Categorie archief: leerplicht

Wet- en regelgeving rondom ouderschap en onderwijs.

839Ouders zijn maar zelden op de hoogte van de wet- en regelgeving rondom ouderschap en onderwijs. Hieronder staat (een deel van de) relevantie informatie over rechten en plichten van ouders en scholen. Ouders kunnen gebruik maken van deze informatie om te staan voor het belang en de ontwikkeling van hun kind. Ouders kunnen hiermee scholen en andere betrokken partijen duidelijk maken vanuit welk kader gehandeld moet worden. Ouders zijn maar zelden op de hoogte van de wet- en regelgeving rondom ouderschap en onderwijs. Hieronder staat (een deel van de) relevantie informatie over rechten en plichten van ouders en scholen. Ouders kunnen gebruik maken van deze informatie om op te staan voor het belang en de ontwikkeling van hun kind. Ouders kunnen hiermee scholen en andere betrokken partijen duidelijk maken vanuit welk kader gehandeld moet worden.

Artikel 1:247 1&2 Burgerlijk Wetboek – Verzorging en opvoeding door beide ouders

  1. Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden.
  2. Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.

Artikel 3 IVRK Het belang van het kind

1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging.
2. De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn of haar welzijn, rekening houdend met de rechten en plichten van zijn of haar ouders, wettige voogden of anderen die wettelijk verantwoordelijk voor het kind zijn, en nemen hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen.
3. De Staten die partij zijn, waarborgen dat de instellingen, diensten en voorzieningen die verantwoordelijk zijn voor de zorg voor of de bescherming van kinderen voldoen aan de door de bevoegde autoriteiten vastgestelde normen, met name ten aanzien van de veiligheid, de gezondheid, het aantal personeelsleden en hun geschiktheid, alsmede bevoegd toezicht.

Artikel 28 IVRK Recht op onderwijs

1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op onderwijs, en teneinde dit recht geleidelijk en op basis van gelijke kansen te verwezenlijken, verbinden zij zich er met name toe:a. primair onderwijs verplicht te stellen en voor iedereen gratis beschikbaar te stellen;b. de ontwikkeling van verschillende vormen van voortgezet onderwijs aan te moedigen, met inbegrip van algemeen onderwijs en beroepsonderwijs, deze vormen voor ieder kind beschikbaar te stellen en toegankelijk te maken, en pas- sende maatregelen te nemen zoals de invoering van gratis onderwijs en het bieden van financiële bijstand indien noodzakelijk;c. met behulp van alle passende middelen hoger onderwijs toegankelijk te maken voor een ieder naar gelang zijn capaciteiten; d. informatie over en begeleiding bij onderwijs- en beroepskeuze voor alle kinderen beschikbaar te stellen en toegankelijk te maken;e. maatregelen te nemen om regelmatig schoolbezoek te bevorderen en het aantal kinderen dat de school vroegtijdig verlaat, te verminderen.
2. De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen om te verzekeren dat de wijze van handhaving van de discipline op scholen verenigbaar is met de menselijke waardigheid van het kind en in overeenstemming is met dit Verdrag.
3. De Staten die partij zijn, bevorderen en stimuleren internationale samenwerking in aangelegenheden die verband houden met onderwijs, met name teneinde bij te dragen tot de uitbanning van onwetendheid en analfabetisme in de gehele wereld, en de toegankelijkheid van wetenschappelijke en technische kennis en moderne onderwijsmethoden te vergroten. In dit opzicht wordt met name rekening gehouden met de behoeften van ontwikkelingslanden.

Artikel 29 IVRK Onderwijsdoelstellingen

1. De Staten die partij zijn, komen overeen dat het onderwijs aan het kind dient te zijn gericht op:a. de zo volledig mogelijke ontplooiing van de persoonlijkheid, talenten en geestelijke en lichamelijke vermogens van het kind;b. het bijbrengen van eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en voor de in het Hand- vest van de Verenigde Naties vastgelegde beginselen;c. het bijbrengen van eerbied voor de ouders van het kind, voor zijn of haar eigen culturele identiteit, taal en waarden, voor de nationale waarden van het land waar het kind woont, het land waar het is geboren, en voor andere bescha- vingen dan de zijne of de hare;d. de voorbereiding van het kind op een verantwoord leven in een vrije samenleving, in de geest van begrip, vrede, verdraagzaamheid, gelijkheid van geslachten, en vriendschap tussen alle volken, etnische, nationale en godsdienstige groepen en personen behorend tot de oorspronkelijke bevolking;e. het bijbrengen van eerbied voor de natuurlijke omgeving.
2. Geen enkel gedeelte van dit artikel of van artikel 28 mag zo worden uitgelegd dat het de vrijheid aantast van individuele personen en rechtspersonen, onderwijsinstellingen op te richten en daaraan leiding te geven, evenwel altijd met inachtneming van de in het eerste lid van dit artikel vervatte beginselen, en van het vereiste dat het aan die instellingen gegeven onderwijs voldoet aan de door de Staat vastgestelde minimumnormen.

Artikel 8 Wet op het primair onderwijs – Uitgangspunten en doelstelling onderwijs

  • 1 Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.

  • 2 Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden.

  • 3 Het onderwijs:

    • a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving,

    • b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en

    • c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.

  • 5 Het bevoegd gezag stelt ten minste eenmaal in de 4 jaar een schoolondersteuningsprofiel vast.

  • 6 De scholen gebruiken een leerling- en onderwijsvolgsysteem waaruit de vorderingen in de kennis en vaardigheden blijken op het niveau van de leerling, de groep en de school. Het leerling- en onderwijsvolgsysteem bevat toetsen die kennis en vaardigheden van de leerling meten in elk geval op het terrein van de Nederlandse taal en rekenen en wiskunde, met inachtneming van de referentieniveaus Nederlandse taal en de referentieniveaus rekenen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen.

  • 7 De toetsen, bedoeld in het zesde lid, voldoen aan het kwaliteitsoordeel van een door Onze minister aangewezen onafhankelijke commissie betreffende inhoudelijke validiteit, betrouwbaarheid en deugdelijke normering. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften omtrent het leerling- en onderwijsvolgsysteem en de daaraan verbonden toetsen worden vastgesteld.

  • 8 De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, en omtrent leerlingen die onderwijs volgen als bedoeld in artikel 165.

  • 9 Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat:

    • a. de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende schooljaren de school kunnen doorlopen;

    • b. de leerlingen in 8 schooljaren ten minste 7520 uren onderwijs ontvangen, met dien verstande dat de leerlingen in de eerste 4 schooljaren ten minste 3520 uren onderwijs en in de laatste 4 schooljaren ten minste 3760 uren onderwijs ontvangen, en aan de leerlingen in de laatste 6 schooljaren ten hoogste 7 weken van het schooljaar 4 dagen per week onderwijs wordt gegeven, die evenwichtig zijn verdeeld over het schooljaar, bij een schoolweek van in beginsel niet minder dan 5 dagen onderwijs, en

    • c. de onderwijsactiviteiten evenwichtig over de dag worden verdeeld, tenzij afwijking van deze verdeling van belang is in verband met activiteiten in het kader van het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden.

  • 10 Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat leerlingen die in verband met ziekte thuis verblijven dan wel zijn opgenomen in een ziekenhuis, op adequate wijze voldoende onderwijs kunnen genieten.

  • 11 Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal, waarin ook door middel van vroegschoolse educatie kan worden voorzien.

Artikel 2 Wet voortgezet onderwijs

  • 1 Het voortgezet onderwijs, bedoeld in deze wet, omvat het onderwijs dat wordt gegeven na het basisonderwijs en na het speciaal onderwijs. Het omvat niet het voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, educatie en beroepsonderwijs als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs en het hoger onderwijs.
  • 2 Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.

Artikel 2a. Bevoegdheid schoolonderwijs

Voortgezet onderwijs mag slechts worden gegeven door degene die daartoe ingevolge deze wet bevoegd is.

Motie kenmerk: 31497, nr. 218 Passend onderwijs; Motie van de leden Rog en Ypma

Met de motie Rog/Ypma wordt de regering verzocht om te bevorderen dat schoolbesturen en samenwerkingsverbanden ten behoeve van het leerrecht van kinderen samenwerken met externe particuliere onderwijs- en zorgaanbieders, waarbij leerlingen die deels maatwerk ontvangen op een andere locatie dan de school waar zij staan ingeschreven, ook in aanmerking komen voor bekostiging. Deze motie is aangenomen. Lees hier inhoudelijk over deze motie. Scroll naar Uitvoering motie Rog/Ypma.

Scholen & de AVG

Onder andere scholen verzamelen en gebruiken veel gegevens van leerlingen. Ook wisselen ze deze gegevens uit, bijvoorbeeld met andere scholen. Welke gegevens mogen scholen bijhouden van hun leerlingen? Wat mogen scholen doen met de persoonsgegevens van leerlingen en ouders? Wat mag wel en niet bij de overdracht van gegevens van leerlingen naar een nieuwe school? Hoe lang mag een school het leerlingdossier bewaren? Hebben ouders recht op inzage in het leerlingdossier van hun kind? Mag d leerplichtambtenaar gegevens opslaan van kinderen die geoorloofd verzuim hebben? Mogen instanties informatie over jouw als ouder of over je kind uitwisselen of opslaan zonder specifieke toestemming of uitleg waarom?

Onder de huidige Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) geldt onder de de informatieplicht van scholen. Vanaf 25 mei 2018 geldt de nieuwe Europese privacywet, de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Met de komst van de AVG krijgen scholen meer verantwoordelijkheden om de persoonsgegevens van  leerlingen goed te beschermen. Welke regels dan gelden, staat in dossiers Scholen & de AVG en AVG & Onderwijs.

Wat kan ik zelf doen ten aanzien van persoonsgegevens?

Gebruikt een organisatie uw persoonsgegevens? Dan heeft u het recht om dit te weten. Bent u het niet eens met het gebruik van uw gegevens? U staat niet machteloos. De Wet bescherming persoonsgegevens geeft u een aantal privacyrechten. Zoals het recht om uw gegevens in te zien en het recht om verbetering of verwijdering van uw gegevens te vragen.

Wilt u gebruikmaken van uw privacyrechten? De Autoriteit Persoonsgegevens heeft verschillende voorbeeldbrieven die u kunt gebruiken om uw verzoek in te dienen.

Lees ook
#wiepakthetop Over bewustwording van het feit dat er in Nederland voor het kind vaak niet gehandeld wordt volgens de wet.
Psychische kindermishandeling is strafbaar. Ook in het onderwijs?
Als je er niet uit komt met school.

Dorien Kok
http://DorienKok.nl

 

#wiepakthetop Over bewustwording van het feit dat er in Nederland voor het kind vaak niet gehandeld wordt volgens de wet. 

Wie pakt het op WG

Met deze tweet richting de Onderwijsinspectie en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen startte Wanda Glebbeek op 9 april 2018 de campagne #wiepakthetop op Twitter. Een dag later was er een werkgroep*, al heel snel gevolgd door het eigen Twitteraccount @Wiepakthetop.

Volgens onderzoek zijn Nederlandse kinderen de gelukkigste kinderen van de westerse wereld. Toch vallen er veel kinderen voor wat betreft onderwijs ‘buiten de boot’ of ‘tussen wal en schip’, omdat ze niet de aandacht en zorg krijgen die ze verdienen en nodig hebben. Dat zoveel kinderen in Nederland niet mee kunnen doen op school of zelfs als thuiszitter geen onderwijs krijgen, is mede het een gevolg van de staat van het onderwijs en het huidige onderwijssysteem. Iets wat nog door te weinig mensen wordt gezien en erkend. 

De campagne draait om bewustwording. Bewustwording van het feit dat er in Nederland vaak niet gehandeld wordt volgens de wet. 

Artikel 1:247 1&2 Burgerlijk Wetboek (BW) geeft de plichten en rechten van beide ouders aan. Deze rechten van ouders worden stelselmatig gegenereerd en/of geschonden, waardoor ze niet in staat worden gesteld om aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen. 

De rechten van kinderen zijn vastgelegd in het internationale verdrag voor de rechten van het kind. Deze rechten, beschreven in Artikel 3, 28 & 29 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), worden in het huidige onderwijssysteem stelselmatig gegenereerd en/of geschonden.

Daarnaast vormen artikel 8 Wet Primair Onderwijs (WPO) en artikel 2 Wet Voortgezet Onderwijs (WVO) de leidraad om maatwerk te creëren binnen het onderwijs, maar dit wordt zelden op die manier uitgevoerd. Daarmee schenden of mijden scholen de wettelijke zorgplicht en voldoen samenwerkingsverbanden niet aan de plicht om te zorgen voor een ‘dekkend aanbod’.

Dit geldt niet alleen voor de scholen, maar ook de overheid en diens uitvoerders zoals de onderwijsinspectie. Er wordt namelijk niet, of nauwelijks gehandhaafd op het mijden en schenden van de zorgplicht en het niet bieden van een dekkend aanbod. Ouders worden vaak geconfronteerd met allerlei maatregelen, drang en dwang, wanneer hun kind vastloopt op school, terwijl een professionele organisatie, namelijk de school, vrijuit gaat.

Je kunt zeggen, dan ga je toch naar een andere school? Zo makkelijk is dat echter niet. De reputatie van ouders en kind snelt ze vooruit, ondanks de wet op de privacy. Gevolg is dat scholen ongefundeerd weigeren een kind aan te nemen.

Ouders zijn verantwoordelijk voor het welzijn en de ontwikkeling van hun kind, maar hebben geen enkel middel voorhanden om, qua onderwijs, te zorgen dat hun kind krijgt wat het nodig heeft. Sterker nog, ondanks het feit dat het buiten de invloedssfeer van de ouders ligt om passend onderwijs te creëren en je in de praktijk afhankelijk bent van wel of geen ‘goodwill’, wordt het ouders wel aangerekend als hun kind niet naar school kan. Er is steeds vaker sprake van een valse Veilig Thuis melding. Ouders worden gedwongen om hun kind naar een school te laten gaan waar het niet veilig is, geen passend aanbod is en waar het kind vooral ook niet gelukkig is. Waarmee ouders regelmatig gedwongen worden te handelen in strijd met artikel 1:247 BW omdat hen bovendien geen enkel machtsmiddel ter beschikking staat. 

Vandaar de vraag aan de regering, #wiepakthetop? Daarnaast ligt er  de vraag #wiezetnudoor, in het belang van het kind.

Alle #wiepakthetop berichten op Twitter lees je hier.

Dorien Kok

* Wij handelen volledig op persoonlijk titel en hebben allen GEEN commerciële belangen bij de #wiepakthetop campagne.

Lees ook: Psychische kindermishandeling is strafbaar. Ook in het onderwijs?
en Als je er niet uit komt met school.

 

Schrijf het belang van extrinsieke motivatie niet af.

Hands Holding a Seedling and SoilNiets is mooier dan een kind laten groeien vanuit diens natuurlijke nieuwsgierigheid. Bij alles wat een kind doet is er sprake van leren. Ontwikkelen en groeien doe je echter niet alleen. Altijd is er die interactie met de omgeving.

Motivatie is een grote factor in onderwijs, werk en opvoeding. Motiveren kan je op verschillende manieren doen. Intrinsiek (vanuit eigen wil) of extrinsiek (van buiten af). Dat je in moet zetten op puur en alleen intrinsiek leren is iets wat steeds vaker genoemd en gedaan wordt in bepaalde vormen van onderwijs. Het is op zich goed dat er meer wordt ingezet op intrinsieke motivatie, op het aansteken van een vlammetje bij een kind. Dit betekent echter niet dat extrinsieke motivatie compleet ‘fout’ is en volledig vermeden moet worden. Al jaren is extrinsieke motivatie zo’n beetje de gebeten hond in artikelen over onderwijs, werk en opvoeding, omdat men alleen de negatieve kant ziet.  Die denkwijze (deCharms, 1968; Deci, 1975) blijkt echter al lang achterhaald.

Wat ook meespeelt in de negatieve beeldvorming is de grote bekendheid van één van de vormen van extrinsieke motivatie: ‘externe regulatie’. Deze draait puur om straf of om beloningen krijgen. Dit geeft geen positief effect op de intrinsieke motivatie omdat deze stress, druk of gevoelens van verplichting geven. De kans op een negatief effect op de intrinsieke motivatie lig continue op de loer.

Als de externe druk naar binnen slaat, of een kind zichzelf druk oplegt spreek je over ‘geïntrojecteerde regulatie’ (Deci en Ryan, 1985). Dit laatste zie je vaak bij kinderen die de lat zeer hoog leggen voor zichzelf of perfectionistisch zijn (Soenens, Vansteenkiste, Luyten, Duriez en Goossens, 2005). Gevoelens variëren van trots tot diepe teleurstelling, afhankelijk van of ze de door hun gestelde doelen halen of niet. Deze vorm van extrinsieke motivatie kan dus zowel positief als negatief zijn, vraagt spiegeling en goede begeleiding door de leerkracht.

Intrinsieke en extrinsieke motivatie zijn geen tegengestelden (Deci en Ryan, 2000). Eeuwig blijven wachten op dat er intrinsiek iets ontstaat, verbinding komt met iets waar je nog niets van weet of wat je nog niet kent is daarom niet handig of verstandig als je het hebt over een proces van doorgaande groei of ontwikkeling. Er moet ook een verbinding liggen, vanuit eerdere ervaringen of aangeleverd door uitwisseling met de omgeving. En er moeten daarbij geen blokkades voorhanden zijn.

Faalangst kan intrinsieke motivatie knap in de weg staan. Dat je beschadigd bent geraakt in een eerdere (onderwijs)situatie of lang hebt stil gestaan in je ontwikkeling ook. En niet ieder kind ontwikkelt zich in balans, zonder hindernissen of ongemakken. Een drempel is dan gauw opgebouwd. Of een kloof, die verdere groei en ontwikkeling in de weg gaat staan.

Als leraar of school puur gaat zitten wachten tot een kind zelf tot intrinsieke motivatie komt vormt een risico voor diens ontwikkeling. Het is als wachten op een bus, waarvan je niet weet of die komt. Je gaat dan ook voorbij aan dat wat werkt voor de individuele mens. Een in balans zijnde en op de persoon en situatie of context afgestemde combinatie van intrinsiek en extrinsiek werkt het beste, waarbij er nadruk op de intrinsieke motivatie ligt.

Extrinsieke motivatie kan net dat zetje geven om door te zetten als je angst hebt om aan iets nieuws te beginnen, dat wat je doet gaat vervelen, je de drive of flow even kwijt bent of je je verveelt en niets weet te beginnen. Het kan een kind over de drempel helpen of een brug over de kloof vormen. Zelfsturend leren stimuleren en daarbij diep en actief zijn net zoals bij intrinsieke motivatie. Het kan de drijfveer zijn om aan de slag te gaan, de intrinsieke motivatie komt dan later.

Het uitleggen van bijvoorbeeld een ‘waarom’ kan ook een extrinsieke, positieve rol spelen als er geen sprake is van intrinsieke motivatie. Als je een kind vraagt of het zijn bed uit wil komen mist het vaak de motivatie. Zeg je daarbij dat jullie naar een pretpark gaan (extrinsieke motivatie) dan staan ze in no time naast hun bed, aangekleed en al. Roepen ze dat jij op moet schieten…..

Als volwassene ken je de wekelijks drempel richting de sportschool vast wel, de motivatie extrinsiek maken door in het begin met vrienden af te spreken werkt goed.

Deze positieve derde vorm van extrinsieke motivatie noemt men ‘internaliseren’ of geïdentificeerde regulatie (Deci en Ryan, 2000). De motivatie start extern. Deze extrinsieke vorm van motivatie vormt een succes omdat er sprake van psychologische vrijheid en keuze, persoonlijke verantwoordelijkheid en er recht wordt gedaan aan het gevoel van autonomie. Persoonlijk positieve waarde en interesse (verinnerlijking) spelen bij een belangrijke rol, wat een vrijwillige reactie oplevert.

Spellen kennen ook vaak een combinatie van intrinsieke en extrinsieke motivatie. Gamification (spelelementen inbouwen in niet-spel situaties) in onderwijs blijft door te verdienen badges en munten grotendeels extrinsiek. Haal de beloningen weg en een kind stopt met spelen. Samenspel en uitwisseling kunnen hier een vervanging vormen voor deze extrinsieke motivatie.

Geïntrojecteerde regulatie kan een positief effect hebben, geïdentificeerde regulatie heeft dit sowieso. Voor een goed leer- en ontwikkelproces heb je zowel intrinsieke als extrinsieke motivatie nodig. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.  Ook als is de motivatie extrinsiek (Vansteenkiste, 2003). Schrijf het belang van extrinsieke motivatie dus niet af.

Onderwijs is daarbij nooit alleen te baseren op intrinsieke motivatie gezien de leerplicht. Dat is momenteel nog een knap sterke vorm van extrinsieke motivatie.

De leraar speelt een belangrijke activerende en stimulerende rol in motivatie, vanuit de factor verbondenheid. Competentie en autonomie spelen hier een even grote rol in. (zelfdeterminatietheorie Deci & Ryan). Voor autonomie geldt natuurlijk dat deze pas toe neemt met de adolescentie, als het kind zich los begint te koppelen van diens omgeving (Arnett & Hughes, 2012) en de wil tot het nemen van verantwoordelijkheid en zelfsturing ten aanzien van gedrag, emotie en aandacht toeneemt. Op jonge leeftijd speelt structuur (op school) ook een rol bij intrinsieke motivatie.

Wil je hier meer over weten? Lees dan ‘Willen, moeten en structuur: over het bevorderen van een optimaal leerproces.‘ (Vansteenkiste, Sierens, Soenens en Lens 2007)

Dorien Kok

Als je er niet uit komt met school.

Passend onderwijs.
“Alle kinderen verdienen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs. Onderwijs dat leerlingen uitdaagt, dat uitgaat van hun mogelijkheden en rekening houdt met hun beperking. Kinderen gaan, als het kan, naar het regulier onderwijs. Zo worden ze zo goed mogelijk voorbereid op een vervolgopleiding en op een plek in de samenleving. Het speciaal onderwijs blijft bestaan voor kinderen die daar het best op hun plek zijn.”

Ik help al jaren ouders en heb al veel meegemaakt op dat gebied. En toch overviel het me toen ik vorige week achter elkaar 5 verhalen hoorde van ouders die in die mate problemen hadden met school dat het echt schadelijk was voor hun kind. Ook voor wat betreft studenten en onderwijspersoneel is dit thema actueel. Deze informatie kan ook studenten en onderwijspersoneel helpen, echter het artikel is in eerste instantie geschreven voor ouders.

Problemen met school kunnen variëren van verstoorde communicatie, pesten, mishandeling/ongewenste intimiteiten, niet passend onderwijs, procedurefouten of over aanname op de school, groepsindeling of zitten blijven, eindexamen, schorsing of verwijdering gaan.

Voor klachten over de veiligheid op school of het schoolreglement kun je (samen met andere betrokkenen) naar de ouderraad (OR) of de medezeggenschapsraad (MR) stappen.

Natuurlijk kun je het als ouders niet altijd eens zijn met school. Het eigen beeld dat je van je kind hebt of de kijk op diens belangen kan enorm verschillen van het beeld dat de juf of de school van je kind heeft.

Ik heb hierover eerder bericht op mijn Facebookpagina. Hier lees je een deel van deze informatie ook, aangevuld met tips van ouders die er helaas niet uitkwamen met scholen en verdere stappen hebben ondernomen.

Hoe kun je nu het beste handelen als je echt niet tevreden bent.
De eerste stap ligt richting leerkracht of mentor. Maak een afspraak voor een gesprek, zodat de leerkracht/menor zich niet overvallen voelt als je er voor- of na schooltijd met anderen in de buurt over begint. Dit geldt ook als de leerkracht/mentor jou in zo’n situatie aanspreekt.

Geef een compacte omschrijving van wat er volgens jou aan de hand is. Vraag of de leerkracht/mentor wil meedenken over een oplossing. Zo krijgt deze niet het idee dat het een beschuldiging is. Geef elkaar bedenktijd voor het vinden van een oplossing. Is het probleem te groot om alleen met de leerkracht/mentor te bespreken of verwacht je een vervelend verlopend gesprek neem dan iemand mee of maak een afspraak met de bouwcoördinator of directeur erbij voor bemiddeling.

Hopelijk verloopt het gesprek goed, worden er afspraken gemaakt (op papier!) en zie je daarna dat het probleem aangepakt wordt en wat later opgelost is.

Helaas loopt het niet altijd zo af. Wat dan?
Als je er met de leerkracht/mentor niet uitkomt is de volgende stap de directie, of als die ook geen oplossing heeft het schoolbestuur. Vraag of deze mee om tafel wil. Hopelijk komen jullie er samen uit. Er kan hiervoor ook ook hulp gevraagd worden aan een contact- (een personeelslid of een ouder) of vertrouwenspersoon van school.

In goed overleg tot een oplossing komen.
Als de school is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) kun je ook daar terecht om het probleem op te lossen. Omdat je na afloop waarschijnlijk ook weer samen verder moet is bemiddeling soms een goede optie. Lees hier verder over deze optie.

Onderwijsconsulenten kunnen je kosteloos adviseren en begeleiden bij onderwijskwesties rond een kind met een handicap, ziekte of stoornis. Lees hier verder over onderwijsconsulenten.

Onderbouwing.
Het is slim om het probleem schriftelijk te onderbouwen. Communiceer via e-mail met school, maak een mapje waar je al jouw e-mails en de antwoorden van school in bewaard. Dit heet dossieropbouw. Hou je e-mails emotievrij, hou het zakelijk. Vraag om verslaglegging bij overleg en maak zelf ook een zakelijk verslag. Datum, dag, tijd, locatie en de namen van de aanwezigen en hun functie noteren. Reageer ook schriftelijk als het schoolverslag niet klopt. Dat is namelijk het verslag dat in het schooldossier van je kind terecht komt. Stuur deze correctie in cc naar alle gesprekspartners van die afspraak. Reageren ze niet op je verslagen, dan mag je aannemen dat ze als correct zijn bevonden zijn. Laat je reactie op het schoolverslag ook in het schooldossier opnemen.

Zorg voor bewijslast, maak bijvoorbeeld foto’s van blauwe plekken of laat je kind indien nodig medische controleren en voeg dat verslag aan je dossier toe. Vraag anderen eigen bewijs op papier te zetten. Werk samen met anderen samen als je niet de enige bent met dat probleem. Zorg ook dat je goed op de hoogte bent van ieders rechten en plichten.

Je hebt als ouder het recht om een kopie van het schooldossier van je kind op te vragen. Daar mogen alleen kopieerkosten voor berekend worden. Vraag hier schriftelijk om (je hoeft niet aan te geven waarom) en dat je dit binnen 4 weken dient te ontvangen conform artikel 35 WBP/AVG. Meldt als de verwachting is dat ze het niet geven dat je bij weigering melding doet bij de autoriteit persoonsgegevens. Vraag of ze alle documenten in het dossier willen nummeren, zodat deze achteraf niet opgeschoond kan worden (dit gebeurt soms, helaas). Kijk het dossier na op fouten, aannames en persoonlijke meningen. Corrigeer hier schriftelijk op.

Je mag ook ongevraagd geluidsopnames maken van gesprekken. Om deze echter bij de rechter te gebruiken mag je deze niet met derden (niet-gesprekspartners) delen. Je mag je opname-apparaat niet aan laten staan als je zelf het gesprek verlaat. Ga ook nooit alleen in gesprek, neem zelf iemand mee die jou ondersteunt of je kind goed kent. Dit kan ook een professional zijn.

Dat klinkt best heftig, dossieropbouw, maar achteraf ben je er vaak blij mee. Je kunt hiermee je het probleem of een klacht onderbouwen. Het indienen van een klacht kan heftig zijn, net zoals de gevolgen. Je bent al die tijd niet gehoord, dat werkt op je emoties. Het heeft ook weerslag op de andere partij en hoe men met je kind omgaat. Het kan zijn dat je ook nu ook geen erkenning krijgt, wat bovenop het eerdere verhaal komt. Ondertussen ligt er ook nog geen oplossing. Echter: als je er niets aan doet verandert er helemaal niets. Ik heb aardverschuivingen gezien omdat ouders opstonden voor hun kind.

Informeer indien nodig de huisarts en/of andere professioneel betrokkenen. Laat professionals zoveel mogelijk de officiële reacties richting school geven en als het kan ook de klacht indienen. Informeer ook de leerplichtambtenaar (via gemeente).

Wetgeving
Artikel 1:247 1&2 Burgerlijk Wetboek (BW) geeft de plichten en rechten van beide ouders aan. Schending hiervan zorgt er voor ze niet in staat worden gesteld om aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen.

De rechten van kinderen zijn vastgelegd in het internationale verdrag voor de rechten van het kind. Deze rechten, beschreven in Artikel 3, 28 & 29 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), worden in het huidige onderwijssysteem regelmatig gegenereerd en/of geschonden.

Daarnaast vormen artikel 8 Wet Primair Onderwijs (WPO) en artikel 2 Wet Voortgezet Onderwijs (WVO) de leidraad om maatwerk te creëren binnen het onderwijs, maar dit wordt helaas vaak niet op die manier uitgevoerd. Daarmee schenden of mijden scholen de wettelijke zorgplicht en voldoen samenwerkingsverbanden niet aan de plicht om te zorgen voor een ‘dekkend aanbod’.

Het belangrijkste advies
Scholen en samenwerkingsverbanden kunnen door de ouders gewezen worden op het negeren en/of niet nakomen van de wetgeving, zoals hierboven omschreven.  Wacht niet te lang met je juridisch bij te laten staan, juridische advies of hulp te zoeken als dit nodig is. Bij een terecht punt en tijdige melding kan in bijna alle gevallen de situatie snel opgelost worden met kortdurende rechtshulp. Je kunt je ook bij laten staan zonder dat school dit weet. De regels rond onderwijs zijn niet slecht. Het is daarnaast altijd aan te raden om een rechtsbijstandsverzekering te nemen.

Adressen:
– Juridisch loket: https://www.juridischloket.nl
– Jurion: http://Jurion.nl
– Terpstra Legal: http://TerpstraLegal.com

Verdere informatie:
– Ouders & Onderwijs: Bel gratis tussen 10:00 en 15:00 naar 0800-5010 of  mail naar vraag@oudersonderwijs.nl 
– In1School: https://www.in1school.nl

Vrije advocaatkeuze bij rechtsbijstandverzekering: bij een geschil schakelt een verzekeraar indien nodig een advocaat in. Maar via de juiste procedure kun je dit ook zelf doen. Lees hier meer over vrije advocaatkeuze.

De klachtencommissie.
In de schoolgids van iedere school hoort informatie te staan over de klachtenprocedure en bij welke klachtencommissie de school is aangesloten. Hierin staat ook hoe de school met klachten omgaat.

Omschrijf als ouder kort en bondig de aanleiding van je brief, de klacht en de wettelijke bepalingen (verdiep je hier in!), omschrijf wat je denk dat nodig is en dien de klacht daarna schriftelijk in. Je kunt je klacht verder onderbouwen door een apart persoonlijk stuk over de gebeurtenissen. Voeg bewijsmateriaal toe.

Heeft de school geen eigen klachtencommissie dan kun je terecht bij de regionale of landelijke klachtencommissie. Heeft de school geen klachtenprocedure dan kan dit gemeld worden bij de onderwijsinspectie.

Een klacht ingediend, en dan?
Iedereen die bij school betrokken is kan een klacht indienen, een leerling vanaf 13 jaar. Eerst zal er gekeken worden of er bemiddeld kan worden, voordat de klacht formeel wordt. Als je dit niet wilt of de situatie daarvoor aanleiding geeft wordt deze stap overgeslagen.

Kan een ander (getuige of professional) schriftelijk jouw klacht ondersteunen. Scholen laten zich vaak bijstaan door professionele juridische specialisten. Als ouder, leerling of personeelslid kun je je ook bij laten staan door een advocaat, zeker als je een rechtsbijstandsverzekering hebt. Kijk wel of je dit kunt betalen en bij minderjarigen of jeugdrecht in je polis staat. De formele klachtenprocedure op zich kost de ouders geen geld.

De klachtencommissie hoort binnen 4 weken schriftelijk te reageren en moet je klacht vertrouwelijk behandelen. De klachtencommissie kijkt of de klacht gegrond (= terecht) is. Het advies van de klachtencommissie is niet bindend, toch nemen bijna alle scholen het advies van de klachtencommissie over. Je kunt geen bezwaar maken tegen de manier waarop het schoolbestuur omgaat met het advies van de commissie, wel een nieuwe klacht over de afhandeling van de school na het advies. In het geval van klachten over een schorsing of overgangsklachten wordt de procedure versneld afgehandeld (spoedprocedure). Hier staan 6 weken voor. Voor andere klachten duurt de procedure 13 weken.

Niet eens met de conclusie van de klachtencommissie.
Ben je het niet eens met de uitkomst van de klachtenprocedure of wil je deze stap overslaan dan kun je naar de rechter stappen. Hier zijn kosten aan verbonden. Ook duurt deze procedure soms erg lang.

De onderwijsinspectie. 
Het is slim om een kopie van de klacht aan de onderwijsinspectie te zenden. Deze behandelt de klacht zelf niet maar gebruikt de klacht voor beeldvorming over de school en dit gebruiken bij de toezichthouding van de school. Adresgegevens onderwijsinspectie.

Vertrouwensinspecteurs.
Voor klachten over pesterijen, seksuele intimidatie en (lichamelijk) geweld op school of discriminatie en extremisme kan er contact opgenomen worden met de vertrouwensinspecteur van de onderwijsinspectie. Dit geldt ook voor directies en schoolbesturen. De vertrouwensinspecteur onderneemt geen actie zonder toestemming van diegene die de klacht indient. Deze behandelt de klacht niet zelf maar ondersteund het indienen van de klacht of het doen van aangifte.
Telefoon: 0900 – 111 31 11 (lokaal tarief). Openingstijden vertrouwensinspecteurs: maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

Melding bij Veilig thuis (voorheen AMK)
Is er over het kind melding bij Veilig thuis gedaan (voorheen AMK oftewel Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) dan kun je je voor hulp contact opnemen met Stichting KOG. KOG wil kinderen, ouders en grootouders informeren en ondersteunen zodat zij weloverwogen kiezen om wel of geen hulp te vragen van jeugdzorg en als zij wel hulp vragen/krijgen mee te helpen dit proces zo goed mogelijk te laten verlopen. http://www.stichtingkog.info

– Verhaal aanhoren.
– Geruststellen: dit komt heel veel voor. Dit maakt u niet tot een slechte ouder.
– Aangeven wat ouders te wachten staat.
– Valkuilen aangeven: word niet boos; ga niet overal op in; vertel niet alles over jezelf; houd je doel voor ogen.

TIPS Kog:
– U hebt in principe recht op inzage / kopie van het dossier. Neem geen genoegen met vage antwoorden.
– Voer een gesprek nooit alleen. Mogelijk opnemen van gesprek?
– U “moet” niks. Afgedwongen toestemming is geen toestemming. Toestemming kan je altijd weer herroepen.
– In crisistijden is dagelijks contact geen uitzondering.
– Vraag het dossier bij de huisarts op.
– Veilig Thuis geen toestemming geven met de huisarts te praten, omgekeerde ook niet: geheimhoudingsplicht. Veilig thuis doet/probeert dat dan toch, maar eerst moet Veilig thuis dan duidelijk maken of en hoe ernstig de situatie dan wel is.
– Vraag na of deze melding ook is opgenomen in de Verwijsindex en hoe dan?
– Is Veilig thuis overigens gekwalificeerd om in situaties van bijvoorbeeld hoogbegaafdheid te onderzoeken? Kwalificaties vragen!

Als Veilig Thuis niet correct handel kun je daarvoor ondersteuning zoeken bij het AKJ, een onafhankelijke organisatie van de vertrouwenspersonen voor de jeugdhulp. Ieder kind, iedere jongere en ieder ouder/verzorger die te maken krijgt met een vorm van jeugdhulp, kan hulp van het AKJ krijgen. Het AKJ is onafhankelijk. Ze zijn zelfstandig en hebben geen verbinding met jeugdhulporganisaties, de Raad voor de Kinderbescherming, pleegzorgorganisaties of jeugd- en wijkteams. Hulp van het AKJ is altijd gratis. https://www.akj.nl/veiligthuis/

Verwijdering leerling van school*
Er is sprake van definitieve verwijdering wanneer de school de leerling niet langer ingeschreven wil hebben. Verschillende redenen kunnen ten grondslag liggen aan een verwijdering, bijvoorbeeld:
•    wangedrag van de leerling, waardoor de orde, rust en veiligheid op school in gevaar komt;
•    wangedrag van de ouders;
•    handelingsverlegenheid van de school: de school is niet in staat om de leerling de juiste ondersteuning te geven.

Er kunnen ook andere redenen voor verwijdering zijn. Voor de verwijderingsprocedure gelden strikte wettelijke eisen, die per onderwijssector verschillen.

Onderwijsgeschillen heeft een themadossier over de verwijdering van leerlingen in het basisonderwijs, het voortgezet en het (voortgezet) speciaal onderwis. Deze is hier te lezen.

Verwijzing naar speciaal onderwijs
Het speciaal onderwijs is er voor leerlingen die specialistische of intensieve begeleiding nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat zij een handicap of stoornis hebben. Uw kind moet toestemming krijgen om speciaal onderwijs te volgen. Dit is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV). Voor slechtziende, blinde, slechthorende of dove kinderen gelden andere toelatingsregels.**

Lees hier meer over de toelaatbaarheidsverklaring.

Passend onderwijs
Voor problemen rond Passend onderwijs kijk hier.

Vrijstelling van de leerplicht.
De Leerplichtwet kent twee verschillende vrijstellingen, namelijk vrijstelling van de inschrijvingsplicht en vrijstelling van geregeld schoolbezoek. Lees hier verder over vrijstelling van de leerplicht (.pdf document verschijnt bij downloads).

Psychische kindermishandeling is strafbaar. Ook in het onderwijs?
Lees hier mijn blog over psychische kindermishandeling in het onderwijs. Succes.

Ik bedank graag de getroffen ouders voor hun aanvullende informatie.

Aanvulling 15 november 2017 Oproep aan ouders
Veilig thuismelding over je gezin door school:
Ouders geven vaak aan dat ze de indruk hebben dat een Veilig Thuis-melding (opvolger van de Steunpunten Huiselijk Geweld en het Advies en Meldpunt kindermishandeling) wordt ingezet om het standpunt van de school over ondersteuning (of verwijzing naar speciaal onderwijs) kracht bij te zetten. Het argument is dan vaak pedagogische verwaarlozing, omdat ouders niet meegaan in het advies van school. Het aantal signalen over deze meldingen vallen op en je leest er ook in de media steeds vaker over. Ouders & Onderwijs roept ouders die in een situatie als deze zitten op om zich te melden. Er wordt vertrouwelijk omgegaan met uw informatie: Ouders & Onderwijs.

Ouders & Onderwijs wordt volledig gefinancierd door het ministerie van OCW. Het is dus geen door ouders gedragen organisatie. Deze organisatie is de houder van het telefonische informatiepunt 0800-5010.

Dorien Kok
http://DorienKok.nl

* Bron: Onderwijsgeschillen.nl
** Bron: Rijksoverheid

Lees ook:

#wiepakthetop Over bewustwording van het feit dat er in Nederland voor het kind vaak niet gehandeld wordt volgens de wet  

Wet- en regelgeving rondom ouderschap en onderwijs.