook bij het maken van de toets. Dit terwijl het werkelijke doel – meten wat de kinderen geleerd hebben – niet in kaart werd gebracht.

Daarnaast wordt voorbij gegaan aan bepaalde specifieke kenmerken van oa hoogbegaafde kinderen en ook visuele-ruimtelijke denkers, bijvoorbeeld dat zij vaker problemen hebben met automatiseren. Problemen hebben met automatiseren zegt niets over de intelligentie, vragen die hier een beroep op doen en niet goed beantwoord worden beïnvloeden echter wel de totaal score. Er worden dus conclusies getrokken uit de test terwijl de inhoud niet aansluit bij het kind.

Ook worden in vragen problemen beschreven  die niets met de werkelijkheid te maken hebben of niet relevant zijn. De kinderen begrijpen het doel van de vraag dan niet en worden onzeker, waardoor er meer fouten gemaakt worden. Ook hier streeft de toets zijn doel voorbij, want er wordt niet gemeten wat de kinderen kunnen of hebben geleerd.  Deze kinderen hebben het vermogen om oplossingen te vinden voor echte problemen, zij raken echter verward door ‘domme’, ongeloofwaardige voorbeelden.

“Iedereen weet toch dat een poes 4 poten heeft, dat kan het antwoord dus echt niet zijn. Daar zit meer achter. Misschien moet ik de staart wel mee tellen, dus dan is het antwoord 5!”

Zij kunnen zich dan niet voorstellen dat dit werkelijk gevraagd wordt en gaan er meer achter zoeken – met verkeerde antwoorden tot gevolg.

Het komt bij deze groep kinderen ook regelmatig voor dat ze meer over het gestelde onderwerp weten dan diegene die de vragen gemaakt heeft.  De kinderen kunnen dan niet voor antwoorden kiezen omdat de vragen niet (helemaal) kloppen

De terechte conclusie: de Cito toets meet wat het kind kan, maar zou zich meer moeten richten op waartoe het kind in staat is. Dit is afhankelijk van de methodes die worden gebruikt om kinderen iets te leren, de competentie van de leerkracht en de wijze waarop getoetst wordt. Het gevaar van zoveel variabelen is dat het vormen van conclusies over de invulling van onderwijs voor het kind op basis van de resultaten van de Cito niet aansluit bij het kind en zeker niet zal leiden tot ontwikkeling van het aanwezig potentieel.

Eerst zou gemeten moeten worden of de methodes effectief zijn per kind, of de competenties van de leerkracht toereikend zijn en welke wijze van testen voor welk kind het meest geschikt is.

Tot die tijd gaat de meerkeuzevraag aan diens doel voorbij. Ik heb dit enkele jaren geleden samen met Lilian van der Poel (stichting 360grView) besproken met Cito. Helaas zonder effect. Mijn advies aan ouders is dan ook: ga oefenen op de vraagstelling van de meerkeuzevragen. Niet om de scores van je kind te verhogen, maar om je kind te laten snappen wat Cito bedoelt.

Cito (voorbeeld) rekentoetsen
Voor wie nog meer geïnteresseerd is in toetsen en meten, buiten de meerkeuzevragen om:
ten aanzien van de Cito (voorbeeld) rekentoetsen zijn er ook vraagtekens, iets waar Ben Wilbrink (vraagontwerp, toetszaken) en Henk Pfaltzgraff (wiskunde) zich in ruime mate in verdiept hebben. Die rekenvaardigheid toetst vooral het werkgeheugen, wat absoluut niet het doel hoort te zijn van een toets. De heren spreken over kronkels die moeten worden recht gestreken en over de mogelijkheden om mis te interpreteren. Dit heeft niets met rekenvaardigheid te maken, net zoals de ook hier aanwezige afleidende en niet van toepassing zijnde afbeeldingen in de toetsen. Lees hier meer over de rekentoetsen.

NPO 1 Radio – Arthur Umbgrove maakt zich druk over de Cito-toets: Cito is niet de oplossing, maar het probleem. Creativiteit wordt niet op prijs gesteld. Daarnaast is er sprake van stigmatisering. De test test ook maar één intelligentie.

Uitslag
En dan nog de beloofde uitslag van ‘Welke in de rij hoort er niet bij?’ vraag: peer – appel – banaan – kers. Er zijn in totaal 141 verschillende antwoorden gegeven op deze ene ‘simpele’ vraag. Banaan is de absolute winnaar met 71%. Ook juf bevestigt dat banaan de juiste keuze is. Uitleg waarom, daar was helaas geen tijd voor. Juf bevestigt wel dat er in de praktijk meerdere antwoorden mogelijk waren.

Het onderzoek van Amy:

Amy Huikeshoven met haar uitwerkingen.

De naam en foto’s van Amy zijn met toestemming van haar moeder geplaatst.

Ook interessant: Kleuters en Cito.

* Reactie op de opmerking dat een banaan geen pitjes heeft: hoewel de zaden uit de bananen die wij eten zijn gekweekt heeft een banaan oorspronkelijk echt wel zaadjes! Zou net zoiets zijn als zeggen dat er in een druif geen pitjes zitten alleen omdat wij ze zo aanpassen dat er ze ook zonder kunnen kopen.

Dorien Kok
http://DorienKok.nl

Onderwijs uitgelegd: Doortoetsen

DoortoetsenAls een ouder of school denkt dat een leerling een ontwikkelingsvoorsprong of hiaten (het ontbreken van kennis) heeft of als hoogbegaafd is gezien moet een school deze leerling gaan ‘doortoetsen’. Ook als de leerling verder is dan de geboden leerstof of als uit de DLE scores blijkt dat een kind voorloopt.

Wat betekent doortoetsen voor een leerling met een leervoorsprong?

Doortoetsen: wat is dat?
Bij doortoetsen verzamel je informatie over een individuele leerling zodat je kunt zien wat het startpunt is voor je onderwijsaanbod. Het geeft een duidelijk beeld waar een leerling didactisch (onderwijstechnisch) staat in de ontwikkeling, iets wat een IQ test niet doet. Het kan – als de leerling niet onderpresteert en het doortoetsen goed wordt gedaan – duidelijkheid geven en voorkomt discussie intern of tussen school en ouders. Het vormt een aantoonbare basis om beslissingen te nemen voor een leerling. Het duidt ook of de leerling op slechts één vlak voorloopt of op meerdere vlakken, of het meer kan of op juist de tenen loopt. Het resultaat geeft geen inzicht in wat deze leerlingen niet kunnen.

Het is ook een hulpmiddel bij de keuze om wel of niet te versnellen – tussentijds doorstromen naar het volgende leerjaar. Doortoetsen is niet een eenmalige gebeurtenis, maar een proces van herhaling. Het is natuurlijk erg belangrijk dat school en de leerkracht iets kan met de resultaten. Als dit niet zo is, is hulp van buitenaf een must.

Wie doortoetsen
Niet alleen leerling waarvan de leervoorsprong zichtbaar is toets je door. Het doortoetsen kan ook andere vraagtekens over een leerling helder maken, bijvoorbeeld bij leerlingen die zich anders gedragen dan verwacht. Heeft een leerling zich misschien aangepast aan school (onderpresteren). Leerlingen die geen belangstelling tonen voor het huidige onderwijsaanbod, ongepast gedrag laten zien of gedemotiveerd zijn en daardoor niet gezien worden als ‘snelle snapper’ moeten ook doorgetoetst worden.

We hebben het hier ook over kleuters.

Het doortoetsen
Voor de start van het doortoetsen moet er eerst een onderzoeksdoel vast worden gesteld: niveaubepaling, mogelijk versnellen, hiaten opsporen of een andere reden.

Het afnemen van de toetsen vanuit het leerlingvolgsysteem (LVS) is specialistenwerk. Gedrag als aanpassen, faalangst en onderpresteren moet gesignaleerd worden. Dit kan immers de uitslag beïnvloeden. Ook wie de toetsen afneemt kan van grote invloed zijn. Per schooljaar zijn er 2 toetsen per vaardigheid (het lezen, hoofdrekenen, spellen, rekenen/wiskunde en begrijpend lezen) beschikbaar. Bijna alle toetsen worden in januari en juni afgenomen. Startpunt is de kalendertechnisch eerstvolgende leerstofafhankelijke toets, waarvan de leerstof nog niet is behandeld in de klas of met de leerling. Tempotoetsen zijn geen onderdeel van het doortoetsen.

Het gaat er niet om dat de leerling de toets foutloos maakt. Je kijkt alleen naar de totaalscore. Als de leerling een score A, B, of C haalt pak je er de eerstvolgende toets bij en neem je die ook af. Fouten worden geanalyseerd en geïnterpreteerd. Bij onverwachte uitval ga je nog verder met doortoetsen.

Groep 8 niveau
Er zijn geen verdere toetsen meer die aansluiten bij het niveau van de leerling als deze de lesstof van groep 8 vóór groep 8 (ruim) beheerst. Doortoetsen kan dus niet. Het is dan raadzaam om, bijvoorbeeld één keer per jaar, een toets af te nemen om vast te stellen of de lesstof bij de leerling beklijft en er geen terugval plaatsvindt. Dan moet zeker de lesstof aangepast worden.

Lesaanpak
Iets wat een leerling beheerst hoeft hij niet meer te leren. De foutenanalyse geeft aan wat een leerling nog niet beheerst. Je kijkt naar mogelijke hiaten of dat het gehele hoofdstuk nog niet beheerst wordt. Is er sprake van hiaten of wordt het hoofdstuk nog niet volledig beheerst dan wordt hier instructie en oefening op gezet, waarbij de mate van benodigde oefening lager zal zijn dan bij andere leerlingen. Ook het aantal leerstappen zal mogelijk minder zijn.

Aandachtspunt is dat deze leerling de rest van diens schoolcarrière waarschijnlijk geen 10 onderwijsmaanden nodig heeft voor een schooljaar, mogelijk beheerst het de leerstof zelfs in de helft van de tijd. Iets wat dus ook meteen gestart moet worden is het compacten (indikken leerstof) en verrijken (leerstof die tegemoet komt aan de specifieke leerlingbehoeften). Dit moet serieuze leerstof zijn, zodat deze leerlingen echt iets te doen heeft wat zoden aan de dijk zet. Het is niet de bedoeling dat de leerlingen maar een beetje bezig gehouden worden.

Versnellen
Soms is de voorsprong zo groot dat nadenken over versnellen verstandig is. Hierbij speelt niet alleen het doortoetsresultaat een rol, maar ook zullen ouders en school rekening moeten houden met factoren als welbevinden, aansluiting, persoonlijke omstandigheden enz. Observatie maar ook heldere communicatie tussen school en ouders spelen hierbij een belangrijke rol. Indien nodig is het verstandig hier een derde partij bij te betrekken, zoals een HB-specialist.

De Versnellingswenselijksheidslijst van het CBO in Nijmegen kan een tool zijn bij de besluitvorming hierover.

Lees ook:

Onderwijs uitgelegd: DL en DLE, wat kun je daar als ouder mee.

Onderwijs onderzocht: Versnellen, ja of nee.

Dorien Kok

Mijn blog

In mijn blog vertel ik over oa onderwijs, hoogbegaafdheid, ADHD, ADD, autisme, dyslexie, beelddenken, fixatie disparatie, Leonardo en ander (voltijds) HB onderwijs en Ik leer anders. Soms incidenteel ook over een ander onderwerpen.

Hoe vind ik een blog?

– Voor alle blogberichten: scroll naar beneden

– Voor een specifieke blog: selecteer een titel in onderstaande lijst.

– Klik rechtsboven op Categorie en maak een keuze naar onderwerp.

– Vul rechtsboven bij Zoeken een zoekterm in zoals titel of onderwerp.

De nieuwste blogs staan bovenaan.

Veel leesplezier.

Dorien Kok

Via de tab Meer… komt u op mijn andere websites. 

Vragen aan de staatssecretaris oktober 2015

‘Scholen schenken deze week extra aandacht aan pesten’ september 2015

Onderwijs onderzocht: meerkeuzeopgaven van de Cito september 2015

Oproep i.v.m. onderzoek naar hoogbegaafdheid en pesten september 2015

Als je er niet uit komt met school. september 2015

Thuiszitters, ruim 5 jaar later. september 2015

Passend onderwijs = Geen kind tussen wal en schip! september 2015

Waarom het zo belangrijk is om baby’s regelmatig op hun buik te leggen maart 2015

Anders zijn november 2014

IQ testen: Rakit-2 november 2014

Een cocon om je kind houden. november 2014

Met borstvoeding geen beugelbekkie… september 2014

Logopedie en hoogbegaafdheid april 2014

Onderwijs uitgelegd: doortoetsen februari 2014

Wachtkamerkind februari 2014

Onderwijs in terra incognita: over thuisonderwijs en hoogbegaafdheid  Herblogd van Sytze Steenstra Blog januari 2013

Onderwijs onderzocht: Versnellen, ja of nee december 2013

Vol hoofd december 2013

Onderwijs onderzocht: meer motivatie vanuit werken in groepjes oktober 2013

Uw brein is een regenwoud oktober 2013

Mogen peuters nog peuteren en kleuters nog kleuteren september 2013

Kleuters en Cito september 2013

Leerproblemen september 2013

Verschil in snelheid van informatieverwerking tussen tienerjongens en -meisjes. september 2013

Oproep ouders en scholen voor het vervolgonderzoek dyslexie en hoogbegaafdheid door Universiteit Utrecht  juli 2013

Onderzoeksrapport: ‘Slimme leerlingen krijgen extra stof, maar geen extra aandacht’ maart 2013

Oproep: ‘Hoogbegaafd en beelddenken’ Onderzoek naar de visueel-ruimtelijke en verbale informatieverwerking bij hoogbegaafde kinderen. maart 2013

“Waar een klein land groot in moet worden” maart 2013

De littekens die pesten achterlaat.  maart 2013

Ontwikkelingsstoornissen juist diagnosticeren: kijk ook in het brein februari 2013

Wie schrijft die blijft. februari 2013

Echt excellente scholen februari 2013

We are the people we’ve been waiting for december 2012

Een vol hoofd – balans tussen denken, voelen en doen november 2012

Onderzoek: We feel, therefore we learn november 2012

Nieuw onderzoek naar excellentie op scholen oktober 2012

Pavlov: Dolores Leeuwin over intelligentie oktober 2012

HB en dyslexie onderzoek Universiteit Utrecht oktober 2012

Onderzoek: hoe aanstaande leerkrachten kunnen worden opgeleid voor onderwijs aan hoogbegaafde kinderen september 2012

Werken met picto’s, thuis en op school september 2012

Zeilen voor passend onderwijs voor thuiszitters augustus 2012

Verkiezingen 2012: de politiek en passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen augustus 2012

Born tot learn juni 2012

Onderwijs uitgelegd: DL en DLE, wat kun je daar als ouder mee februari 2012

Linker vs rechter hersenhelft  januari 2012

Over nieuwe richtlijnen AD(H)D juni 2011

Er is geen weg terug naar passend onderwijs maart 2011

Wat is nou eigenlijk beelddenken februari 2011

Onderzoek hoogbegaafdheid februari 2011

Antwoorden van de Minister van Onderwijs januari 2011

‘Onderwijs hoogbegaafde kinderen onder druk’ december 2010

Een lief meisje juli 2010

School hoogbegaafde kinderen in nood juni 2010

Van H naar Beter juni 2010

Je kind als tegenstander juni 2010

Nederlandse talenten: wel de start, maar niet de finish juni 2010

PVDA: ‘hoogbegaafde kinderen kosten klauwen vol geld’ juni 2010

Het meisje met de vleugels juni 2010

Het verhaal van Imme Kors mei 2010

Rondom labelkinderen mei 2010

Dag van de Hoogbegaafdheid mei 2010

Effecten créche bezoek mei 2010

Bart Simpson actie van een hoogbegaafd kind mei 2010

Oproep voor leerkrachten, IB-ers en schooldirecteuren basisonderwijs mei 2010

Is thuisonderwijs in strijd met het belang van het kind? mei 2010

Reken even mee april 2010

Een verraderlijke kloof? april 2010

Slaap kindje slaap april 2010

Laat dat kind toch spelen april 2010

De vroege lezer april 2010

Hyperactiviteit april 2010 – video

Petitie Passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen april 2010

Spijbelaar april 2010

Sociaal-emotioneel achter? maart 2010

Sta open voor de kind maart 2010

Dag van de Leerplicht maart 2010

How can you encourage a child maart 2010 – video

Waarom speciaal onderwijs voor hoogbegaafde kinderen maart 2010

Gewoon geen dyslexie! maart 2010

Vluchten of aanvallen maart 2010

Het gevaar van de nieuwe DSM: V maart 2010

Het sprookje van Ritalin en het placebo effect maart 2010

Zet het onderwijs op je agenda! maart 2010

Onderzoek thuiszitters – Hogeschool Utrecht maart 2010

Feest! maart 2010

Onderzoek sociaal-emotionele ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen februari 2010

Hoogbegaafde thuiszitters februari 2010