In 2002 is er aan de hand van Henk Blok een onderzoek verschenen over de effectiviteit van thuisonderwijs*, geïnitieerd vanuit het SCO-Kohnstamm Instituut/UvA Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen in Amsterdam.
In Nederland is men niet zo happig op thuisonderwijs. Hooguit een bijzondere levensovertuiging geeft een ja voor thuisonderwijs. Zie Voetnoot**
In het buitenland, zoals in de Verenigde Staten, Canada en Engeland is thuisonderwijs wel een bekend verschijnsel.
Wat men zich vaak niet realiseert is dat thuisonderwijs al langer bestaat dan schoolonderwijs. Pas in de 19e eeuw kwamen er voor het eerst onderwijs- en schoolwetten. De leerplicht bestaat ook pas sinds 1900. In die tijd was er nog wel ruimte voor de ouders om voor thuisonderwijs te kiezen.
Waarom is het sinds 1969 zo moeilijk om je kind thuis les te geven? Omdat de regering (Wakelkamp 1996) van mening was dat thuisonderwijs in strijd is met het belang van het kind. Is dit echt zo?
De conclusie van Henk Blok is een duidelijke nee. Ouders zijn niet onbekwaam om hun eigen kinderen les te geven. De praktijk van ouders die met hun kinderen naar het buitenland verhuizen bewijst dit. Het succes van de Wereldschool, die met hulp van de overheid lespakketten samenstelt en eventueel ook didactische ondersteuning biedt, spreekt daarbij voor zich.
Ook ervaringen in het buitenland, waar de wetgeving minder restricties kent (o.a. in België, Denemarken, Engeland, Frankrijk, Ierland, Italië, Noorwegen en Portugal) wijzen hierop. In de Verenigde Staten is thuisonderwijs in 1993 zelfs gelegaliseerd. Waar voor de Europese landen het aantal kinderen dat thuisonderwijs ontvangst waarschijnlijk minder dan 1% bedraagt, gaat het in de Verenigde Staten om 1,7 tot 3 %.
Voor het onderzoek van Henk Blok waren er 8 bruikbare onderzoeken beschikbaar, waarvan 7 uit de Verenigde Staten. Men maakte voor die onderzoeken gebruik van een vergelijkende groep kinderen, die geen thuisonderwijs hebben gevolgd.
De conclusie van Henk Blok is duidelijk, bijna alle in dit onderzoek gebruikte onderzoeken wijzen in dezelfde richting: kinderen die thuisonderwijs gekregen hebben onderscheiden zich in hun schoolvorderingen en in hun sociaal-emotionele ontwikkeling in positieve zin van hun leeftijdsgenoten die schoolonderwijs gekregen hebben. Volgens sommige onderzoeken bedraagt de gemiddelde voorsprong van de thuisonderwijs kinderen zelfs meerdere jaren. Een dergelijke voorsprong mag je volgens Henk Blok fors noemen. Het aantal onderzoeken waarin daarentegen geen verschillen tussen thuisonderwijs kinderen en schoolkinderen gevonden zijn is klein. Henk Blok geeft daarbij aan dat aanwijzingen voor een achterstand bij thuisonderwijs kinderen zelfs volledig ontbreken.
Leertechnisch spreken we van een voorsprong van 1 jaar bij een 6 jarig kind tot maximaal 4 jaar bij een 14 jarig kind. Kinderen die hun hele leven thuisonderwijs hebben gekregen halen hogere scores dan kinderen die slechts een gedeelte van hun leven thuisonderwijs hebben gekregen. Op sociaal–emotioneel gebied liggen er conclusies dat de kinderen gemiddeld genomen sociaal vaardiger en rijper zijn. Thuisonderwijs kinderen hebben een beduidend positiever zelfconcept dan schoolkinderen. De kinderen vertonen minder gedragsproblemen. Voor het vervolgonderwijs is er sprake van een sociaal en emotioneel betere aanpassing als ze gaan studeren. Waarbij bij schoolkinderen gemiddeld genomen sprake is van een afnemende leermotivatie, blijft de leermotivatie bij thuisonderwijs kinderen op peil of neemt zelfs toe.
Moet ik nu mijn kind van school halen en zelf les gaan geven? Nee, hieruit kan je absoluut niet concluderen dat thuisonderwijs beter is dan schoolonderwijs. Voor deze kinderen speelt namelijk mee dat ze waarschijnlijk een bevoorrechte positie hebben. Ze hebben sterk betrokken ouders, die vaak hoger opgeleid zijn, meer verdienen en die in grotere mate betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kinderen. Een conclusie of de gunstige ontwikkeling ligt aan een gunstige startpositie, het thuisonderwijs of een combinatie daarvan is niet te trekken. Daarbij kan wel gezegd worden dat de verschillen tussen de Nederlandse en Amerikaanse context betrekkelijk gering zijn. Nederlandse ouders kunnen daarom dezelfde positieve resultaten bereiken als de ouders in de Verenigde Staten.
De goede resultaten van het thuisonderwijs zijn te verklaren vanuit
– het één-op-één onderwijs dat gegeven wordt, met als bijkomend positief gevolg meer preventie en behandeling van leerstoornissen
– de flexibiliteit naar de leerbehoeftes van het kind toe – wat in het reguliere onderwijs onhaalbaar is,
– het effectiever gebruik maken van de leertijd
– school zit aan een vast programma vast, ook al heeft het kind minder/meer oefening nodig,
– natuurlijk coachtalent van ouders voor hun eigen kinderen.
De gedane onderzoeken waren niet ideaal qua kwaliteit, hoeveelheid en inhoud. Er is duidelijk meer en beter onderzoek nodig op het gebied van thuisonderwijs. Het verdient de aanbeveling om te kijken naar een betere vergelijkingsgroep, de vormgeving van het thuisonderwijs en in hoeverre dit efficiënt is. Staan bijvoorbeeld de leerwensen van het kind centraal of is er sprake van een vastomlijnd leerplan.
Wetenschappelijk gezien zijn er geen argumenten om thuisonderwijs als een minderwaardige onderwijs vorm te beschouwen stelt Henk Blok. Thuisonderwijs is geen bedreiging voor het belang van het kind, integendeel. Er zijn goede indicaties dat het toestaan van thuisonderwijs het belang van de kinderen van de daartoe gemotiveerde ouders niet hoeft te schaden. Het is daarom belangrijk om stelling van 1969 om te zetten in een realistische stelling. Om dat te bereiken moet men het Nederlandse leerplichtbeleid opnieuw onder de loep te nemen. Omdat het onderzoek van Henk Blok al uit 2002 stamt is het nu de tijd om echt aan de slag te gaan met dit onderwerp. Zoals Henk Blok zegt: leren kan ook thuis plaats vinden en misschien zelfs beter.
* Onderzoek Henk Blok – 2002 PERFORMANCE IN HOME SCHOOLING: AN ARGUMENT AGAINST COMPULSORY SCHOOLING IN THE NETHERLANDS
Dit artikel is in het Nederlands verschenen in het Nederlands Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid, 2002, jaargang 14, nr. 4, p. 151-163.
Universiteit van Amsterdam
Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen
SCO-Kohnstamm Instituut
Voetnoot **
“De Tweede Kamer heeft gistermiddag (lees 21-02-1968) zonder hoofdelijke stemming de nieuwe Leerplichtwet aangenomen. Het wetsontwerp, dat er niet zonder kleerscheuren afkwam, onderging twee belangrijke veranderingen.
In de eerste plaats werd het amendement van de socialist Masman, waarin werd gevraagd om schrapping van de mogelijkheid tot huisonderwijs, aangenomen met de steun van alle grote partyen, behalve de CHU. Verder waren alleen Boeren, de SGP en het GPV tegen hét voorstel.
In de tweede plaats nam staatssecretaris Grossheide (Onderwijs en Wetenschappen) het sub-amendement van de anti-revolutionair Bennekom over, waarin de mogelijkheid van huisonderwijs voor uitzonderingsgevallen wordt opengelaten”
Met dank aan Wouter Rademaker voor deze voetnoot. Origineel krantenbericht.
Pingback: Tweets that mention Is thuisonderwijs in strijd met het belang van het kind? « I-CARUS, by Dorien Kok -- Topsy.com
Heel erg bedankt voor deze heldere en leerzame artikel! Apart dat er geen een onderzoek te vinden is met negatieve conclusies over thuisonderwijs! Men spreekt juist over veel positieve kanten ervan. En toch heb ik gelezen dat men in Engeland en Zweden bezig is om het thuisonderwijs veel moeilijker te maken. Ik begrijp werkelijk niet waarom de overheid zo krampachtig vasthoudt aan de leerplichtwet.
Pingback: Mijn blog « I-CARUS, by Dorien Kok
Ik weet niet meer waar, maar ik heb gelezen over 2 onderzoeken in de VS waar gekeken werd naar de prestaties van studenten op de universiteiten met een onderscheid tussen thuis en publiek onderwijs kinderen. De TO studenten deden het gelijk of beter dan de publiek geschoolde studenten. Een ander onderzoek liet zien dat bij publiek geschoolde studenten van de universiteit het opleidingsniveau van de ouders indicatief was voor de prestaties van de student op school. Bij TO studenten was dit niet zo. Combineer deze twee onderzoeken en trek je conclusies.
Pingback: Wie geloven er nou eigenlijk echt in Sprookjes? | uvrm
Pingback: Take Care 4 | Alweer Snaveltjes dicht en oogjes toe.