‘Motivatie is een innerlijk proces dat een persoon aanzet tot bepaald gedrag, richting geeft aan dat gedrag en ervoor zorgt dat dit gedrag in stand gehouden wordt.’
Daarbij is er een onderscheid te maken tussen gemotiveerd gedrag en de achterliggende motivationele factoren.
Een op de voorgrond zijnde verklaring voor de motivatieproblematiek bij leerlingen – een probleem dat internationaal speelt- is een tekortschietende aansluiting (‘fit’) tussen de school en de persoonlijke behoeften en interesses van leerlingen. Als scholen er onvoldoende in slagen om aan te sluiten bij de interesses, behoeften, leerstijlen en waarden van hun leerlingen, dan zal, zeker op langere termijn, de motivatie van leerlingen voor school afnemen. Bijkomende gevolgen: onderbenutting van talenten en risico van voortijdig schoolverlaten. (zie 1)
Onderzoek op dit gebied is mede interessant omdat men in Nederland steeds meer neigt naar individueel onderwijs voor ieder kind.
Er is onderzoek (zie 2) gedaan onder 130 vierjarigen (gemiddeld 4,5 jaar) of echt individueel onderwijs beter werkt voor motivatie en meer leeropbrengst geeft dan het werken in kleine groepjes.
Onderzoek: De kinderen werden ingedeeld in kleine groepjes (‘minimal groups’) waarbij de kinderen elkaar nog niet kenden. Dit om er voor te zorgen dat er nog geen bestaand groepsgevoel bestond.
Team blauw: 3 kinderen kregen allen een blauw t-shirt, een stoel met een blauw kussentje en een tafel met een blauw kleedje. De groepssetting werd benadrukt bij de kinderen door de gelijke kleur, de blauwe t-shirts en door hun een groep te noemen. Doordat er ook groene t-shirts lagen werd benadrukt dat er ook nog sprake was van een andere groep kinderen, die team groen zou heten.
Team wit: 6 kinderen kregen allen een wit t-shirt – genummerd 1 tot 6, een stoel met een wit kussentje en een tafel met een wit kleedje. De individuele setting werd benadrukt bij de kinderen, door hun individuele nummer te benoemen en hun het t-shirt met hetzelfde nummer aan te doen.
Test 1: alle kinderen kregen een redelijk pittige puzzel, waarvoor ze 10 minuten kregen om deze te maken. Om de 3 minuten werd een aanbod tot stoppen gedaan. De puzzels hadden respectievelijk een witte of blauwe sticker.
Test 2: de kinderen werd verteld dat ze vier nieuwe woorden gingen leren. Het ging om vier niet bestaande woorden voor vier totaal onbekende voorwerpen. Na het experiment werden de vier voorwerpen aan een kind getoond, met de vraag of het nog wist hoe dat voorwerp heette.
Wat blijkt:
De kinderen uit het blauwe team puzzelden in totaal gemiddeld 9 minuten, de individueel puzzelende kinderen uit team wit 7 minuten.
Bij de nieuwe woorden test hadden de kinderen van het blauwe team 38% goed, de individuele kinderen gemiddeld 23% – waarbij voor spreekfouten (bijv ‘sisk’ ipv ‘visk’) een correctie van 25% werd toegepast.
Het samen werken vanuit team blauw gaf volgens de onderzoekers een positief effect op de motivatie en het resultaat. De onderzoekers verklaren de hogere resultaten van het blauwe team vanuit ‘social connectedness’: de samenwerking verhoogde het gevoel ergens bij te horen. Dit gaf een positief opbrengst voor de eigen (intrinsieke) motivatie, wat betere leerresultaten oplevert.
Dezelfde conclusie kan getrokken worden in het voortgezet onderwijs.
Uit onderzoek (zie 3) bleek dat onderbouwklassen het best onderwezen kunnen worden door middel van de werkvormen ‘werken in tweetallen’ en ‘werken in groepjes’. Dit minder in de bovenbouw, waar motivatie minder een probleem is. Voor hun werkt gebruikmaking van de werkvormen ‘klassikaal (met interactie)’ en ‘zelfstandig werken’.
Zeker in het voortgezet onderwijs is het daarbij belangrijk dat naderhand door de leerkracht getoetst wordt of de aanpak bij de leerlingen heeft geleid tot een werkelijke hogere motivatie. Immers: op welk moment per kind is motivatie minder een probleem. Een duidelijke interactiecomponent tussen docent en leerling, waarbinnen leerlingen de vrijheid hebben om zich te uiten en het aanzetten tot zelfstandigheid kan leerlingen in de bovenbouw helpen hun motivatie voor een schoolvak te vergroten
1. Leerlingen motiveren: een onderzoek naar de rol van leraren. 2011 Hans Schuit, Iris de Vrieze en Peter Sleegers
3. Werkvormen in het middelbaar onderwijs. Welke werkvormen zorgen voor een betere motivatie bij leerlingen? 2013 Erwin Reijngoudt & Sander Metsemakers
Interessant! Ik vraag me wel af waarom motivatie in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs minder een probleem is?